Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tweeling der Afscheiding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tweeling der Afscheiding

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De geboorte van de Afgescheiden kerken is wel een „tweeling-geboorte" genoemd
Een tweeling, waarvan de beide kinderen uiterlijk in alles op elkaar lijken, maar bij wie in het opgroeien toch aanmerkelijke innerlijke karakter-verschillen kunnen openbaar komen.
Aan de Afscheiding van 1834 zijn de namen van de Cock en Scholte onlosmakelijk verbonden. Kwam Ds. Hendrik de Cock op 14 oktober 1834 met zijn gemeente te Ulrum tot de daad der Afscheiding, op 1 november daar aan volgend werd de afscheiding een feit in de gemeente van Doveren-Gansoyen en Genderen waar Ds. Hendrik Peter Scholte predikant was.
Ds. Scholte had vanuit de verte in alles zeer meegeleefd met de strijd die in het hoge noorden van ons land gevoerd werd. Vooral was dat het geval nadat op 19 december 1833 Ds. de Cock reeds geschorst en op 29 mei 1834 door het Provinciaal Kerkbestuur van Groningen afgezet was. De Algemene Synode had op 16 juli echter de afzetting ongedaan gemaakt en de Cock als geschorst predikant hersteld, met de eis dat hij binnen een half jaar „berouw en leedwezen" zou doen blijken. In dit alles leefde Scholte zeer mee en een hartelijke en vaak sterkende briefwisseling was ontstaan.
In de meest critieke dagen bracht Scholte een bezoek aan de Cock en preekte te Ulrum in het open veld op 12 oktober 1834 voor de gemeente van de Cock.
Op grond van dit optreden werd Scholte reeds op 29 oktober door het Classicaal Kerkbestuur van Heusden geschorst, waarop hij met zijn kerkeraad en bijna de voltallige gemeente op 1 november antwoordde met het indienen van de acte van afscheiding.
Dat er een nauwe vriendschapsband tussen deze beide broeders in de strijd gelegd was daar in het open veld te Ulrum, blijkt wel uit hetgeen de Cock na afloop van de eerste synodale vergadering in 1836 schreef in Scholte's album. Ze voelden zich verbonden als David en Jonathan weleer die ook een verbond maakten in het veld. De Cock schreef: „Onderlinge betuiging en verbond" en vermeldde daaronder twee teksten nl. 1 Sam. 18:3 en 20:42. In deze betuiging van het verbond met een handtekening bekrachtigd, noemt de Cock zich „Gereformeerd Leeraar onder het Kruis" en Scholte zonder meer „Bedienaar des Goddelijken Woords".
Tegen deze achtergrond van 1836 is het wel een zeer tragische gang die deze Gereformeerde Leeraar, de Cock, op 9 december 1840 moet maken als hij met een Commissie van de Synode van 1840, waar mede ook Ds. Ledeboer deel van uitmaakte, naar Scholte moet in Utrecht en als deze geen schuld wil bekennen in opdracht van de Synode „in de naam des Heeren voor geschorst" moet verklaren. Wat eens zo nauw verbonden was gaat straks ver uiteen, al is de persoonlijke hoogachting gebleven waarvan Scholte vanuit Amerika na de dood van de Cock nog getuigenis aflegde.
De directe oorzaak voor de schorsing van Ds. Scholte van Utrecht, was gelegen in het feit van de Amsterdamse kwestie. Er was nl. een conflict ontstaan met Ds. van Velzen die, als nog bedienende de gemeenten in Friesland ook daarbij het beroep naar Amsterdam had aangenomen. Dit was zeer tegen de zin van Scholte, die indertijd de Amsterdamse gemeente had geïnstitueerd en daar nog veel invloed had. Men had eerst Scholte beroepen maar deze had bedankt.
Allerlei verdachtmakingen en beschuldigingen tegen de personen en de prediking van Ds. van Velzen, als zou hij „een geraamte van leerstellige waarheden, zonder den levenden Christus, den levendmakenden Geest en het levende werkzame geloof verkondigen" bleken uiteindelijk van zijn collega Scholte, via de kerkeraad van Utrecht op de kerkeraad van Amsterdam te zijn gekomen en tweedracht en zelfs scheuring te hebben gebracht.
De synode in deze zaak gemengd eiste schuldbelijdenis en daar Ds. Scholte dit weigerde werd hij geschorst zonder meer door een commissie in opdracht van de synode. De hantering van het kerkrecht, al had men juist besloten weer terug te keren tot de Dordtse Kerkorde, was in die dagen nog wel eens meer zonderling!
Anderzijds mag het niet onwaarschijnlijk worden geacht dat Ds. S. van Velzen terwijl hij predikant van Leeuwarden (met alle Friese gemeenten) bleef de roeping van Amsterdam erbij had aangenomen om juist de invloed van Scholte in het Westen en het Zuiden te keren.
Er was nl. tussen de broederen al vrij spoedig verschil van inzicht openbaar geworden op belangrijke punten van leer en kerkregering. Enerzijds stonden de Cock en de zijnen, over het algemeen de vertegenwoordigers van de gemeenten uit het Noorden van het land en anderszijds Scholte met de zijnen, wiens invloed sterk was in het Westen en het Zuiden!
Noord — Zuid, typeringen die, zij het uit andere motieven voortkomend, na 120 jaar leven van de kerken, nog niet uit ons kerkelijk leven verdwenen zijn!
Hier speelden en spelen zeker volksaard en mentaliteitsverschillen een rol.
Dit verschil was er al in de persoonlijkheid van de beide dienaren des Woords die eens hun verbond sloten!
Scholte was een man begaafd met rijke talenten, gevormd in de kringen van het Reveil, erg impulsief, een idealist.
De Cock meer een eenvoudig ernstig man, hoewel hij scherp kon zijn met woord en pen een bescheiden figuur. Hij was als echte zoon van het noorden veel meer nuchter en kalm, een realist.
De Cock had een diepgeworteld kerkbesef en wist zich innig verbonden aan de aloude kerk der vaderen uit de bloeitijd der Reformatie.
De Afscheiding was voor hem dan ook een weerkeer tot de leer en de dienst der vaderen. De kerk der Scheiding mocht niet anders zijn dan een voortzetting van het werk Gods in de kerken der Reformatie eens zo gezegend in ons land begonnen.
Niet voor niets noemde hij zich bij voorkeur een „Gereformeerd Leeraar". Hieruit sprak zijn historisch-gereformeerd standpunt. Hij zag het dan ook als een heilige noodzaak om, met verwerping van alle menselijke verordeningen waarvan de reglementenbundel der Herv. Kerk vol was, het leven der kerk weer te richten naar de Dordtse Kerkorde, waarin voor hem het gereformeerd schriftuurlijk beginsel van de kerkregering werd gehandhaafd.
Scholte daarentegen had in de kringen van het Reveil geen diep kerkelijk besef ontmoet. Veel meer had hij daar de nadruk horen leggen op het persoonlijk geloof in Christus, afgedacht tot welke kerk men behoorde.
De Afscheiding is dan ook voor Scholte niet zozeer geweest een reformatie in weerkeer tot de aloude openbaring in leer en regering van de Gereformeerde Kerk in onze landen als wel een idealistisch zoeken naar bovenkerkelijke gemeenschap der gelovigen.
Kerkleer en enige vorm van regering en bestuur van de kerk vastgelegd in een bepaalde orde, deed hem vrezen voor een herhaling van de situatie in de Herv. Kerk. Als ideaal zag hij een geloofseenheid met christenen uit alle kerken en allerlei landen. Als dienaar des Woords wilde hij zich — en zo moest ook de kerk leven — alleen onderwerpen aan de leiding van Gods Geest en het Woord.
In wezen stond Scholte dan ook op een independentistisch standpunt en zelfs persoonlijk vaak individualistisch. Toen er eens door zijn kerkeraad te Utrecht aanmerking gemaakt werd op bepaalde dingen in zijn prediking, verweerde hij zich met de opmerking, dat het hem niet paste zich niet naar de leiding van de Heilige Geest te voegen en dus viel er over zijn prediking niet te discussiëren!
Dit idealisme en realisme deden zich gelden in de gemeente-beschouwing en daardoor bij de doop, waarover de conflicten kwamen.

R. (Rotterdam) de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1960

De Wekker | 4 Pagina's

De tweeling der Afscheiding

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1960

De Wekker | 4 Pagina's