Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom de Liturgie (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom de Liturgie (6)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe Luther er over dacht.
Het zou mij niet verwonderen wanneer er onder de lezers zijn die geneigd zijn te zeggen: Wat hebben wij er nu eigenlijk voor belang bij hoe Luther over de kerkelijke liturgie dacht, wij leven immers in een heel andere tijd!
Toch kon wel eens blijken dat Luthers gedachten inzake de liturgie en wat daarmede samenhangt vandaag nog meer invloed hebben dan wij zo oppervlakkig zouden denken. En ik ben er niet zeker van dat vooral ook in onze kerken velen eigenlijk leven in de gedachtengang van Luther in dezen. U controleert het maar eens bij uzelf.
Wie kennis neemt van de arbeid van Luther — ook al is die kennismaking maar vluchtig — moet het opvallen dat deze reformator eigenlijk maar weinig gegeven heeft op het gebied van de liturgie. Ik kan er inkomen dat iemand schreef: „Wij moeten helaas constateren dat Luther niet die constructieve positieve bijdrage heeft gegeven, die we gaarne van deze Hervormer hadden, verwacht".
Het komt mij voor dat wij mogen zeggen dat Luther zich niet veel gelegen zou hebben laten liggen aan de liturgische vragen ware het niet dat zijn vrienden en de omstandigheden hem er toe hadden gedrongen.
In de praktijk ging Luther uiteraard onmiddellijk over tot het invoeren van veranderingen in de eredienst. Het misoffer met al wat daarmede samenhangt veroordeelde hij scherp en hij stelde de prediking van het Woord Gods ten volle centraal. Luther was tevreden wanneer er maar ruimte was voor de verkondiging van het evangelie. Ik onderstreepte het woord verkondiging want Luther was er vierkant tegen het woord alleen maar te lezen of te zingen. En dat verkondigen was hem toevertrouwd. Hij is de man, die de volkstaal op de preekstoel gebracht heeft en dit instrument op een meesterlijke wijze wist te bespelen.
Wanneer verder de transsubstantiatiegedachte maar was losgelaten bij het avondmaal en de offergedachte was uitgebannen en men verder maar geen verdienstelijkheid zag in welke vorm van dienst ook en Maria noch de heiligen aanriep, was het Luther verder goed.
Het is dan ook opmerkelijk dat hij — daartoe gedwongen — eerst vrij laat iets positiefs gegeven heeft over de liturgie. Het was inmiddels al 1523 geworden. En wat hij toen gaf stelde teleur. Hij wilde n.l. voor de liturgie de latijnse taal behouden. Ook bleek hij de orde van de Roomse dienst te willen volgen wanneer de boven genoemde zaken maar weggevallen waren. Altaren, misgewaden en beelden achtte Luther middelmatige zaken.
En toen hij in 1526 zijn liturgische orde in de landstaal gaf deed hij dit op aandrang van anderen omdat hij, gelijk hij zeide, er zich eigenlijk niet bekwaam toe vond. Men zou hier ook kunnen zeggen: het lag Luther niet hieraan meer aandacht te schenken. Speelde hem mogelijk parten dat hij priester geweest was en kon hij moeilijk tot een nieuwe vorm komen? Al kan dit element zeker van betekenis geweest zijn er was toch nog wat anders dat de Wittenberger ervan terughield om veel aandacht aan de liturgie te schenken. Dit bleek later toen hij zich zelf en anderen rekenschap gaf van zijn standpunt in dezen.
Luther zag de dienst van God onder het dubbele gezichtspunt van geloof en liefde. Het geloof doet voor het aangezicht Gods in vrijheid staan. Dit is een vrijheid door het evangelie. Het is dan ook altijd weer noodzakelijk het evangelie te verkondigen opdat deze vrijheid blijve leven en kracht en vreugde schenkt. Deze vrijheid is ook bevrijding van werken, wetshandelingen en vooral ook van kerkelijke ceremonieën. Het is de innerlijke mens des geloofs die dit geheim kent. Deze is dan ook vrij van elke godsdienst, die aan bepaalde tijden, plaatsen, gewaden, handelingen en menselijke regels gebonden is. De godsdienst van deze innerlijke mens is het evangelie en het geloof. Dit is hem genoeg.
Liturgische vormen kunnen deze inwendige mens geen goed maar ook geen kwaad doen. Hij heeft ze niet nodig. Daarom is dwang hier dwaasheid maar eveneens zich er fel tegen te verzetten. Luther zocht op deze wijze de weg tussen Rome en de Doperse vrijgeesten van zijn dagen. Zij brachten beide volgens hem de vrijheid om hals.
Omdat deze overtuiging Luthers uitgangspunt was voelde hij weinig voor de liturgie. De mens die de innerlijke vrijheid kent kan de kerkelijke ceremonieën gebruiken maar ook missen.
Waarom Luther dan toch uiteindelijk liturgische vormen gaf? Hoewel ze eigenlijk niet bij zijn geloofsvisie behoren kwam hij uit andere beweegreden daartoe. Luther zegt dat deze innerlijke mens, die uit het geloof leeft, ook uiterlijke mens is. Zoals hij kleding, een huis en voedsel nodig heeft zo heeft hij hier ook bepaalde vormen nodig om God te dienen. Zij behoren echter niet tot het wezenlijke van het koninkrijk Gods en het evangelie.
Daarbij de mens der vrijheid staat niet alleen voor Gods aangezicht; hij leeft ook onder de mensen hier. En hij moet de naaste liefhebben; tot deze is hij gesteld in dienstverband. In dit licht ziet Luther nu ook de liturgische vormen.
De vormen van kerkelijke dienst mogen dan voor de geestelijke mens geen wezenlijke betekenis hebben, voor de naaste hebben zij dit wel. En ook de geestelijke mens is ook nog niet ten volle tot de vrijheid gekomen. Daarom onderwerpt hij zich aan de kerkelijke vormen.
Bij Luther komt op deze wijze heel sterk de nadruk te liggen op de opvoedkundige betekenis van de liturgie. Zij wil de noodzaak van het geloof en de geestelijke vrijheid doen verstaan.
Omdat de geestelijke mens vrij is en zich in de vormen schikt terwille van de naaste. Men moet daarom ook niet teveel nadruk leggen op een bepaalde liturgische orde. De christelijke vrijheid des geloofs kan zich deze ongebondenheid veroorloven. En zij die de vormen overschatten en zij die er zich fel tegen verzetten miskennen beide deze vrijheid.
Vergis ik mij wanneer ik zeg dat er van Luthers gedachten nog wel iets is blijven haken onder ons?

K.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1960

De Wekker | 4 Pagina's

Rondom de Liturgie (6)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1960

De Wekker | 4 Pagina's