Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doopgetuigen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doopgetuigen?

Kerkorde (242)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Thans zijn we gekomen tot artikel 57 van de Kerkorde. Het luidt: De dienaren des Woords zullen zorg dragen, dat de ouders het sacrament van de Doop voor hun kind aanvragen en bij de bediening van de H. Doop de daaraan verbonden verplichtingen op zich nemen. Wanneer het nodig is, dat er getuigen bij de Doop optreden, behoren dit personen te zijn, die de zuivere leer toegedaan en onbesproken van wandel zijn.
We kunnen de betekenis van dit artikel alleen maar verstaan tegen de achtergrond van de roomse leer en de roomse practijk. In het kort komt het hierop neer. De kerk van Rome kent de tegenstelling natuur-genade. Deze foutieve tegenstelling vormt de ondergrond van bijna alle specifiek roomse opvattingen. Volgens Rome zijn de ouders niet anders dan de natuurlijk vleselijke voortbrengers van het kind en als zodanig oorzaak dat het kind in zonden ontvangen en geboren is. Daarom mogen zij ook het kind niet ten doop houden. Derhalve moeten anderen als ouders optreden, niet de natuurlijke ouders, maar de zgn. peetouders. Zij moeten dan bij de doop van het kind de geloofsbelijdenis afleggen in de plaats van het kind, dat uiteraard nog niet geloven kan; tevens functioneren deze peetouders dan als borg, dat het kind overeenkomstig zijn doop zal worden opgevoed. De kerk eist zulk een borgstelling, want het kind wordt door de doop in feite eigendom der kerk. Welnu, de Reformatie brak met deze roomse opvatting. De Reformatie stelde niet, zoals Rome, de tegenstelling natuur-genade, doch de tegenstelling zonde-genade. En die genade geeft God in Zijn verbond, dat met Abraham en zijn zaad, of nieuw-testamentisch gezegd, met de gelovigen en hun zaad is opgericht. Daarom hebben de ouders de roeping om op te treden bij de doop van hun kinderen. En nu zegt de Kerkorde, dat de dienaren des Woords er zorg voor moeten dragen, dat de ouders de Doop voor hun kind aanvragen. Dat is de Reformatorische gedachte. Maar niet terstond was men bereid met de oude tradities te breken! Het kostte de kerk moeite om de nieuwe, bijbelse, inzichten te doen zegevieren. Men wilde op talloze plaatsen nog niet breken met de gewoonte om peetouders of doopgetuigen op te laten treden. Nu behoort het nooit tot de taak der kerk om bestaande toestanden en ingewortelde gewoonten ineens op een revolutionaire wijze te veranderen. Het Evangelie werkt als een zuurdesem. Daarom hebben de oude synoden wel de nadruk gelegd op de roeping van de ouders, en inzonderheid van de vader, om het kind ten Doop te presenteren, maar men liet het vrij om naast de ouders (niet: in de plaats der ouders, zoals Rome deed) doopgetuigen te nemen. Dit werd nadrukkelijk in de Kerkorde uitgesproken. In de Kerkorde van Dordrecht, 1618/19, zegt het oude artikel 57: De Dienaers sullen haer beste doen, ende daer toe arbeyden, dat de Vader zijn kint ten Doop presentere. Ende in de Ghemeenten daermen neffens den Vader oock Gevaders ofte ghetuyghen by den Doop neemt (welck ghebruyck, in hem selven vry zijnde, niet lichtelijck te veranderen en is) betaemt het datmen neme die de suyvere Leere toe gedaen ende vroom van wandel zijn.
Later is het gebruik van doopgetuigen uitgesleten.
De Kerkorde wijst allereerst nu met alle nadruk op de roeping der ouders, dat zij het Sacrament van de Doop moeten aanvragen voor hun kind. Hier wordt niet meer alleen van de vader gesproken, maar, zeer terecht, van de ouders. Men kan met de Schrift in de hand niet bewijzen, dat hier alleen maar een roeping is voor de vader. Dat men in de dagen van onze vaderen alleen de vader noemde, vond zijn oorzaak in de eerste plaats in het feit, dat men spoedig na de geboorte de Doop toediende, zodat uiteraard de moeder hierbij niet actief kon optreden, en in de tweede plaats in de geheel andere positie, toentertijd door de vrouw ingenomen. Voorts wordt hier gesproken over het op zich nemen door de ouders van de verplichtingen, die aan de Heilige Doop verbonden zijn, verplichtingen ten aanzien van de opvoeding van het kind. We zullen op deze verplichtingen thans niet nader in gaan, omdat we het plan hebben hieraan enige aandacht te schenken bij de behandeling van het volgende artikel van de Kerkorde.
Merkwaardig is het, dat de Kerkorde zegt, dat de dienaren des Woords zorg zullen dragen, dat de ouders de Doop aanvragen en de verplichtingen op zich nemen. Het wil mij thans voorkomen, dat hiermede een te zware verantwoordelijkheid op de schouders van de predikanten wordt gelegd. Zij moeten er voor zorgen, dat het gebeurt. Maar hun ontbreekt daartoe m.i. èn de bevoegdheid èn de macht! Want als de ouders bijv. onwillig zijn, dan kunnen de dienaren hen niet dwingen! Daarom was de oude redactie van 1618/19 beter. Zij luidde: De Dienaers sullen haer beste doen, ende daer toe arbeyden. En verder wordt hier o.i. ook te veel de taak bijv. van de ouderlingen en van de kerkeraad uit het oog verloren. Zij wordt althans niet voldoende in het licht gesteld.
En tenslotte, ook nu kunnen er nog bepaalde omstandigheden zijn, die het doen optreden van zgn. doopgetuigen rechtvaardigen. Maar dit hebben we reeds in een van de vorige artikelen besproken, zodat we deze zaak, die in de practijk van zeer geringe betekenis is, laten rusten.

A. (Apeldoorn) H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1960

De Wekker | 8 Pagina's

Doopgetuigen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1960

De Wekker | 8 Pagina's