Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„De Gereformeerden (vrijgemaakt) en wij"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De Gereformeerden (vrijgemaakt) en wij"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hebben de laatste weken de belangrijkste passages uit de artikelen van prof. Jager in deze rubriek opgenomen. We herhalen nog eens: we deden dit niet om ook maar op de een of andere wijze vooruit te lopen op beslissingen, die alleen de breedste vergadering der kerken kan nemen. De redaktie meende dat ons kerkvolk er echt op heeft te weten wat er over onze kerken en over dit belangrijke onderwerp geschreven wordt. Dit behoort o.i. tot de taak van ons kerkelijk orgaan. Om dezelfde reden nemen we nu in deze rubriek een artikel op dat ook over de verhouding tussen beide kerken schrijft, maar op een andere wijze dan prof. Jager doet.
In het „Kerkblad voor het Noorden" schreef ds. K.J. Velema van Hoogeveen over bovenstaand onderwerp in de rubriek „Rondom de Kerk".
In een vorig artikel had hij reeds geschreven over de kerkopvatting van de Vrijgemaakten. Dit artikel behandelt hun Verbondsopvatting.
De schrijver benadert het onderwerp van de practische kant. Leest u maar:

Als ik ronduit en eenvoudig zeg wat ik begrepen heb van de Vrijgemaakte Verbondsleer dan is het dit:
We zijn in het Verbond. Dat betekent onder meer dat we werkelijk het eigendom van Christus zijn. We worden geboren en leven in de feestzaal van de reiniging door het bloed van Christus. Geloof dat en leef nu in heiligmaking. U bent er werkelijk en u bent werkelijk verlost, u heeft dat alleen maar aan te nemen en te geloven.
Hieruit verklaar ik ook, dat vele Vrijgemaakten zo afkerig zijn van de vraag, die in de prediking van de Chr. Gereformeerden nog al eens gesteld wordt: Kent u Christus werkelijk als Heiland en Zaligmaker voor uw zonden; kent u zich als zondaar en en als verlosser; heeft de H. Geest u uw schuld doen zien maar u ook werkelijk doen delen in Christus' werk?
Dat mag beslist niet gevraagd worden, volgens vele Vrijgemaakten. Dat is Mystiek en dat is ziekelijk.
De Gereformeerden (Synodaal) hadden en hebben in hun prediking inderdaad ruimte voor deze vragen, hoewel erkend moet worden, dat er predikanten zijn, die aan deze vragen niet toe komen; die ook zonder meer aannemen dat heel de gemeente er „is". Maar we zullen m.i. niet mogen zeggen, dat alle Gereformeerden het zo stellen. Dat is ook te begrijpen. Want al meent de Gereformeerde Synode dat de leer van de Veronderstelde Wedergeboorte opgesloten ligt in onze belijdenis, zij erkent tegelijk, dat niet alles Israël is wat Israël genaamd wordt. Juist door deze zinsnede laten de Gereformeerde Kerken ruimte open voor zelfonderzoek enz.
Ik geloof dat een man als Prof. Dr. K. Dijk de leer van de veronderstelde wedergeboorte aanhangt en dat hij een onvervalst verdediger is van deze leer.
Toch komt men in zijn preken en ook in zijn meditaties herhaaldelijk het heenwijzen naar zelfonderzoek tegen. Hij maakt menigmaal ernst met de zinsnede: Niet alles is Israël wat Israël genaamd wordt. En men kan bij andere Synodaal Gereformeerde predikers hetzelfde horen. Hier zal de oorzaak liggen, dat men het tegenwoordig herhaaldelijk tegenkomt, dat vele eenvoudige mensen zeggen: we staan in vele opzichten dichter bij de Synodaal-Gereformeerden dan bij de Vrijgemaakten.
Maar de Vrijgemaakten geven vaak de indruk, dat de gemeente er metterdaad is. De onderstelling heeft geen plaats bij hen. Gelukkig! Maar die onderstelling wordt nu een vaststelling.
Ik weet wel dat dit heel scherp gezegd is. Misschien worden Vrijgemaakte broeders en zusters boos. Ik kan het niet helpen. En ik wil graag tegengesproken worden in deze. Want hier ligt een zeer, zeer moeilijk punt tussen hen en ons. En er is ons alles aan gelegen, dat op dit punt klaarheid komt.
Nu kan men zeggen, ja, maar we hebben toch één belijdenis? Och, wat hebben wij daaraan als de inhoud van het verbond zo geheel anders gezien wordt.
Verbond betekent voor ons nooit; de zondaar is gered. Wel zegt God in het Verbond ons alle heil voor tijd en eeuwigheid toe. Maar dat is een toezegging. En deze toezegging moet verwerkelijkt worden. Ik kan het ook zo zeggen: het heil moet deelachtig gemaakt worden door de Heilige Geest. Ten aanzien van die deelachtigmaking komen nu de moeilijkheden met de Vrijgemaakten naar voren (of begrijpen wij elkaar verkeerd?).
Want de deelachtigmaking geschiedt door de H. Geest. In dit verband wordt door ons gesproken over geloof en beleving.
Als nu de H. Geest het heil gaat toepassen leert Hij ons geloven wat Gods Woord ons zegt aangaande mens en het Heil in Christus.
Wij willen ernst maken met de Schriftuitspraak, dat de mens van nature dood is in zonden en misdaden en niet minder met de vergeving der zonden in Christus. Maar als de H. Geest ons amen leert zeggen op het feit, dat wij dood zijn in zonden en misdaden dan leren wij ook onze zonden kennen en als de H. Geest ons doet leven uit de rijkdom van Christus dan wordt Christus voor ons onze, neen mijn Zaligmaker.
En nu treft het ons altijd weer, dat vele Vrijgemaakten wel willen spreken over de verlossing in Christus, maar niet over de kennis van onze zonde en schuld. Het lijkt er soms op of de kennis van de zonde en schuld door de H. Geest niet meer nodig is omdat men door het zijn in het verbond Christus al deelachtig geworden is.
Men wil dan hoogstens nog spreken over een dagelijkse bekering en men wil dan wel toegeven, dat men op dit punt dagelijks struikelt en vergeving behoeft maar men is zonder meer een verloste.
Als het geloof werkzaam wordt ervaren wij, bevinden wij dat het Woord Gods werkelijkheid is; dan erkennen wij met ons hele zijn, met hoofd en hart, met alles wat in ons is dat Gods Waarheid waarheid is; dan geeft de H. Geest getuigenis in ons hart dat de zaken zo staan als de H. Schrift ze ons zegt. Dan heeft dat getuigenis niet alleen betrekking op onze verlossing, maar ook op onze ellende.
Dat noemen wij bevinding.
Daarom verdisconteren wij dat in onze prediking. Dat is niet een subjektieve tekening van wat de prediker of andere mensen doorleefd en ervaren hebben. Maar dat is de prediking van wat Dr. Kuyper eens genoemd heeft: „Gods eigen, klare, zuivere boodschap omtrent al die dingen en heel dat gebeuren. Gods eigen boodschap omtrent onze zonde en ons berouw, ons geloof en onze bekering, onze strijd en ons gebed, onze moedeloosheid en ons gebed."
Nu valt er over te praten of het Evangelie door ons soms niet al te eenzijdig gebracht wordt, soms ter eenre soms ter andere zijde. Ik geloof dat we daarin naar elkaar moeten luisteren en dat er dan wellicht bij ons, maar ook bij de Vrijgemaakten veel te verbeteren valt. Daarop mag een vereniging tussen beide kerken niet afspringen, althans uiteindelijk niet.
Maar het wordt ons wel heel erg moeilijk gemaakt om met elkaar te verenigen wanneer maar aangenomen wordt dat de gemeente het Heil al deelachtig is; dat men heeft te geloven dat het allemaal voor elkaar is en dat men nu maar in heiligmaking moet leven.
Hartelijk hoop ik, dat ik de Vrijgemaakten in het bovenstaande mistekend heb. En dat de praktijk (eindelijk) eens gaat bewijzen dat de zaken metterdaad anders liggen.
Maar tot nu toe heb ik daar betrekkelijk weinig van vernomen. En dat stemt mij niet hoopvol. Dat doet mij nogmaals zeggen dat wij niet zo dicht, althans op tal van plaatsen niet, bij elkaar staan als Prof. Jager wil doen voorkomen.
Misschien liggen er tussen ons alleen maar afschuwelijke misverstanden. Ik hoop het hartelijk, hoewel het moeilijk te geloven is. Indien het werkelijk misverstanden zijn zullen we niet na mogen laten om naar elkaar te luisteren. Zowel Chr. Gereformeerden als Vrijgemaakten zijn hiertoe van Godswege geroepen. Maar als we na zoveel jaren nog niet verder zijn in het elkaar begrijpen doen we zeker niet verstandig toch maar te gaan verenigen en te doen alsof er niets aan de hand is.

Wie wel eens gesproken heeft met vrijgemaakte broeders weet dat bovengenoemd onderwerp een actuele kwestie is tussen hen en ons.
In bovenstaand artikel wordt een punt aangesneden, dat voor de praktijk van prediking en geloofsleven en daarom ook van kerkelijk leven van de grootste betekenis is.
Het had en heeft de aandacht van de kerkelijke deputaten in de gehouden en nog te houden samensprekingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1960

De Wekker | 8 Pagina's

„De Gereformeerden (vrijgemaakt) en wij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1960

De Wekker | 8 Pagina's