Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Veldwijk" 75 jaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Veldwijk" 75 jaar

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De naam Veldwijk heeft in christelijke kring en daarbuiten een bekende klank. Velen denken aan de verbinding Ermelo-Veldwijk. We denken daarbij aan de bekende stichting in dit vriendelijke Veluwse dorp, waar vele geestes- en zenuwzieken in de loop der jaren verpleegd zijn en nog velen verpleegd worden.
Veldwijk is de oudste protestants-christelijke inrichting voor de verpleging van geesteszieken in ons land. Het was dezer dagen 75 jaar geleden dat „Veldwijk" bestond. De Vereniging tot Christelijke Verzorging van geestes- en zenuwzieken heeft niet nagelaten op dit feit de aandacht te vestigen en belegde een pers-conferentie, waarop ook de redactie van ons blad uitgenodigd was.
Helaas was geen der redactieleden in de gelegenheid de uitnodiging op te volgen, maar het bestuur was zo welwillend de gehouden toespraken toe te zenden. Een en ander is aanleiding om deze keer de lens te richten op deze tak van christelijke barmhartigheid, die een grote plaats verdient in ons hart en denken.
Ik weet niet of u wel eens op „Veldwijk" of soortgelijke inrichtingen geweest bent — het is nuttig voor ieder om met het leed van deze mensen, die tot ons geslacht behoren, geconfronteerd te worden. Een dergelijke inrichting is een maatschappij in het klein. Het zou te betreuren zijn als ieder, die een plaats heeft in de officiële maatschappij, geen rekening hield met de kleine maatschappij van deze inrichtingen.
Bezoeken aan deze maatschappij stemmen altijd weer tot ootmoed en dankbaarheid. Alleen om deze reden reeds is het goed even stil te staan bij het 75-jarig bestaan van „Veldwijk", dat overeenkomstig de nieuwe inzichten, die zich op dit gebied ook baan gebroken hebben, tegenwoordig psychiatrisch ziekenhuis genoemd wordt.
Er is nog een andere reden waarom „Veldwijk" c.a. recht heeft op onze warme belangstelling. De oorsprong van „Veldwijk" en de genoemde Vereniging liggen toch in de Chr. Geref. Kerk vóór 1892. Aan al deze arbeid is de naam verbonden van de bekende ds. later prof. L. Lindeboom, die de Chr. Geref. Kerk in het laatste kwart van de vorige eeuw heeft wakker geschud op bewonderenswaardige wijze.
In het enkele jaren geleden verschenen gedenkboek van „Sonnevanck" heeft prof. C. Veenhof in een instructief artikel „Wat hen dreef" de geschiedenis van de barmhartigheid uit de vorige eeuw belicht. Uit dit artikel blijkt ook de grote betekenis van prof. Lindeboom voor de krankzinnigenverzorging. Onvermoeid ijverde hij voor de beoefening der christelijke barmhartigheid. De nood van duizenden brandde hem in de ziel. Hij wist een instructie te krijgen op de generale synode van 1882. En deze synode sprak uit: „De Synode, doordrongen van de heilige roeping der kerk om zich de verpleging dier ongelukkigen aan te trekken, vestigt op deze zaak met allen ernst de aandacht onzer Kerk en wenscht dat er weldra in ons vaderland, gelijk elders, inrichtingen mogen tot stand komen, waarin die ongelukkigen onder de verpleging der ware christelijke liefde verkeeren".
Er is heel wat geredeneerd, geschreven, vergaderd voor het zover was dat deze uitspraak in daden werd omgezet. De bovengenoemde vereniging was de eerste in een ganse rij van verenigingen, die de christelijke barmhartigheid op verschillend terrein tot uiting brachten. We mogen noch willen deze oorsprong vergeten.
Prof. Veenhof merkt samenvattend aan het slot van een van de paragrafen van zijn artikel op: God bond de nood van ongelukkigen, lijders en ellendelingen op de ziel van mannen en vrouwen. Zich solidair wetend met allen in zonde, schuld en ellende der wereld ging men aan het werk. Men begeerde oprecht ook dit werk te doen naar het woord van God en nam daarom ook de gereformeerde confessie tot grondslag van alle werk. Daarbij zocht men samenwerking in zo breed mogelijke kring. En men bad, werkte, worstelde om maar één ding, namelijk: het mogen zijn van een instrument, een orgaan, waardoor de barmhartigheid van Jezus zich zegenend zou openbaren in de duisternis van de velerlei ellende, waarin duizenden voorttobden.
Op de genoemde persconferentie is door dr. Boswijk gezegd dat de directe aanleiding tot het bouwen van een gesticht de overtuiging van de oprichter Lindeboom was, dat een geesteszieke als ieder mens recht heeft om te leven in een sfeer die het beste bij zijn innerlijke overtuiging past.
Intussen is op die dag op verschillende wijze belicht dat er in deze drie kwart eeuw wel het een en ander veranderd is in de inzichten t.a.v. de behandeling van geesteszieken.
Meer dan vroeger heeft men er oog voor dat de juiste verpleging en behandeling zal bestaan in het zo spoedig mogelijk zelfstandig maken van de verpleegde. De maatschappelijke afzondering van de geesteszieke verergert zijn toestand op buitengewone wijze. Vroeger werd een dergelijke patiënt geïsoleerd in cellen, spanlakens, bedden en baden. Deze ongelukkigen bleven ziek of werden nog zieker. Nu wordt het principe gehuldigd: doorbreek de eenzaamheid, die synoniem is met de ziekte. Maak een gemeenschap, die haar leden bindt, vasthoudt, steunt en optrekt. De kern van het bestaansrecht van het psychiatrische ziekenhuis — aldus dr. Lit, die als psychiater aan „Veldwijk" verbonden is — ligt in het feit dat hier een bewoonbare wereld mogelijk is. Dit ziekenhuis is gegroeid tot een leefbaar milieu voor die mensen, die in de vrije, niet-steunende, niet-bindende en niet-corrigerende maatschappij vereenzamen en ofwel geestelijk verkommeren ofwel zich in een opstandig protest tegen hun omgeving keren.
Met vreugde is die dag in Ermelo opgemerkt door de geneeskundige hoofdinspecteur van de geestelijke volksgezondheid dat er een opvallende vooruitgang geconstateerd kan worden t.a.v. de genezing van deze patiënten — zowel onder invloed van de ontwikkeling van nieuwe ideeën als ook door de ontdekking van talrijke nieuwe geneesmiddelen.
Dit blijkt uit de volgende cijfers: op 1 januari 1938 werden in de 40 psychiatrische ziekenhuizen rond 24000 patiënten verpleegd en op 1 januari 1960 rond 27500, een stijging van 14% terwijl de bevolking in die. jaren was toegenomen met 35%. In 1936 werden in diezelfde inrichtingen in totaal opgenomen 4819 patiënten, terwijl er 2760 werden ontslagen (57.27%), in 1959 bedroegen deze aantallen resp. 9252 en 7828 (84.6%).
In dit verband mogen we er ook hier wel op wijzen van hoe grote betekenis het is dat de gemeenschap op de juiste wijze de ontslagen patiënten moet opvangen. Haat, vijandschap, geringschatting en spotlust zijn eeuwenlang hun deel geweest; de geesteszieke werd als een onvolwaardige nietsnut beschouwd, voor wien men bovendien bang was. Een lichamelijk zieke wordt heel anders behandeld. Het is reeds belangrijk als we dergelijke patiënten werkelijk als zieken willen zien, niet om er medelijdend over te praten, maar om hen met begrijpend menselijk medegevoel tegemoet te treden.
Hier ligt een taak voor ieder, maar inzonderheid als we belijden dat we zelf van Gods barmhartigheid moeten leven.
Bij een bezoek aan „Veldwijk", „Wolfheze" of „Bloemendaal" e.d. komt men steeds sterk onder de indruk van de ontzaglijke gevolgen, die de menselijke zonde meebrengt. Misschien hebt u ook wel eens gedacht aan Romeinen 8 — het zuchten der schepping; het onvolmaakte, het onverloste komt dicht op ons aan.
Wat onderscheidt ons? En wie heeft reden om zich te verheffen?
In dit verband is het wel te betreuren dat men juist in verschillende van deze ziekenhuizen te kampen heeft met personeelstekort. Dit is ernstig voor de betrokken patiënten. En het is voor familieleden wel eens 'n verdrietige zaak te moeten constateren dat een patiënt, althans uiterlijk, niet voldoende verzorgd wordt en bij bezoek niet wordt omgekleed, zodat de tegenstelling tussen het normale en het abnormale scherp gevoeld wordt.
Er zijn in de diverse inrichtingen ook velen van onze eigen kerkleden, die hier goed werk doen. Hun aantal moge eerder vermeerderd dan verminderd worden — en krachtens de oorsprong en krachtens het motief der barmhartigheid van dit werk. Want juist het beoefenen der barmhartigheid is een kenmerk van het evangelie èn in ons persoonlijk èn in het brede volksleven.
„Veldwijk" moge nog lang gezegend werk doen.
En laten onze mensen aan dit werk met bijzondere sympathie denken, terwijl we evenzeer hopen dat ook in de diverse besturen Chr. Geref. mensen gevraagd en gezien zullen worden. (In het bestuur van Veldwijk heeft ds. Van der Zaal zitting.)
Ook hier hebben we een taak en dienen we een plaats te hebben.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1961

De Wekker | 8 Pagina's

„Veldwijk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1961

De Wekker | 8 Pagina's