Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Assen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Assen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Assen was een begrip in kerkelijk Nederland. In 1926 vergaderde in de Drentse hoofdstad de Gen. Synode der Geref. Kerken. Deze Synode had zich bezig te houden met de zaak — dr. Geelkerken. Dr. Geelkerken werd in Assen veroordeeld. Voor zijn opvatting over het Schriftgezag was in de Geref. Kerken — en terecht! — geen plaats. Maar in de naam Assen werd sindsdien vooral door Hervormde oren iets gehoord van grote rigoreusheid. Assen — dat was het spook van de kerkelijke tucht. En als het in de Hervormde Kerk vandaag over de kerkelijke tucht gaat. dan wordt Assen als afschrikwekkend voorbeeld aangehaald.
Intussen gaat de naam van Assen opnieuw de kerkgeschiedenis van Nederland in.
De reden is nu deze: in Assen vergadert de Gen. Synode der Geref. Kerken (vrijgemaakt). Een belangrijke zaak, die reeds maanden tevoren de gemoederen beroerde, was de kwestie van het contact-verzoek van de Geref. Kerken. De Gen. Syn. van de Geref. Kerken wilde twee gedelegeerden naar de Asser Synode zenden om contact te oefenen, ach neen om het schrijven dat van Synode tot Synode gezonden werd toe te lichten.
Wie geen vreemdeling is in de kerkelijke verhoudingen bevroedde reeds dat dit verzoek radicaal zou worden afgewezen. Alzo is geschied. Op een wijze, die duidelijk is en die allerwege buiten de kring van deze kerken afgekeurd is. Trouwens ook in de kring van deze kerken is men er allerminst enthousiast over. Op de Synode hebben twee afgevaardigden niet meegezongen in het anti-contact-koor. Maar de kerkelijke pers is ook niet onverdeeld gunstig te spreken over de genomen beslissing. Tot in de kring der Kamper hoogleraren is er verschil over. Prof. Kamphuis is in de wolken. „Blijdschap op blijdschap!" Prof. Jager is teleurgesteld en neemt het Asser besluit fijntjes op de korrel.
We willen ook graag een enkele opmerking maken uiteraard vanuit ons eigen Chr. Geref. standpunt.
Allereerst — al betreur ik dit besluit en al meen ik dat men een dergelijk concreet verzoek zonder een streep van z'n plaats te gaan best had kunnen inwilligen, ik kan dit besluit best begrijpen.
Hoe lang heeft het geduurd voor wij als Chr. Geref. Kerken besloten te gaan samenspreken met de Geref. Kerken en tussen die kerken en de onze lagen geen schorsingen en afzettingen, zoals tussen de beide Geref. Kerken. Dat heeft geduurd tot 1947! In 1944 waren er nog vele afgevaardigden ter Synode die vreesden dat de beginselen der Afscheiding in het gedrang zouden komen door een samenspreking met de deputaten der Geref. Kerken. (Acta, art. 53). Dat was dus nog ruim 50 jaar na 1892. En de Asser afwijzing valt 17 jaar na 1944! Dus historisch gezien moeten we als Chr. Geref. daar begrip voor hebben.
Vervolgens — de wijze waarop de Vervangingsformule is terzijde gesteld, is nu niet bepaald overduidelijk. Het is beslist niet waar dat deze formule nu van de baan is, maar ze heeft geen bindende kracht meer. En in de formule staat wel zoveel te lezen dat men in de Geref. Kerken overtuigd is dat het in de Vervangingsformule beledene zakelijk in de Belijdenis der Kerk te vinden is. Er zijn bovendien allerlei tendenzen in de Geref. Kerken waar te nemen, die met grote zorg vervullen: weten niet een paar voorbarige jongeren, maar verschillende leidslieden nog wel wat gereformeerd is?
Ondanks dit begrip, had men in Assen de broeders „van de overkant" best kunnen ontvangen, al was het alleen maar om met profetische kracht deze en andere bezwaren te zeggen.
Intussen — het Asser besluit als zodanig is een zaak tussen de beide kerken. Maar de motivering van dit besluit is een zaak, die ons wel aangaat. Het is een diep-bedroevende ontstellende motivering. Er klinkt in deze motivering een toon van kerkelijke hoogmoed, gespeend aan alle ootmoed, die in Christus' Kerk verwacht mag worden. Kerkelijke verzekerdheid is hier aan het woord op een wijze, die ons doet vragen: broeders, loopt ge geen gevaar Gods werk met uw werk te vereenzelvigen zonder enige restrictie? Roemt ge niet boven de maat in de Vrijmaking? Is er bij u alleen de terugkeer tot het Woord? Werkt Gods Geest ook nog buiten uw kerken? Weet ge nog dat er andere kerken zijn?
Afgedacht hiervan — er is geen greintje liefde in de motivering te ontdekken. Wat een strakheid en hardheid. Wat staat een dergelijke motivering buiten de werkelijkheid van de huidige kerkelijke situatie.
Nogmaals — het besluit is zeer begrijpelijk; maar de motivering is zeer verwerpelijk. Als Chr. Geref. Kerken zijn we er nog pijnlijk door getroffen — uiteraard een privé gevoelen van schrijver dezes. Want uit deze motivering spreekt een geest, die niet incidenteel is, maar die typerend is voor heel de ontwikkeling van deze kerken.
Deze geest is door onze kerken en door vertegenwoordigers van onze kerken vaker gesignaleerd. Het blijkt nu dat de breedste vergadering der Kerken aan deze geest niet vreemd is. Het is de geest van kerkelijk exclusivisme, die bedenkelijk dicht nadert tot „afgoderij met de kerk bedrijven". Laat men nu niet zeggen — wie dat zegt is zeker besmet door de pluriformiteitsgedachte. Geen sprake van! A.u.b. geen kerkelijk relativisme. Maar als het de Geref. Kerken (vrijgemaakt) ernst is met de vereniging met de Chr. Geref. Kerken, dan dienen deze kerken het bestaan van onze kerken minstens te verdisconteren in al hun spreken en schrijven over de Kerk en niet de indruk te geven: wij alleen zijn maar kerk. Dat was niet te vinden in het manifest van de Delftse studenten zeer onlangs — ach, het zijn maar studenten; dat was niet te vinden in de Hoogeveense kerkeraadsvoorschriften t.a.v. huwelijkssluiting — ach; wat zou één kerkeraad en één dominee. Maar dat is ook niet te vinden in het besluit van de Asser Synode. En dat wordt bedenkelijk.
Dit besluit zegt in ieder geval voor ons: we zijn met de samensprekingen nog niet klaar.
Prof. Jager vraagt i.v.m. de verhouding tot onze kerken: „Zoekt men elkander? Is men ongerust over de bestaande toestand? Tracht men bruggen te bouwen of graaft men greppels?"
In Assen zijn diepe greppels gegraven èn naar de zijde van de Geref. Kerken èn (door de motivering van dit besluit) ook naar onze zijde. Zo gaat Assen 1961 de geschiedenis in . . . . . .

Hervormd en Gereformeerd
Een aantal Hervormde en Gereformeerde predikanten hebben als hun vaste overtuiging kenbaar gemaakt dat de gescheidenheid tussen de Hervormden en Gereformeerden niet langer geduld kan worden. Ze zullen de eenwording van deze kerken krachtig bevorderen.
Het streven, dat in deze verklaring uitdrukking heeft gevonden, is typerend voor de huidige mentaliteit.
In de rubriek „Uit andere bladen" is vorige week het oordeel van prof. Waterink over deze verklaring reeds opgenomen. Hij noemde dit niet minder dan een deraillement.
We zullen er geen breed oordeel over geven, maar willen alleen signaleren dat dit concrete streven tientallen vragen oproept.
Vragen, die de vorm en de inhoud van de verklaring raken. Is dit de juiste methode? Hoe denkt men zich die eenwording in? Wil men een bepaalde groep uit de Hervormde Kerk lospellen en wil men eenwording tussen die groep en de Gereformeerde Kerken? Maar dat is nauwelijks aan te nemen. Maar hoe dan? Hoe denkt men over Schrift en Belijdenis in de verenigde kerken? Wil men de Drie Formulieren nog handhaven of zal men de huidige Belijdenis opbergen in een museum? En zelf een nieuwe belijdenis maken, die een grootste gemene deler is? We zijn erg benieuwd hoe men zich dit indenkt. Hoe wil men voorkomen dat de oproep tot eenwording de verdeeldheid doet toenemen?
En we vragen verder: waarom beperkt men zich tot deze beide kerken? Worden de andere kerken feitelijk afgeschreven? Of kan men daar toch niets mee bereiken?
Als we alles overzien dan is de huidige toestand vol zorg.
Men wil enerzijds breken met heel veel, dat eis is van Gods Woord en de gereformeerde Belijdenis. Er is een afzakken naar een algemeen christendom; een evangelische kerk, die mild en soepel moet zijn.
En er is anderzijds tussen hen, die vast willen houden aan het gezag van Gods Woord en de gereformeerde Belijdenis zoveel onenigheid, misverstand, zelfhandhaving, dat we in deze benauwde en benauwende situatie wel mogen bidden om een radicale verandering van gezindheid door de H. Geest.
Als de Heere Zich niet over ons ontfermt, zakken we steeds dieper weg in het moeras.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1961

De Wekker | 8 Pagina's

Assen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1961

De Wekker | 8 Pagina's