Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mens en Natuur (De mens 5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mens en Natuur (De mens 5)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is nog een derde relatie, waarin God de mens geschapen heeft. De eerste is die van de mens tot zijn Schepper. De tweede die van de mens tot zijn medemens. En de derde is die van de mens tot de natuur, de schepping buiten hem.
God heeft hem gesteld als een heer over die schepping. Toen God de mens geschapen had, sprak Hij tot deze: Hebt heerschappij over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt, Gen. 1:28.
Psalm 8 zegt er van: Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen. Gij hebt alles onder Zijn voeten gezet.
God, die Zelf de Heer is van Zijn schepping, geeft ook aan de mens heerschappij. Hij stelt hem op aarde aan als Zijn vertegenwoordiger, Zijn mandataris, Zijn gevolmachtigde. Ook dit behoort tot het beeld Gods, waarnaar God de mens geschapen heeft.
Ondanks de zonde bestaat deze verhouding van de mens tot de schepping nog. Wel is deze verhouding evenals de andere verhoudingen door de zonde ontwricht. Enerzijds is er nog de heerschappij van de mens over de natuur. De natuur wordt gedwongen om de mens te dienen.
Anderzijds kan soms de natuur heersen over de mens. Wilde dieren en natuurrampen kunnen hem dodelijk treffen.
Maar de opdracht van God aan de mens om heerschappij te oefenen over de schepping is gebleven. God heeft als gevolg van de zonde van de mens geen opdrachten herroepen.
Deze opdracht houdt ook in de beoefening van de cultuur.
Velen menen tegenover cultuur afwijzend te moeten staan. Maar deze houding is zonder meer niet juist. Ze is wel te begrijpen, maar niet zonder meer te aanvaarden.
In de beoefening van de cultuur zit iets van de opdracht van de mens aan God. Er komt in uit, dat de mens naar het beeld van God geschapen is.
Het woord cultuur komt van een latijns woord, dat wijst op het verzorgen van akkers. Het betekent ook: onderhouden, versieren, vereren van de goden.
Het woord bestrijkt het hele terrein van menselijke werkzaamheden, vanaf de landbouw tot de dienst aan de goden. Heel de beheersing van de natuur waarbij de mens deze omvormt tot zijn dienst is cultuur. Het ploegen van de boer, het handwerk van de vakman, het schilderstuk van de schilder, de compositie van de musicus, de wetenschap van de geleerde en de techniek van de technicus betekenen cultuur.
Daarbij kan men het woord cultuur nog weer in tweeërlei zin verstaan. Men kan er onder verstaan de bezigheid van de mens in de beheersing van natuur, de cultuuractiviteit, maar ook de voorwerpen, die van deze bezigheid het gevolg zijn; het cultuurresultaat. Men kan spreken van de cultuur van een volk, wanneer men bedoelt de wijze, waarop het in de beheersing en omvorming van de produkten der natuur bezig is, maar ook wanneer men zijn cultuuruitingen, zoals zijn geschriften en zijn bouwwerken op het oog heeft.
Tegen de cultuur als zodanig kan men niet zijn. Cultuur, de beheersing en de omvorming van de natuur, is met het mens-zijn gegeven. Zij is ook naar de wil van God.
De boer op het land en de huisvrouw in de keuken en het kind op school beoefenen cultuur.
Toch is het wel te begrijpen, dat velen afwijzend staan tegenover bepaalde vormen van cultuur. We kunnen daarbij denken aan toneel, film, televisie e.a. Met name in onze tijd neemt de beheersing van de natuur door de mens vormen aan, die ons wel eens doen schrikken. Ik behoef alleen de woorden ruimtevaart en atoomsplitsing te noemen. Gaat dat niet te ver, dat de mens met behulp van onbemande en zelfs bemande ruimtevaartuigen de ruimte buiten de aarde tracht te onderzoeken en aan zich dienstbaar te maken? En dreigt de ontdekking van de atoomsplitsing niet eerder een vloek dan een zegen voor de mensheid te worden?
Maar dan zit dat niet in de ontdekking als zodanig.
Er is een tijd geweest, dat de mens elke beheersing van de natuur zonde achtte. Voor de heiden was zelfs de bewerking van de aarde in de landbouw een gevaarlijk bedrijf. Hij deed dat steeds met eerbied en diep ontzag. Bepaalde ceremonieën werden daarbij steeds betracht. Dat hing samen met zijn opvatting omtrent de goddelijkheid van de natuur. De natuur werd als goddelijk beschouwd. De mens komt in de natuur in aanraking met allerlei goddelijke machten en krachten, die zonder meer voor hem gevaarlijk zijn en die door bepaalde handelingen moeten worden overwonnen.
Deze gedachte vindt in de Bijbel geen plaats. De Bijbelse boodschap heeft in de oude wereld de ontgoddelijking van de natuur betekend. Dat de mens heer is van de schepping en dat hij geroepen wordt om de natuur aan zich te onderwerpen, is in de wereld, waarin God met Zijn openbaring kwam, een ongekende en totaal nieuwe gedachte geweest. In de oude wereld was de mens slaaf van de natuur. De Bijbel maakt hem heer van de natuur.
Toch blijft de gedachte, dat er voor de mens grenzen zijn aan de beheersing van de natuur nadien leven. Men meent daarin God tegen te staan. In de plaats van de goden der heidenen is de God van de Bijbel gekomen.
Vooral in de vorige eeuw, toen allerlei ontdekkingen en uitvindingen werden gedaan, kwam deze gedachte steeds naar voren. De reveilman Willem de Clercq was een tegenstander van de stoomboot, omdat de mens daarbij niet meer afhankelijk is van de winden, die God doet waaien, maar deze zelfs trotseert. Het gebruik van kunstmest zag men als een zich losmaken van de zegen van God. De bliksemafleider werd beschouwd als een aanranding van Gods voorzienigheid. Later was vliegen voor de mens verboden, omdat hij zich daarbij verhief boven de mogelijkheid door God hem gegeven.
Echter ligt op de achtergrond van deze opvattingen een verkeerde, onbijbelse gedachte. Namelijk, dat de mens de machten der natuur niet mag beheersen.
De Bijbel leert echter, dat God heel de schepping onder de macht van de mens gesteld heeft. In techniek en cultuur vervult de mens een goddelijke opdracht.
Het gevaar ligt door de zonde ergens anders. Door de zonde is de verhouding van de mens tot de natuur losgemaakt van de verhouding van de mens tot God. De mens heeft zich van God verzelfstandigd. En nu beheerst hij de natuur niet meer in de gebondenheid en onderworpenheid aan God, maar louter voor zichzelf. Hij gebruikt zelfs de macht, die God hem heeft gegeven, om zelf als een god te leven. Hij gebruikt die macht tegen God.
Daarin zit het grote gevaar van cultuur en techniek. De mens beheerst niet meer de natuur om God te dienen, doch alleen om zichzelf te dienen. Dat is de zonde en de demonie vooral van de moderne cultuur en techniek.
De zonde zit niet in de kunstmest of in de bliksemafleider, maar in de mens, die hierdoor meent God niet meer nodig te hebben.
Dat is ook het satanische van de Russische ruimtevaart, dat men er zijn (goddelijke) almacht door demonstreren wil. De mens, die van God de macht ontvangen heeft om de natuur te beheersen en zelfs de ruimten buiten de aarde te doorzoeken, steekt er God mee naar de kroon. En als de Amerikanen er alleen maar een tegenmacht door willen tonen, varen ze in hetzelfde sop.
Wanneer de beheersing der natuur door de mens geen dienst meer is aan God, maar wordt tot een macht tegen God, zal zij de mens uiteindelijk worden tot een verschrikkelijke val. Zijn cultuur en techniek, die opgang schenen, zullen zijn ondergang worden. Alle techniek en cultuur, welke stammen uit een Gode vijandig denken, zullen eeuwig falen.
Het gaat bij de beheersing van de natuur in cultuur en techniek om de grote vraag, uit welke geest en met welk doel zij geschiedt.

Oosterhoff.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1961

De Wekker | 8 Pagina's

Mens en Natuur (De mens 5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1961

De Wekker | 8 Pagina's