Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wilhelmus à Brakel (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wilhelmus à Brakel (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zal 30 oktober a.s. 250 jaar geleden zijn, dat een van onze meest bekende vaderlandse theologen van zijn aardse post werd afgelost. Wij bedoelen Wilhelmus à Brakel, of zoals hij in later tijd meermalen genoemd werd Vader Brakel.
Hij werd 2 januari 1635 te Leeuwarden geboren als zoon van de bekende predikant Theodorus à Brakel, wiens geschrift „De trappen des geestelijken levens" veel gelezen is. Van jongsaf woonde de vreze des Heeren in de jonge Wilhelmus. Hij studeerde aan de hogeschool te Franeker, en, vermoedelijk nadat hij te Franeker reeds afgestudeerd was, ook aan de Utrechtse universiteit. Het laatste zal wel geweest zijn met de uitgesproken bedoeling om nog een tijdlang het onderwijs van de grote Voetius te genieten. Na zijn studiën voltooid te hebben en door de Friese kerken tot de Evangelisatiebediening te zijn toegelaten werd hij 27 juni 1662 predikant te Exmorra in Friesland.
Hij was toen nog ongetrouwd maar aan zijn ongehuwde staat kwam een einde, toen hij op 29 maart 1664 met Sara Nevius in de echt werd verbonden. Deze Sara Nevius, te Zoelen in Gelderland geboren, was reeds weduwe. Toen zij 17 jaar oud was trouwde zij met ds. Henricus Vegen, die zij echter reeds binnen de tijd van 3 jaren verloor. Toen zij zich daarna in Utrecht vestigde werd zij bevriend met de bekende Anna Maria van Schurman met wie ook de vader van Wilhelmus à Brakel bevriend was. Dit leidde er toe, dat de predikant van Exmorra in kennis kwam met de jonge weduwe en deze kennismaking had tot resultaat, dat zij samen in het huwelijk traden.
Sara Nevius was een zeer begaafde en vrome vrouw. Zij overleed 24 januari 1706 in de ouderdom van 73 jaren. Na haar dood gaf Brakel een boekje uit, door haar geschreven en door hem schijnbaar toevallig na haar sterven ontdekt. Het draagt tot titel „Een aandachtig Leerling van den Heere Jezus, door Hem zelf geleert, zonder hulp van Menschen". Uit dit kleine boekje straalt ons van iedere bladzijde haar tere godsvrucht tegen.
Nadat Brakel nog in Stavoren en in Harlingen predikant was geweest, werd hij in 1673 te Leeuwarden beroepen, welk beroep hij aannam. De kerkeraadsnotulen van Leeuwarden, gedateerd 17 november 1673, vermelden het volgende: „Onze geliefde Mede-broeder D. Wilh. à Brakel sijne inleijdings-Predikatie heden gedaan hebbende, is van de vergaderinge met hartelijcke zegenwenschinge verwellekoomt, en heeft voor de eerste reijsse sessie genomen". In de Friese hoofdstad heeft Brakel 10 jaren mogen werken. Hij maakte er in de laatste paar jaren een moeilijke periode door, niet door moeilijkheden in de gemeente doch door een conflict met de Overheid. In een tweede artikeltje willen we hier nog even op terugkomen. Na een zegenrijke arbeid van ongeveer 21 jaren in Friesland vertrok hij in 1683 naar Rotterdam, waar hij op 21 november werd bevestigd. In de Maasstad heeft hij 28 jaren mogen werken met collega's als Eversdijk, Hellenbroek, Dinant en Fruytier, die allen een zeer goede naam hadden. Ook hier werd de strijd hem niet bespaard, want ook in Rotterdam kwam hij in een hevig conflict met de stedelijke Overheid. Ook op dit conflict willen we in een volgend stukje nog even terugkomen. In de laatste jaren van zijn leven had hij veel met ziekten te kampen, doch allerlei bezwaren en zelfs hevige pijnen verdroeg hij in stille onderworpenheid aan de wil des Heeren. Op zondag 30 augustus 1711 preekte hij voor het laatst, des morgens in de vroegdienst en nog eenmaal des namiddags in de Nieuwe kerk. Toen was hij reeds zo verzwakt, dat hij zich 's middags met een „sleetje" liet rijden terwijl hij door de koster geholpen moest worden de kansel te beklimmen. De volgende vrijdag, 4 september, was hij zo ernstig ziek, dat men elke dag het einde verwachtte. Maar hij bleef nog leven, soms met grote benauwdheden bezocht, totdat op vrijdag 30 oktober het einde kwam. In het laatste uur vóór zijn dood vroeg hem iemand, hoe het met hem was. Zijn antwoord luidde: „Heel wel; ik rust in mynen Jezus; ik ben met hem vereenigt; ik wagt maar dat hy kome; dog ik onderwerpe my met alle stilheid". Een poosje daarna sprak zijn schoonzoon, ds. van der Kluit, tot hem: „Myn lieve Vader! gedenk dat de Heere Jezus met de Kroone nu in de hand staat, en tot u zegt, Zyt getrouw tot de Dood, en ik zal u geven de Kroone des Levens: en hoewel het ons tot groote droefheid en smerte is, u te verliezen; wy konnen egter ons verblyden, dat wy u in den Gelove konnen nazien, als gaande door de Dood naar de Zalige Eeuwigheid". De stervende gaf door zijn gelaat en door zijn oogopslag te kennen, dat hij het verstaan had. Na enige ogenblikken ontsliep hij zacht en kalm en mocht hij ingaan in de vreugde zijns Heeren.
Vader Brakel is een man van bijzondere betekenis geweest en die nog spreekt nadat hij gestorven is. In een volgend artikel willen we nog zo het een en ander naar voren brengen.

A. (Apeldoorn) H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1961

De Wekker | 8 Pagina's

Wilhelmus à Brakel (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1961

De Wekker | 8 Pagina's