Verzegeld met de Heilige Geest (VI)

Verzegelen (3)
Wanneer een zegel op een brief, een koopakte of een testament staat, dan zegt dat zegel iets. Dat zegel is wel een dood ding op zichzelf, maar spreekt toch een taal en heeft een taak. Het waarborgt de inhoud van de verzegelde stukken. Die taal van het zegel is wel niet verstaanbaar voor het natuurlijke oor, maar is toch een taal vol zin. Vooral voor hen, wier namen staan in de verzegelde stukken.
De Heilige Geest is een levend Zegel. Die Geest spreekt en werkt. En zó, door dat spreken en werken, komen de verzegelden tot zekerheid dat zij verzegelden zijn. Maar dan moeten zij daartoe ook het nodige licht ontvangen en een open oor hebben voor dat sprekende Zegel.
Een stempel op een document spreekt een taal zonder woorden. Het zegt: dit document is waar, onschendbaar. Soms had een document ook een onderschrift. Het droeg ook wel de beeltenis van een persoon.
De Heilige Geest is de derde Persoon in de heilige Drieëenheid. Hij is het Zegel, waarmee God verzegelt. Dit levende, werkende, getuigende Zegel, verzegelt Zelf ook. Dit Zelf-getuigend Zegel ontvangen de kinderen des Heeren. Die Geest leert hen ook spreken en getuigen. Hij getuigt ook met hun geest dat zij kinderen Gods zijn.
De Heilige Geest is genoemd de „vorstelijke Zegelring", Die de gelovigen doet verstaan dat zij delen in het goed en in de gunst van de Vader. Hij is genoemd de „Huwelijksring" van de hemelse Bruidegom. Hij spreekt als zodanig van de liefde en de schoonheid, de trouw en de wederkomst van die Bruidegom. Door Zijn getuigen, inleiden in de waarheid, troosten, verlichten en spreken bevestigt Hij. Hij versterkt het geloof en doet het Woord der Waarheid, het evangelie der zaligheid verstaan. Hij getuigt ook in de gelovigen van het werk van de Vader en de Zoon. Die Geest bewerkt ook de zekerheid van de aanneming tot kinderen. Hij doet dit alles in de weg van het geloof, waarop wij, zo de Heere wil en wij leven, nog moeten wijzen. De bewustheid en de ervaring van de verzegeling staan dus niet los van het levend geloof.
Hieruit blijkt al duidelijk dat de kinderen des Heeren moeten waken tegen het bedroeven van de Heilige Geest, met Wie de Vader hen heeft verzegeld; waken tegen het bedroeven van de Heilige Geest, Die Zelf ook verzegelt (Efeze 4:30). Doen zij dit niet, dan kunnen zij met het geestelijk oor niet verstaan het spreken en getuigen van die Geest, van dat Zegel. De oprecht gelovigen moeten biddend achtgeven op wat het heilige Zegel is en doet.
Dit heilige Zegel zegt altijd weer, door en in al Zijn werkingen, bij het vervullen der beloften, bij het doen ervaren van de gemeenschap met God in Christus, dat de verzegelden het onschendbaar eigendom van God zijn. Wanneer de begenadigden met dit Zegel, biddend op de verzegeling letten, zullen zij er rijke vertroostingen van wegdragen. Het zien op het heilige Zegel geeft geloofszekerheid en geloofsuitzicht.
Een verzegeld testament moeten wij leren lezen en verstaan. Wij hebben daartoe ogen nodig en inzicht. Om tot zekerheid te komen dat wij verzegelden zijn, hebben wij meer nodig dan te weten: wij zijn kerkleden, verbondskinderen. Het gaat niet aan om te zeggen: wij zijn gedoopt, dus zijn wij verzegelden met de Heilige Geest. Allereerst is dus wedergeboorte door Gods Geest onmisbaar. Die wedergeborenen worden door die Geest begiftigd met geloof en zij worden door de Vader vastgemaakt in Christus. Zij worden met de Heilige Geest verzegeld en die Geest brengt hen tot zekerheid. God Zelf werkt die zekerheid dus door Woord en Geest. Verbroken kan nooit worden wat Hij heeft verzegeld. Gods eer is er mee gemoeid.
Wie een testament thuis krijgt, leest dat in het licht van het zegel. Naarmate de inhoud belangrijk is, wordt de inhoud gezien in het licht van het zegel en is het zegel van de grootste betekenis voor de inhoud. Wanneer de Heilige Geest in mij herscheppend werkt, mijn oog verlicht om het zegel te zien, zal ik ook Gods Testament leren lezen en verstaan. Wie wedergeboren is, is een nieuw schepsel. Die nieuwe schepsels hebben de Heilige Geest ontvangen. Door die Geest zijn zij Christus ingelijfd. De Vader heeft hen de Heilige Geest geschonken, ingedrukt, zoals Calvijn schreef. De Vader heeft die nieuwe schepsels verzegeld met de Heilige Geest. Door dat werkende Zegel geschiedt er dus veel in die nieuwe schepsels. Wanneer ik met verlichte ogen ontdekt het zegel, ingedrukt in mijn ziel en ik zo het Zegel zie en door de genade en de kracht van dat Zegel ondervinden mag dat ik verzegeld ben, dan geniet ik ook de zekerheid. Wanneer ik de Heilige Geest bedroef door mijn zonden, dan werp ik een schaduw, een donkerheid over het Zegel en ik kan ook niet goed onderscheiden wat het Zegel is en ook niet levendig ondervinden wat het Zegel werkt. Dan kan ik ook mijn naam niet goed meer lezen.
Heel dit werk des Heeren is heilig en teder. Een leven dicht bij de Heere en ver van de zonden, zal de godvruchtigen tot licht en troost zijn. Juist in een godvruchtig leven zullen wij er ook heilig naar staan door Gods Geest, in geloof, uit Christus te leven. Wij begeren dan veel vrucht te dragen tot lof en eer van de Vader. Uit mij kunnen geen geestelijke vruchten groeien. Alleen de zekerheid, welke gegrond is in Gods werk, in de bevestiging in Christus en de verzegeling met de Heilige Geest, is echt. Alle andere zekerheid is ongenoegzaam.

v.d.M.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen