Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verzegeld met de Heilige Geest (XVIII, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzegeld met de Heilige Geest (XVIII, slot)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook mij gegeven (3)
Wie in het geloof de werken van het heilige Zegel ervaart en de taal van het sprekende Zegel verstaat, zal troost ontvangen. In die weg leren de kinderen Gods ook meer of minder levendig verstaan dat zij verzegelden zijn en het Onderpand bezitten van de volle erfenis.
Wanneer wij delen in de bediening der genade, waardoor wij op het zegel mogen zien en zó het Testament mogen lezen, zullen wij licht ontvangen en zal ons hart verruimd worden in de Heere. In deze heiligdommen Gods wordt doorleefd: het is mij goed nabij God te zijn. In die nabijheid zouden wij altijd wel willen blijven en dat nabij-leven zouden wij altijd wel willen genieten, om op deze wijze Hem te dienen en te danken. Onze opdracht is echter om al onze gaven en krachten in dit leven aan te wenden tot lof van de Heere en tot heil van de naaste.
De verzegeling is vast en blijft vast, omdat zij werk van God is, maar de verzekering is in het hart van de levendgemaakte Sionieten verschillend in ervaring.
De bondelingen hebben ontvangen de heilige doop als een teken en zegel van het verbond der genade. In het leven bewijzen velen dat zij het verzegeld zijn met de Heilige Geest missen. Zich voor verzegelden houden alleen omdat zij gedoopt zijn, is misleidend. Dan wordt gebouwd op een zandgrond en bestaat het gevaar dat men zich bedriegt voor de eeuwigheid.
De Heilige Schrift spreekt duidelijke taal. Wanneer de Vader ons verzegelt met de Heilige Geest, Zijn Geest schenkt als Onderpand der volle erfenis, dan gaat dat toch niet buiten ons om; dan zullen wij toch ervaring hebben van het werkende en sprekende Zegel. De Vader verzegelt de Zijnen tot Zijn eigendom. Wanneer wij op zaligmakende wijze bearbeid worden, leren wij ons zonder God, in onze breuk kennen en zullen wij niet rusten aleer wij weer in gemeenschap met God kwamen. In en door ons zijn er dan heilige werkzaamheden des geloofs om met ervaring te weten Christus te zijn ingelijfd en zo tot kinderen Gods te zijn aangenomen. Wij zullen dan geen vreemdeling blijven van de heilige onderhandelingen en oefeningen des geloofs. Dat is immers de enige troost in leven en sterven om te weten dat wij naar ziel en lichaam het eigendom zijn van Jezus Christus en zo weer kind van God zijn geworden. Al die heerlijke en troostvolle ervaringen zijn geen gronden voor de zekerheid der zaligheid, maar zijn wel bewijzen dat wij bearbeid worden ten leven. Die ervaring, door Gods Geest, inspireert ons ook om meer en meer al onze gaven en krachten de Heere te wijden. Dat is ook de lust van ons hart dan geworden.
Ieder van ons moet toch wel ernstig bedenken hoe verschrikkelijk het is totaal vervreemd van dit werk Gods te leven en te sterven. Wie niet in Christus is vastgemaakt en niet is verzegeld met de Heilige Geest, zal in het gericht Gods niet kunnen bestaan. De verzekering ervan is wat anders dan de verzegeling door God, maar wij moeten toch in beginsel geloofswetenschap van deze zaken in ons hart bezitten. O, dat wij allen bewaard worden te bouwen op valse gronden. Het zal zo ontzettend zijn voor de eeuwigheid bedrogen uit te komen.
Het is een feit dat de kinderen des Heeren vaak in het zwart gaan. Allen leren met de psalmdichter verstaan; 'k ga in 't zwart, door rouw bezweken, om mijns vijands dwinglandij. Gedurig wordt dan gehoord: waar is uw God? Nodig is dan de oefening in de godzaligheid. De Heere is ook in de donkerheid Dezelfde voor Zijn volk. Levendig geloof is onmisbaar om getroost te verstaan: Wanneer ik in de duisternis zal zijn gezeten, zal de Heere mij tot een licht zijn. Dan vrezen wij niet in het dal der dikke duisternis, want dan weten wij dat de Heere met en bij ons is. Die oefening in de godzaligheid is onmisbaar om te leren dat wij verzegelden zijn. In de nabijheid van de Heere worden Zijn geheimen bekend gemaakt. De Heere ontsluit dan Zijn verbond. In de binnenkamer van de Koning wordt de gemeenschap met Hem levendig ervaren; dan zien wij Zijn schoonheid en wordt geleerd dat Hij onze Liefste is, van de Vader gegeven. Dan verstaan wij dat de Vader de innerlijke bewegingen van Zijn barmhartigheid geopenbaard heeft en wij leren ons overgeven aan Hem, Die zoveel gunst openbaarde.

In de praktijk van het leven zijn wij, wanneer wij behoren tot dat levende en beminde volk, er vaak ver vandaan. Er is meer een gaan door de duisternis dan een wandelen in het licht; er is meer een klagen over het gemis van de gemeenschap met de Heere, dan een roemen in het bezit van het heil en in de zekerheid ervan. Alleen door de voortgaande bediening der genade wordt geleerd dat de vastheid der zaligheid niet in ons ligt, maar in het werk des Heeren; Hij heeft de Zijnen vastgemaakt in Christus en verzegeld met de Heilige Geest. Wij moeten het Goddelijk Testament meer leren lezen in het licht van het heilige Zegel. Steeds moet worden bedacht dat alle weldaden alleen in Christus zijn en de bevinding van de toeëigening van de Geest nodig is om getroost door het leven te kunnen gaan. Gedurig moet gelet worden op het werkende en sprekende Zegel.

Wanneer het herscheppend genadewerk in ons is, dan zal er zijn een levende en besliste geloofskeus; dan is in ons geboren de levende, steeds levendiger lust om de Heere te vrezen; dan worden wij meer en meer met ons zelf bekend gemaakt en leren al pijnlijker verstaan dat onze levenswortel van nature totaal verdorven en dood is. Een radicale herschepping is onmisbaar om de Heere te leren vrezen. Wie bearbeid wordt ten leven zal geen geloofsrust en geloofsgrond vinden in eigen werk, maar niet rusten aleer de vaste grond, Christus, gevonden is. Daar gaat dan het heimwee der ziel naar uit. In de geestelijke worsteling zal gesmeekt worden om de heilgeheimen Gods te leren kennen. Al die geestelijke worstelingen zijn geen vrucht van ons natuurlijk bestaan, maar blijken van het werkende en sprekende Zegel. Alleen op die oefenschool der genade wordt ook geleerd hoe wij vastgemaakt zijn in Christus en hoe het werkende en sprekende Zegel ook de verzegeling tot verzekering leert verstaan.
Laten wij er dus goed op letten of het goddelijke Testament ons insluit als verzegelden en erfgenamen, of niet. Dan zal de Heere ook wel eens schenken dat wij mogen mijnen en ervaren dat een schone erfenis ons deel werd en wordt. In dat alles, schoon soms de nacht zwart is en de strijd zwaar, beleven wij zalige tijden en zoete liefdesuitlatingen van de Heere. Ook zekerheid. Ook heimwee naar de volle verlossing. Midden in de branding mogen wij het hoofd dan weer opheffen en onze Zaligmaker uit de hemel verwachten. Daarom weest gesterkt gij die God zoekt in al uw zielsverdriet. „Schept moed, mijn ziel, die Redder leeft. Hij is 't Die u dit leven geeft; Hij hoort de klacht der diepte".

v.d.M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1962

De Wekker | 8 Pagina's

Verzegeld met de Heilige Geest (XVIII, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1962

De Wekker | 8 Pagina's