Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ons nieuwe jaarboek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons nieuwe jaarboek

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verschijning
In de tweede week van april verscheen het Jaarboek 1962 van onze kerken. De verschijning van het Jaarboek is altijd weer een gebeurtenis, die een artikel in ons kerkelijk orgaan verdient. We worden in het Jaarboek toch geconfronteerd met ons kerkelijk leven zoals het reilt en zeilt. In de vermelding van de kerkelijke adressen, de ledentallen van de plaatselijke kerken, de gedeputeerden van de dertien classes, de samenstelling van de diverse deputaatschappen, het plaatselijke verenigingsleven, de kerkelijke pers neemt het kerkelijke leven van elke dag gestalte voor ons aan. Wie er zelf bij betrokken is — en welke ambtsdrager en echt meelevend kerklid is er niet bij betrokken? — ziet min of meer eigen foto in het kerkelijk handboek. Al die cijfers en namen zijn geen dorre opsomming, die niets zeggen. Maar ze beginnen voor ons te leven, als we ze bestuderen en vergelijken. Op deze wijze functioneert het kerkelijke leven. Meer nog — van al dit menselijk werk, klein en gering naar wereldse maatstaf gemeten, bedient zich de Koning der Kerk om Zijn Kerk te bouwen, te bewaren en te vermeerderen. We begroeten daarom de verschijning van dit Jaarboek weer met blijdschap, danken de redactie voor het werk aan het klaar maken van dit Jaarboek besteed en gaan het weer met liefde gebruiken.
Het Jaarboek 1962 telt 200 bladzijden, nog 8 meer dan het vorige. De samenstelling en verzorging is gelijk aan die van de vele na-oorlogse voorgangers. De corresponderende kerken van Canada en Australië worden wat lettertype betreft nu gelijk behandeld. Iets nieuws is de opname van de lijst van verenigingen van de Free en Old Chr. Ref. Churches. Het Jaaroverzicht is weer van de hand van ds Maris, die dit reeds vele jaren verzorgt. De twee andere artikelen zijn echt op hun plaats in een Jaarboek. Prof. Hovius schrijft over de Generale Synode en ds V. d. Klis geeft lekegedachten over kerkbouw. Elf foto's van jubilerende of gestorven dienaren des Woords sieren dit boek. Overbodig feitelijk om het nog eens te schrijven, maar het blijkt nodig: in elk gezin van onze kerken, dat op de hoogte wil zijn en blijven met ons kerkelijk leven behoort dit Jaarboek een plaats te hebben. Elke ambtsdrager behoort in het Jaarboek thuis te zijn. De barometer van de liefde tot eigen kerkelijke leven is in de regel de kennis van het Jaarboek.

Opmerkingen
Ook bij de verschijning van dit Jaarboek zijn weer allerlei critische opmerkingen te maken. Het is voor de redactie jammer dat het Jaarboek steeds verschijnt na of vlak voor de voorjaarsvergaderingen van de classis. Dientengevolge moeten in de regel direct weer wijzigingen worden aangebracht. Maar een verschijningsdatum, die ieder bevredigt, zal wel moeilijk te vinden zijn.
Het is te betreuren dat er telkens weer drukfouten juist in het Jaarboek voorkomen. Ook dit Jaarboek is hier niet aan ontkomen. We noemen er een paar. Het tel.nr. van de Ulrumse pastor is volgens pag. 13 497, maar volgens pag. 30 479. De scriba van Steenwijk woont volgens pag. 24 op nr. 51, maar volgens pag. 41 op nr. 55. Op pag. 36 onder Franeker missen we de eerste voorletter van de Sneker predikant. Dezelfde behandeling ondergaat op pag. 169 de dominee van Lisse. Op pag. 159 wordt de naam Boertien gereduceerd tot Bortien. Maar dit zijn kleinigheden, die overigens als het tel.nrs. betreft veel last kunnen veroorzaken een jaar lang.
Bij de belangrijke kerkelijke data zijn de vergaderdagen van de Part. Synodes heel gewoon overgenomen uit het Jaarboek van het vorige jaar. Ze kloppen dan ook helemaal niet op de opgegeven data bij de gegevens van elke Part. Synode. Dat had anders gekund. Eenzelfde methode is toegepast bij de vermelding van deputaten voor Steunverlening aan kerken in de drooggelegde polders en Evangelisatiedeputaten. De gegevens van vorig jaar zijn aangehouden terwijl de lijst van gegevens van de Part. Synode anders uitwijst. Het is jammer dat deze gegevens niet helemaal kloppen met elkaar. Op pag. 94 wordt de secr. van Dep. voor Eenheid Geref. Bel. nog in Apeldoorn-Z. geplaatst evenals vorig jaar. Ook hier geen correctie aangebracht.
Eveneens wordt bij de gegevens van de Part. Syn. van het Oosten vermeld wie assessor was van de P.S. omdat dit in 1961 ook vermeld werd, daar toen de scriba van 1960 uit het ressort van het Oosten was vertrokken. Nu had er weer gewoon scriba kunnen staan. Dan was de naam juist vermeld geweest.
Op pag. 7 had de vermelding van Ens achterwege kunnen blijven. Dit is geen station meer. Op blz. 39. wordt dan ook niet vermeld dat Ens een station is hoewel naar deze pagina werd verwezen.
Jammer is ook dat niet voldaan is aan het verzoek om een uniforme lijn te trekken in de vermelding van de telefoonnummers van predikanten en scriba's. De T achter de naam van elke predikant zonder vermelding van het kengetal doet vreemd aan.
Tenslotte besluiten we deze critische opmerkingen met te wijzen op pag. 174 waar ds Maris in z'n lezenswaardig en betrachtenswaardig jaaroverzicht schrijft: Wat het landelijke Evangelisatiewerk betreft, dit volgt vooral de ontwikkeling in de nieuwe polders. Dat is een vreemde zin. Evangelisatie- en polderdeputaten zijn twee afzonderlijke deputaatschappen sinds 1953! Het is dan ook beslist onjuist om het zo te stellen als hier gebeurt. Evangelisatiedeputaten houden zich niet bezig met de ontwikkeling in de nieuwe polders. Ze hebben andere problemen. Gewezen had kunnen worden op de ter hand genomen kadervorming.

Verloop
Bijzonder blij zijn we met het statistisch overzicht van 155 kerken — 90% van het geheel — waaruit duidelijk wordt het ,,verloop" van onze kerken. Jammer dat 10% van de kerken de gevraagde gegevens niet inzonden.
Men moet haast aannemen dat deze 10% in ledental is achteruitgegaan. Immers de 155 kerken vermeerderden samen — Sliedrecht er bij gerekend — met 1221 leden, terwijl de werkelijke vooruitgang volgens het statistisch overzicht op pag. 89, 1172 leden is. De overige kerken gingen dus samen met 49 leden achteruit.
Opmerkelijk is dat er 662 doop- en belijdende leden uit andere kerken overkwamen en een even groot aantal onze kerken verliet. Dat is wel heel „toevallig". Overigens tekent dat onze kerkelijke positie. We staan in een zeker midden, met al de voor- en nadelen hiervan. Er kwamen meer leden uit de Hervormde Kerk dan naar die kerk vertrokken: 260 tegenover 238; maar er gingen meer leden naar de Geref. Kerken dan uit die kerken overkwamen: 231 tegenover 189.
Wie deze cijfers gaat bekijken weet hoe de kerkelijke verhoudingen liggen. Er zijn leden, die geen verschil zien tussen Geref. en Chr. Gereformeerd en rustig vertrekken. Er komen ook leden uit die kerken die juist om duidelijk aan de dag getreden verschillen zich bij ons voegen. Deze divergentie maakt de vreugde en de moeite van ons kerkelijk leven uit.
Bepaald beangstigend zijn de cijfers over hen, die ,,uit geen kerk of groepering" overkwamen en hen, die vertrokken naar deze „groep". Er kwamen 67 leden, maar er vertrokken 109, terwijl verder nog werden afgevoerd — bestemming onbekend! — 244 leden. Deze cijfers moeten een onderwerp van gesprek zijn op kerkeraden en vergaderingen van ambtsdragers. Hier ligt ons zwakke punt. Zijn we nog een wervende of worden we langzamerhand een stervende kerk?
Wat doen we aan Evangelisatie? Ik ben erg bang dat ondanks verspreide opklaringen het algemene beeld nog erg somber is. Kunnen we niet evangeliseren? Kunnen we mensen „uit de wereld" niet opvangen? Hebben we alleen maar een boodschap voor inwendig gebruik en is onze boodschap niet bestemd voor de buitenwacht?
Deze vragen mogen ons niet loslaten. Het antwoord op deze vragen is zeer belangrijk. We kunnen om deze vragen niet meer heen.
Als we pag. 90 lezen van het Jaarboek 1962, dan hoor ik de bel luiden. U ook?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1962

De Wekker | 8 Pagina's

Ons nieuwe jaarboek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1962

De Wekker | 8 Pagina's