Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe moet het Avondmaal worden gevierd? (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe moet het Avondmaal worden gevierd? (II)

Kerkorde (264)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hebben gezien, dat het Convent van Wezel, 1568, tot de middelmatige dingen bij de Avondmaalsviering allereerst het zitten of staan rekende en vervolgens het lezen van Schriftgedeelten of het zingen van Psalmen. Tevens zagen we, dat het houden van toespraken opkwam toen de kerken in verval geraakten.
hans willen we de aandacht vestigen op een instructie van de classis 's-Gravenhage in 1899 ter synode onzer kerken ingediend, acta art 38. Deze instructie luidde: „De classis vraagt, of het met de heiligheid des avondmaals is overeen te brengen dat brood en wijn mede uitgereikt worden aan hen, die niet aan de tafel zelve, maar op de gewone zitplaatsen zijn gezeten". Hier vestigde de classis de aandacht op een gewoonte, vooral in het Noorden van ons land bestaande, waarbij aan de Avondmaalstafel alleen de predikant plaatsneemt (staat), of soms ook nog de leden van de kerkeraad, terwijl de andere Avondmaalgangers op hun gewone zitplaatsen in de kerk zijn gezeten of in enkele daarvoor bestemde banken. Bij de bediening van het Avondmaal gaan dan een paar ouderlingen de schalen met brood en de bekers rondbrengen. Ter synode van 1899 gaf docent van Lingen toelichting, waarna de synode de wenselijkheid uitsprak van het zitten aan een tafel bij de Avondmaalsbediening. In 1905 kwam nogmaals deze zaak op de synode door een instructie van de classis Dordrecht. De synode bleek echter ook toen niets voor een bindende bepaling te gevoelen; zij bleef weer bij het uitspreken van de „wenselijkheid" van het zitten aan een tafel. Later is deze zaak niet weer aan de orde gesteld. Uit bovenstaande blijkt, dat onze synoden ook deze kwestie tot de middelmatige dingen rekenden, hetgeen, naar we menen, juist gezien is. Twee opmerkingen moeten hierbij nog even worden gemaakt.
In de eerste plaats dat de inrichting van sommige kerkgebouwen zo is, dat het vrijwel onmogelijk is een behoorlijk grote Avondmaalstafel te plaatsen. In de tweede plaats dat het idee van een gemeenschappelijke maaltijd bij de hier beschreven gewoonte niet voldoende tot zijn recht komt, doch hier moet onmiddellijk aan worden toegevoegd, dat dit idee evenmin voldoende tot zijn recht komt als er meer „tafels" zijn, zoals men het dan uitdrukt. Hiermede wordt echter aan de „heiligheid des avondmaals" niet tekort gedaan.

Een andere vraag is of het gebruik van een afzonderlijke beker voor iedere Avondmaal-ganger ook tot de middelmatige dingen behoort. Deze vraag heeft al heel wat stof doen opwaaien. Er zijn vele kerken waar men deze afzonderlijke bekers kent, maar andere kerken staan er afwijzend tegenover en willen alleen bij ernstig besmettingsgevaar van de bestaande gewoonte afwijken. Zowel de voor- als tegenstanders hebben hun argumenten. Het zou ons te ver voeren hier breedvoerig op deze kwestie in te gaan. We mogen misschien wel volstaan met het volgende. Onze gereformeerde vaderen hebben zich dikwijls bezig gehouden met het gevaar van besmetting bij het drinken uit één Avondmaalsbeker. Ze hebben, wanneer deze zaak ter sprake kwam op de synoden, altijd geadviseerd, dat melaatsen en kankerpatiënten gerust aan het Avondmaal mochten deelnemen, maar dat zij dan aan het einde van de tafel moesten plaatsnemen en het laatst uit de beker moesten drinken, waarna de bekers goed gereinigd moesten worden. Slechts één uitspraak zij hier vermeld. Op de nationale synode van Middelburg, 1581, was de vraag ingekomen: Op wat wijse de melaetschen ten Avondmaele des Heeren toe te laten zyn? Is gheantwoordt: Dat mense sal laten communiceeren of in een hoeck des Tempels alleene daert gheschieden can. Ofte aen de ghemeene tafel, ten alderlaetsten, art. 53. Onze vaderen losten de moeilijkheid dus in bovengenoemde zin op.
Maar er zijn ook voorbeelden, dat men vanwege het besmettingsgevaar van afzonderlijke bekers gebruik maakte. In 1564 brak in Chiavenna (nu Italië), waar een van de bekendste gereformeerde theologen, n.l. Hieronymus Zanchius, predikant was, een pestepidemie uit. In die tijd werd ook Avondmaal gevierd. Welnu, in een brief aan Bullinger, d.d. 28 april 1564, schrijft Zanchius: „Te Chiavenna heeft de pest in weinig weken 108 personen opgeëist. De preken en ook het Avondmaal werden onder de vrije hemel gehouden. Allen hebben gedronken van één wijn, maar ieder heeft zijn eigenbeker meegebracht. Wij werden allen door deze Avondmaalsviering zeer getroost". We laten deze zaak nu verder rusten, om te besluiten met de opmerking, dat het o.i. meer in overeenstemming is met de instelling van het Avondmaal om een gemeenschappelijke beker te gebruiken dan afzonderlijke bekers.
Worden er twee of vier of soms misschien zes bekers gebruikt, dan gaat toch in deze gevallen het gemeenschappelijke niet geheel teloor, maar dit is o.i. wel het geval wanneer iedere Avondmaalganger zijn eigen beker meeneemt.
Het spreekt vanzelf dat over deze kwestie nog veel meer te zeggen valt, maar het bovenstaande lijkt ons nu voldoende.

A.(Apeldoorn), H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1962

De Wekker | 8 Pagina's

Hoe moet het Avondmaal worden gevierd? (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1962

De Wekker | 8 Pagina's