Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe moet het Avondmaal worden gevierd? (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe moet het Avondmaal worden gevierd? (III)

Kerkorde (265)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het eerste gedeelte van artikel 62 van de Kerkorde handelt, zoals we zagen, over middelmatige dingen bij de Avondmaalsviering. ledere kerk is ten dien aanzien vrij de Avondmaalsviering zo in te richten, als naar haar oordeel het meest tot stichting der gemeente dienen kan. Maar dan zegt de Kerkorde in het tweede gedeelte van dit artikel: met dien verstande, dat de uitwendige ceremoniën, in Gods Woord voorgeschreven, onderhouden worden en dat het Formulier van het Avondmaal, en het daarin opgenomen gebed zal worden gebruikt. Over deze z.g.n. noodzakelijke dingen willen we dan in het kort nog iets zeggen.
Het Convent van Wezel, 1568, rekende tot de noodzakelijke dingen het gebruik van gewoon brood: wij oordelen voorts dat in alle kerken gewoon brood en niet een bijzonder soort of ongezuurd brood of iets anders zal gebruikt worden, dat naar bijgelovigheid smaakt, Cap. VI, 14.
Blijkbaar waren er hier en daar nog roomse gewoonten blijven voortleven, zoals het gebruik van ouwels of van ongezuurd brood, zoals de Israëlieten moesten gebruiken bij de Paasmaaltijd. De volgende synoden spraken zich in dezelfde zin uit, maar het kostte toch wel enige moeite om een einde te maken aan de ingeroeste gewoonten. Dit blijkt b.v. uit wat de nationale synode van Dordrecht, 1578, uitsprak: Alle Kercken sullen daerna trachten datse ghemeyn broot ghebruycken. Daer het nochtans noch niet ghebruyckelick is sal daerom niemant eenighen twist aenrichten.
Nog een andere zaak rekende het Convent van Wezel, 1568, tot de noodzakelijke dingen, n.l. het breken van het brood. Dit staat natuurlijk met het eerder genoemde in verband. Bij de roomse Avondmaalsviering had men geen gewoon brood maar ouwels en deze werden niet gebroken. De kerken der Reformatie verwierpen het gebruik van ouwels en verordineerden, dat er gewoon brood moest worden gebruikt, maar dit moest dan ook worden gebroken. Het Wezelse Convent sprak zich aldus uit: Wij zijn van oordeel, dat de breking des broods alleszins noodzak lijk is, omdat die door Christus klaarlijk is ingesteld en onder de Apostelen en de gehele oudere kerk niet zonder de gewichtigste oorzaken is onderhouden worden. Cap. VI, 12. Over de wijze van breken kwam echter onenigheid. De gewoonte was, dat men het brood in repen sneed die op de Avondmaalstafel plaatste, waarna de predikant bij de bediening van het sacrament de repen brak. Maar daar waren drijvers, die dit veroordeelden. Zij eisten, dat bij de bediening van het Avondmaal een geheel brood zou gebroken worden. Deze kwestie kwam op de nationale synode van Middelburg, 1581. Part. vr. 51 luidt: Alsoo aenghegheven is van eenighen die dryven datmen het broot inden Avontmale niet behoort in langhe stucken te snijden ende daer na te breecken maer van gheheele brooden, is ghevraecht ofmen hier inne ijet veranderen sal? Maar het antwoord der synode was: Datmen sal blijven bij tgemeene ghebruijk der Neder-landtsche kercken, ende die conctrarie doen, vermanen.
We laten nu allerlei vragen ten aanzien van de wijze van Avondmaalsviering rusten, om alleen te herhalen, dat wat God in Zijn Woord voorschrijft zeker onderhouden moet worden, zoals het breken van brood en het vergieten van wijn, enz., hoewel onze vaderen eenstemmig van mening waren, dat in zeer bijzondere gevallen ook zeer bijzondere maatregelen moesten worden genomen. Als voorbeeld herinneren we aan het feit, dat de eerste protestantse emigranten uit Frankrijk in Amerika daar geen wijn konden krijgen, omdat de wijnstok daar onbekend was. In hun verlegenheid schreven ze naar Calvijn om raad. Deze antwoordde hun, dat, als er geen wijn te krijgen was, het geoorloofd was een andere drank te nemen, omdat de geestelijke genieting van het sacrament niet aan een bepaalde drank gebonden was. Analoog hieraan is, om nog een voorbeeld te noemen, de beslissing, die in vroeger eeuwen de kerkeraad van Batavia nam inzake de weigering van de predikant van Banda om het Avondmaal te bedienen omdat er geen tarwebrood te krijgen was. De kerkeraad sprak toen uit, dat in zulk een geval, een ander volksvoedsel, bijv. rijstkoekjes, mocht worden gebruikt. Dit was het algemeen gevoelen van onze vaderen, zoals blijkt uit wat Voetius hieromtrent mededeelt als hij in den brede over de bediening van het Avondmaal handelt, Pol. Eccl. I, p. 732 (quaestio 5).

A.(Apeldoorn), H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1962

De Wekker | 8 Pagina's

Hoe moet het Avondmaal worden gevierd? (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1962

De Wekker | 8 Pagina's