Ondertrouw

„En Ik zal u Mij ondertrouwen " Wat gaat de HEERE nu doen? Gaat Hij al Zijn vroegere bedreigingen herroepen? Gaat Hij met Israël toch weer een huwelijk aan, nadat Hij eerst de band met Zijn volk volledig heeft doorgesneden?
Hoe slecht Israël het er afgebracht heeft, wordt ons reeds in het begin van Hosea's profetieën onthuld. Hosea's eigen huwelijksleven moet dienen om het veroordelende woord des HEEREN kracht bij te zetten. Zoals Gomer hem ontrouw is, zo is Israël — de vrouw van de HEERE — ontrouw jegens haar wettige Man (1 : 2).
Eens heeft de HEERE met haar het huwelijk gesloten: het verbond. Hij heeft haar al de liefde van Zijn hart gegeven. Hij heeft haar uit Egypte gebracht in Kanaan. Hij gaf haar koren, most en olie. Hij vermenigvuldigde haar het zilver en het goud (2:7). Hij heeft haar steeds op de handen gedragen.
Maar zij heeft zich verkocht aan andere mannen, aan de afgoden. Ze heeft Gods liefde veracht.
Daarom is die gekrenkte liefde Gods geworden tot een verterend vuur. Geweldige krachten van toorn en gericht komen reeds in de eerste hoofdstukken van Hosea los. De HEERE beschouwt dit volk niet meer als Zijn volk. Hij zal er Zich niet meer over ontfermen. Hij werpt het van Zich af in de ballingschap.
Maar hoe kan de HEERE dan nu zeggen: „Ik zal u Mij ondertrouwen "? Is Hij een God van ja en neen? Denk dat niet! De tien stammen van Israël, onder wie Hosea heeft gepredikt, hebben ervaren, dat de HEERE het meent met Zijn bedreigingen. Voor het merendeel zijn zij in de ballingschap ondergegaan.
Hier speelt echter door Hosea's profetieën de schone gedachte, die door andere profeten duidelijk wordt uitgesproken: Een rest wordt behouden! Een deel van Israël zal zich onder de slaande hand van God bekeren. Voor die bekering zal de HEERE Zelf zorgen. We houden ons letterlijk aan de woorden van Hosea als we zeggen: In het gericht lokt de HEERE Zijn ontrouwe vrouw om terug te keren. Hij slaat haar wel hard, maar juist dit slaan is een openbaring van Zijn liefde (2 : 13 en 14). Juist zo zegt Hij, dat zij niet van de minnaars is, maar van Hem! Zó werkt Hij in haar hart het ware berouw.
En met deze vrouw, die schuldbelijdend tot Hem wederkeert, zal de HEERE weer een nieuw huwelijk aangaan. „Ik zal u Mij ondertrouwen " Tot driemaal toe zegt de HEERE het. Dat is ook wel nodig, want het is bijna niet te geloven! „Ik zal u Mij ondertrouwen " Dit betekent, dat de HEERE geenszins meer zal spreken of denken over haar zondig verleden. Het betekent dat de HEERE haar zonden volkomen uitdelgt. Van ,,ondertrouw" spreken we immers slechts, wanneer een man een zuiver, rein meisje maakt tot zijn bruid. Dan is er nog geen sprake van een zondig huwelijksverleden. Ondertrouw, d.i. de tedere verhouding van het eerste begin. De HEERE zegt dus: Israël, Ik neem u tot bruid, alsof er geen zondig huwelijksleven is geweest. Dat verleden bestaat voor mij niet meer. Ik geef me weer aan u, zoals een man zich geeft aan zijn jonge bruid. Zonder voorbehoud, voor eeuwig!
Een heerlijke belofte, die niet alleen betekenis heeft voor het volk in Hosea's dagen! Deze belofte is zeker niet geheel vervuld bij de terugkeer uit de ballingschap. Hier wordt een veel wijder uitzicht geopend. Hier spreekt de profetie reeds over de tijd van de Messias. Met de komst van Gods Zoon in menselijk vlees, breekt voor Israël — en voor de volkeren — pas werkelijk de nieuwe bruidstijd aan. Op Golgotha delgt God, door het bloed van Christus, definitief de zonde van Zijn volk uit. En zijn diepste vervulling zal deze belofte ontvangen bij de wederkomst van Christus. Dan vangt de bruiloft des Lams aan! Dan mag de bruid, geheel gereinigd van haar zonden, eeuwig bij haar Bruidegom zijn!
Ongetwijfeld worden hier de diepste tonen van het evangelie aangeslagen. Een vrouw, die echtbreuk op echtbreuk heeft gestapeld! Maar nu ze zich bekeert, ziet de HEERE haar zelfs niet donker aan. Het verleden is volledig uitgewist door het bloed van het Lam. Ze wordt Zijn jonge, stralende bruid.
Dit is nu precies het evangelie, dat wij nodig hebben midden in de worsteling van het geloof. De werkelijkheid van onze zonde kan ons wel eens alle vrijmoedigheid en vreugde des geloofs ontnemen. Ach, mijn schuld! Mijn huwelijksontrouw! Maar de HEERE wil treurenden vertroosten. Hij zegt: U moogt delen in het nieuwe begin, dat ik in Christus maak met mijn schuldige vrouw. Ik wil Mij u ontfermen en het verleden volledig vergeten. Machtig evangelie voor allen, die zich voor Gods aangezicht telkens moeten schamen over hun afgoderij!
Neen, dit evangelie is geen vrijbrief om nu maar naar hartelust te zondigen. Hosea's bedreigingen zijn nog van kracht. In felle toorn verteert God allen, die zich niet van de afgoden bekeren. Israël zocht welvaart en geluk buiten de HEERE om. Hoe velen leven vandaag uitsluitend bij de goden van de welvaartsstaat? Wanneer wij ons niet bekeren en schuldbelijdend terugkeren tot onze eerste Man, zullen we met onze goden vergaan.
Maar het hart, dat de afgoden niet meer dienen wil, en schuldbelijdend knielt voor de HEERE, behoeft niet te vrezen. ,,Ik zal u Mij ondertrouwen " Het nieuwe begin van Golgotha is waar. Het zet zich eeuwig voort in de bruiloft des Lams.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen