Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verbeid de Heere

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verbeid de Heere

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo Hij vertoeft, verbeid Hem; want Hij zal gewisselijk komen; Hij zal niet achterblijven. Habakuk 2 : 3b.

Dit is een woord van troost en bemoediging voor het volk des Heeren in donkere omstandigheden.
Zo Hij vertoeft. De Staten-vertalers hebben er reeds op gewezen, dat we ook kunnen lezen: zo het vertoeft. Dan ziet het op de vervulling van wat de Heere beloofd heeft. Dit komt op hetzelfde neer. We houden ons aan: zo Hij vertoeft. Zie ook Hebr. 10 : 37.
Er is van vertoeven sprake, b.v. wanneer iemand op zich laat wachten.
Hier gaat het er om, dat de Heere vertoeft. Hij heeft beloofd te komen. Hij wordt verwacht, naar Zijn komst wordt uitgezien, doch Hij blijft nog achterwege.
Dat is een pijnlijke ervaring. Habakuk wist ervan. Hij schreeuwde al lang en de Heere hoorde niet, hij riep geweld en de Heere verloste niet. 't Volk was in nood en er was geen uitkomst te zien. En toch had de Heere verwachting gegeven. De Schrift is er vol van. Steeds weer blijkt, dat de Heere vertoefde.
Gods kinderen doen nog telkenmale deze ervaring op. De Heere roept met een krachtdadige roeping, Hij geeft verwachting. Maar zo menigmaal blijft er bekommernis over. De Heere spreekt allerlei troostrijke beloften uit. Doch vaak is er niets van te zien, dat de Heere Zijn woord ook vervult. De wegen, die de Heere met de Zijnen gaat, zijn dikwijls zo donker.
Er is nog veel meer te noemen, maar we moeten ons beperken.
Gods kinderen klagen, ze zijn de zonde moe en toch zijn ze nog niet aan het einde van hun strijd. De kerk zucht en de Heere vertoeft.
De Heere stelt wel zwaar op de proef. Het ongeloof krijgt zijn kans en zegt: er komt niets van terecht. Twijfelmoedigheid doet vrezen. Verwachtingen worden afgebroken. De Heere vertoeft. Hij beproeft.
Hij doet dit uit wijze bedoelingen. Hij kan niet komen, zolang het Zijn tijd nog niet is. Hij vergeet echter niet, wat Hij beloofd heeft. Hij wil juist voorbereiden op Zijn komst. Hij wil leren Hem te verbeiden.
Er is nog genoeg reden om te verbeiden. De Heere dringt er Zelf op aan als de Onveranderlijke en Getrouwe, Die het heil van Zijn volk op het oog heeft. Al Zijn beloften liggen vast in Christus, in Wien Hij alleen komen kan in Zijn gunst. Hij gaf Zijn "toezeggingen vrijwillig, in Zichzelf bewogen. Hij is aan Zijn woord gebonden. Zou Hij het zeggen en niet doen? Zou Hij spreken en het niet bestendig maken?
In de Zijnen is oorzaak genoeg, dat de Heere niet komt, dat Hij achterwege blijft. Zij verzondigen het voortdurend. Zij zijn ontrouw. Maar de Heere ziet hen aan in Christus en daarom kan hij niet van Zijn volk af.
De Heere liet het gezicht, dat Hij aan Habakuk tot troost gaf, optekenen. Hij moest het op een duidelijke plaats opstellen, zodat ieder het zou kunnen lezen. Hij komt nu door Zijn woord en door Zijn Geest schrijft Hij dat op de tafel van het hart. Hij doet het alles met dezelfde bedoeling, namelijk, dat men Zijn toezeggingen zou verstaan en op de vervulling daarvan zou wachten.
Verbeid Hem. Zo spreekt de Heere. Hij houdt Zich bezig met het heil der Zijnen. Hij had gedachten des vredes. Hij zond Zijn Zoon in de wereld. Hij liet Hem alles volbrengen. Zo kan Hij spreken: verbeid Hem.
Het is een moeilijk werk de Heere te verbeiden. Het gaat er om aan de Heere en aan Zijn woord te blijven vasthouden, ook als de Heere nog niet komt om Zijn woord te vervullen. Het vraagt vertrouwen des harten, dat de Heere zal komen naar Zijn woord.
Verbeiden van de Heere vraagt de gehele mens op. Het zal alleen gaan, wanneer er nieuw leven in het hart is, door de voortdurende kracht van de Heilige Geest. Het wordt het meest beoefend in de druk, als alle verwachting wordt afgebroken. Dat gebeurt juist door Gods werk in het hart. Dat doet aan de Heere vasthouden, ook als alles ontvalt.
Het verbeiden schijnt vaak tevergeefs. Het is geen wonder, dat alles van binnen en buiten zegt: de Heere komt niet.
De Heere houdt er rekening mee en laat zo getuigen: Hij zal gewisselijk komen. Hij zal niet achterblijven. Hij komt, niet te vroeg, niet te laat. Hij komt zéker.
In zekere zin is Hij al gekomen. Hij is met de Zijnen. Hij slaat hen in gunst gade, bewaart hen onder alle omstandigheden, onderhoudt het werk Zijner handen. Hij is gekomen in Zijn toezeggingen. Ook in de vervulling van veel, wat Hij eens beloofd had. Hij is gekomen tot de Zijnen in Zijn opzoekende liefde, in al Zijn arbeid aan Zijn volk tot op dit ogenblik.
Hij zal nog blijven komen, totdat Hij alles gedaan heeft, wat Hij gesproken heeft. Hij zal voortgaan zondaren te bekeren. Zijn volk te leiden en te bevestigen. Hij zal eens wederkomen.
Het staat hier duidelijk: Hij zal gewisselijk komen.
Het is, of de Heere zo sterk mogelijk wil uitdrukken, dat op Zijn komst kan worden gerekend, dat Hij het alles zal welmaken.
Hij vertoeft wel, maar Hij zal toch niet achterblijven. Hij komt op Zijn tijd en wijze. Hij laat Zich door niets weerhouden. Hij laat Zich door niets beïnvloeden. Hij handelt naar de wijsheid van Zijn raad.
De Heere is getrouw, want hij is de HEERE, Die niet liegen kan. Het is Zijn welbehagen om aan de Zijnen te gedenken. Hij heeft hen lief met een eeuwige liefde.
Hij zal gewisselijk komen. In Zijn komst brengt Hij alles mee. Hij schenkt Zich in Christus aan de Zijnen weg. Hij troost en ondersteunt op de weg des levens, Hij vernieuwt naar het beeld van Christus, Hij beschaamt de vijanden, Hij laat niet een van al de goede woorden, die Hij gesproken heeft op de aarde vallen. Hij geeft de wens van het hart. Hij maakt alles eeuwig wel.
De Heere spoort zo aan om Hem te verbeiden. Hij bekwaamt er Zelf toe door Zijn Geest.
Het gaat hier over het komen des Heeren in Zijn gunst. Dit houdt gelijktijdig in het komen ten oordeel voor alle vijanden en alle zonde.
Hoe zal het ons gaan, als de Heere komt? Zal het voor ons zijn ten zegen of ten oordeel? Vergeten we toch niet, dat we zonder wederbarende genade Hem niet kunnen verbeiden tot ons heil. Als we Hem hier niet leren verbeiden dan zal Zijn komst voor ons vreselijk zijn. De ernst daarvan moge onze harten opwekken om naar de Heere te vragen, nu Hij nog komt met Zijn woord en roepstemmen.
Welgelukzalig het volk, dat Hem verbeidt.

M. (Meerkerk) B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1962

De Wekker | 8 Pagina's

Verbeid de Heere

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1962

De Wekker | 8 Pagina's