Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik zal ...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik zal ...

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Genesis 3: 15a

We leven in een wereld die staat onder permanente dreiging.
Niet altijd wordt deze even sterk gevoeld. Men wil ze liever ook niet welbewust onder de ogen zien, want dan durft een mens niet verder te leven, men zou de moed verliezen!
Even hield de wereld de adem in toen de Cubaanse crisis een hoogtepunt scheen te bereiken. Het is weer meegevallen en. . . de beurs herstelt zich weer, het leven gaat gewoon door, het zal allemaal nog wel wat meevallen! En toch, al doet de mens van vandaag alsof het goed gaat, het pessimisme neemt bij velen de overhand. Wat heeft men nu in deze wereld van superbewapening en scherpe tegenstellingen nog voor goeds te verwachten?
Er is van de mens en de mensheid ook geen werkelijke vrede en blijvend goeds te verwachten!
Als het ene conflict amper bijgelegd is, staat het andere conflict weer in alle spanning en dreiging gereed!
Waarom dit alles in een wereld die zo anders zou kunnen zijn?
Omdat God ons in Zijn Woord hèt conflict laat zien, dat aan alle leed en nood, onrust en ellende ten grondslag ligt.
Wat is dit, dat gij gedaan hebt, zo treedt God de mens, de opstandige zondaar tegen in de morgenstond van Zijn schepping.
Om wat de mens gedaan heeft, zijn hoogmoedig verzet tegen God en zijn afval van Hem, die de bron is van alle leven en vrede, ligt de zware schaduw van de vloek en de nacht van de dood over deze aarde.
Geen werkelijke verwachting meer bij alles wat de mensheid in de loop der eeuwen onder Gods toelating en door Zijn barmhartigheid nog heeft kunnen en mogen doen en bouwen aan de toekomst van deze aarde!
Geen verwachting, al jaagt de mensheid voort, al droomt ze haar dromen, al menen we onze idealen wel te zullen bereiken!
En toch is er verwachting en toch is er toekomst!
Toch zal de eeuwige morgen opgaan over deze gevloekte aarde waar de vijandschap de mensheid verteert en de dood zijn triomfen viert!
Maar deze verwachting is niet gegrond in hetgeen de mens doet of zal doen!
Deze verwachting van de reddende verlossing, van Hem die een einde zal maken aan alle macht der zonde en daarom eens aan alle gevolgen van de zonde, ontspringt alleen aan dat machtige woord dat God spreekt in dit duister uur als de zondaar gedaagd wordt voor de levende God buiten de poort van het verloren paradijs: IK zal. . . !
Ik zal... God zal het doen. Hij zelf en Hij alleen!
Ik zal vijandschap zetten, Satans macht breken, zijn overwinning te niet doen, de kop van de slang vermorzelen!
Ik zal de Verlosser zenden. Hij komt, en na eeuwen van advent-verwachten stond zijn krib in Bethlehem en werd zijn kruis op Golgotha geplant! Hij komt om aan die nacht ten volle een einde te maken. Hij die de overwinning behaald heeft en als Triomfator weerkomen zal!
Verwachting, verlossing, leven en zaligheid, niet omdat wij iets zullen of kunnen, maar alleen omdat naar Gods welbehagen uit Zijn nooit te peilen liefde Hij gesproken heeft: Ik zal...
En Gods beloften hebben niet gefaald en zullen nooit falen!
Daarom leeft er in deze wereld zo uitzichtloos en dreigend ook in 1962 een volk, dat verwachting heeft, omdat het heeft leren leven uit het woord van Gods beloften, uit Zijn trouw, ja uit Hem die de verlossing reeds draagt in Zijn doorboorde handen!
Zeker er is veel dat ons in vrees benauwen kan, maar dat komt omdat we nog al te veel zo druk zijn met wat wij zullen en kunnen, dat er geen plaats is voor dat machtige wonder van Gods genade dat zeker is en onwrikbaar staat in Zijn belovend spreken: Ik zal...
Ik zal vijandschap zetten, zegt de Heere!
Maar ook: Ik zal het stenen hart wégnemen en u een vlesen hart schenken. Ik zal stromen gieten op het droge. Mijn geest op alle vlees!
En: wie tot Mij komt, die zal Ik niet uitwerpen, zegt Christus!
We gaan met Gods kerk de adventsweken binnen; het Kerstlicht straalt van ver.
Waar bouwt ge uw verwachting op?
Er is ook voor u geen verwachting tenzij ge met de schuld van uw leven en de uitzichtloosheid van uw zondaarsbestaan leert knielen, belijden en aanbidden in het geloof bij de krib van den enige en volkomen Verlosser Jezus Christus.
Dan ligt onze verwachting alleen, maar ook zeker in Hem, dat Kind, de overwinnende Koning, want God sprak: niet gij, maar Ik zal... !

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1962

De Wekker | 8 Pagina's

Ik zal ...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1962

De Wekker | 8 Pagina's