Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij de Toradja's en de Venda's

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij de Toradja's en de Venda's

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël. Luk. 2 ; 32.

Zo zong eenmaal de oude Simeon toen hij in zijn levensavond het kindeke Jezus in zijn armen mocht houden.
Door Gods Geest verlicht zag hij Het Licht, dat gekomen was in deze donkere wereld. Hij begreep iets van de betekenis van de Zaligmaker: want mijn ogen hebben Uwe zaligheid gezien, die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volkeren! (vers 30-31)
Simeon mag zien over de grenzen van zijn eigen volk en vaderland heen. Hij noemt in zijn voorzegging zelfs eeist de heidenen en daarna zijn volk Israël.
Dat was de bedoeling Gods met de zending van Zijn Zoon. Niet voor Israël alleen maar voor alle volken.
Dat gaat niet automatisch of onmiddellijk. De Heere werkt in Zijn Koninkrijk middellijk. Hij laat de boodschap van het Een licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël. Luk. 2 ; 32. Koninkrijk uitdragen door mensen, die Hij roept tot dit werk.
Zo zijn ook uit de kring van onze kerken mannen en vrouwen uitgegaan om te boodschappen het heil van Christus aan andere volken, dan die van Nederlandse stam. Mannen en vrouwen zijn heengegaan naar Toradjaland en zij mochten de naam van Christus daar uitdragen en de Heere heeft dat werk rijk willen zegenen. Er mag in het Toradjaland een kerk leven, mensen die Christus mochten leren kennen als hun Zaligmaker, Dien zij mogen toebehoren.
Laten we met dit Kerstfeest ook denken aan de Toradjakerk, welke kerk door vele verdrukkingen is heengegaan en zijn vele martelaren kent.
Als we aan de Toradja's denken, denken we aan Ds Geleynse.
Wij plaatsen hierbij een foto van Ds Geleynse, opdat alle lezers makkelijker aan hem kunnen denken. Op de dag, waarop we dit schrijven (7 dec.) heb ik een briefje van ds Geleynse ontvangen waarin hij o.a. schrijft:
„Hersteld heb ik het ziekenhuis mogen verlaten, maar ik moet het nog wat kalm aandoen. De voorgeschreven rust heeft mij uitermate veel goed gedaan en ik gevoel mij dan nu ook beter dan voorheen. Laten we hopen dat de Almachtige het alles wel moge maken en wij elkander in gezondheid mogen ontmoeten".
Aan zijn vrouw schreef hij dat hij op 27 nov. uit het ziekenhuis is ontslagen en dat hij op 18 dec. naar het vaderland hoopt te vertrekken en daar de 20ste dec. hoopt aan te komen.
Hij schreef ook aan zijn vrouw, dat het hem wel aan het hart zal gaan de kerstdagen zonder de Toradja's te moeten doorbrengen. Ik vermoed dat de Toradja's het ook wel jammer zullen vinden als Bapa Geleynse niet meer bij hen is en dat in de kring van de familie in Hilversum de vreugde groot zal zijn als man en vader weer in de kring mag vertoeven.
Laat er veel gebed zijn in onze kerken, dat de Heere de Toradja's moge zijn de Bapa Samawi, d.i. de Hemelse Vader.
Wij willen met de kerstdagen ook denken aan ons nieuwe zendingsterrein in Zuid-Afrika, het oosterlijke Vandaland, waar onze zendingsechtparen Helms, Floor en Rebel met hun gezinnen wonen en werken.
Door de droevige omstandigheden in Indonesië gedwongen, hebben onze kerken een nieuw zendingsveld gezocht en gekregen in het verre zuiden, en in de korte tijd waarin onze zendingsmensen daar werken heeft de Heere rijke zegen gegeven.
Evenals in Toradjaland kregen we in Transvaal een terrein waar anderen vóór ons hadden gewerkt. Dat is niet iets uitzonderlijks in het zendingswerk. Christus zelf zeide tot zijn discipelen, toen hij in het land der Samaritanen was: Ik heb u uitgezonden om te maaien hetgeen gij niet bearbeid hebt; anderen hebben het bearbeid en gij zijt tot hun arbeid ingegaan. (Joh. 4:38).
Met dankbaarheid gedenken we aan de trouwe arbeid van Prof. H. du Plessis, die als zendingspredikant in het Vendaland vele jaren met onuitputtelijk geduld heeft gewerkt en aan de laatste zendingspredikant van Die Gereformeerde Kerk van Zuid-Afrika, die in het Oostelijke Vendaland heeft gezaaid en gezaaid, Ds J. A. van Rooy. Tot hun arbeid zijn onze zendingsmensen nu mgegaan en ze mogan maaien en zaaien tegelijk, tot hun grote vreugde en mogen ervaren wat Christus zegt: En die maait, ontvangt loon en vergaart vrucht ten eeuwige leven, opdat zich tezamen verblijde beide die zaait en die maait (Joh. 4 : 36).
Onze zendingsmensen samen met de zendelingen van die Gereformeerde Kerk van Zuid-Afrika besloten niet lang geleden om samen met alle helpers (ongeveer 60 mannen) een „veldtocht" te gaan houden in een van de districten van het Vendaland. In dezelfde tijd waarin dit besluit genomen werd, gebeurde er iets wonderlijks in het ziekenhuis in Siloam. Daar kwam op zekere dag binnen het stamhoofd van Khaku, een starre heiden, die tot dusver zich steeds met alle kracht had verzet om zendingsacties in zijn district toe te laten. Zijn district moest en zou heidens blijven. Maar de mens wikt en God beschikt. Op zekere dag werd hij gebeten door een dolle hond. Wat nu te doen? Hij wist dat die beet dodelijk is. Hij wist ook dat zijn tovenaars, waar hij in andere gevallen graag gebruik van maakte, hem niet konden helpen. Daarom besloot hij, hoe zwaar het hem ook viel, gebruik te maken van het zendingsziekenhuis Siloam, waar onze dr. Helms directeur is.
Zo kwam hij in het ziekenhuis Siloam. Met grote hartelijkheid werd hij door de dokter en het verplegend personeel geholpen, en dagelijks hoorde hij de helper van het ziekenhuis Joesoef Baroere het evangelie prediken in zijn eigen taal. Daar hoorde hij vertellen van den Heere Jezus Christus de grote Medicijnmeester die naar ziel en lichaam de mens kan genezen.
Toen na een verblijf van enkele weken dit stamhoofd naar zijn „stat" terugkeerde nodigde hij dr. en Mevr. Helms uit om bij hem op bezoek te komen. Dat hebben deze gedaan. Met grote hartelijkheid werden dr. 'en Mevr. Helms en hun zoontje Bernd en de Heer Ter Weel, de vader van Mevr. Helms ontvangen in Khaku. Dr. Helms mocht alles fotograferen, wat hij wilde en ik heb mooie kleurendia's ontvangen, waarin het heidendom in al zijn facetten gezien wordt.
Toen de gasten vertrokken, verklaarde het stamhoofd van Khaku dat hij Christen wilde worden en dat zijn district nu opengezet werd voor de zendingsarbeiders en dat hij aan dezen alle hulp zou verlenen die zij nodig mochten hebben.
Dit was voor de predikanten aanleiding om de voorgenomen veldtocht te gaan houden in het district Khaku; Vijf predikanten de di. van Rooy, Snyman, Aucamp, Floor en Rebel, en de lerend ouderling van der Walt, en 60 Vendahelpers hebben in de laatste week van sept. j.l. een evangelisatieweek gehouden in Khaku. Alle dorpjes en alle huizen werden bezocht. Vele publieke bijeenkomsten werden gehouden en de laatste dag was het bezoek aan de publieke openluchtsamenkomst overstelpend groot.
En de vrucht?
Meer dan 200 mensen uit het district Khaku hebben zich opgegeven voor de belijdeniscatechisatie om gedoopt te worden.
Is dat niet een wonderlijke weg? Dat de Heere de beet van een dolle hond wilde gebruiken om een heiden naar het ziekenhuis te drijven, waar hij het evangelie zou horen? En dat op deze wijze het district Khaku zou opengaan voor de degenen die op de bergen van het Vendaland Vrede boodschappen?
Onder de vele foto's die dr. Helms maakte in het district Khaku vond ik ook de foto van deze oude man „ergens" in dit gebied.
Ik ken zijn naam niet en ik weet niet of hij behoort bij degenen die zich opgaven voor de belijdeniscatechisatie, maar ik vind die foto mooi. Men kan op dit oude gezicht lezen het diepe nadenken.
Waarschijnlijk werd deze foto gemaakt op één van de bijeenkomsten tijdens de „veldtocht" en ik lees op zijn gezicht, dat de boodschap die hij hoort hem tot diep nadenken brengt en dat het woord tot zijn hart ingaat.
Wie zal doorgronden wat er in dat hoofd, onder dat vergrijsde haar omgaat?
Wij weten het niet, maar de Heere wel. Hij doorgrondt het binnenste van ons allemaal.
Moge de Heere ook het hart van deze oude man neigen tot Zijn dienst en het samenvoegen tot de vrees van Zijn Naam.
We hopen dat bij het komende kerstfeest ook in het Vendaland de Naam van den Heere Jezus voor vele mensen een rijke troost moge brengen, voor jonge mensen, maar ook voor oude zoals deze oude man op de foto.
Moge het Kerstfeest voor ons allen waarlijk een Christusfeest worden, opdat onze Heiland oprecht worde grootgemaakt en verheerlijk.
Een licht, tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van zijn volk Israël!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1962

De Wekker | 12 Pagina's

Bij de Toradja's en de Venda's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1962

De Wekker | 12 Pagina's