Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bijbelgebruik (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijbelgebruik (IV)

Waken tegen sleur

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er moet bij het geregeld gebruiken van de bijbel worden gewaakt tegen sleur. Zo gemakkelijk kan deze vooral bij het dagelijks lezen van de bijbel aan tafel optreden, waardoor het bijbellezen wordt tot een vorm, die niets of weinig meer zegt.
De oplossing daartegen is natuurlijk niet het breken met de vorm. Deze is goed. We mogen dankbaar zijn, dat nog in zovele gezinnen het geregeld gebruik van de bijbel aan tafel bestaat en we moeten alle krachten inspannen om deze goede vaderlandse gewoonte te bewaren. Omdat een gewoonte sleur kan worden, behoeft men er nog niet mee te breken. We lezen van de Heiland, dat hij de gewoonte had op sabbat naar de synagoge te gaan (Luk. 4:16). Dat was iets anders dan uit gewoonte. Als we iets uit gewoonte doen, doen we het om de eenvoudige reden dat we het gewoon zijn. Het is ons zo geleerd, we hebben het altijd zo gedaan en daarom blijven we het doen. Maar het zegt ons misschien niets meer. We kunnen er zeker van zijn, dat onze jonge mensen met zulke gewoontes zullen breken. Zij zijn niet meer gewoon iets te doen, omdat het altijd is gedaan. Zij vragen naar de zin van de dingen. En ik geloof met recht.
De gewoonte van Christus om elke sabbat naar de synagoge te gaan, had diepe zin. En telkens weer zal Hij naar de lezing van de Heilige Schrift, die elke sabbat opnieuw in de synagoge plaats had, met stille eerbied en aandacht hebben geluisterd, omdat Hij er steeds weer de stem van Zijn Vader in beluisterde.
Bijbellezen mag geen sleur worden, want het gaat in de bijbel om het Woord van God. En we worden ook als gezinnen telkens weer geroepen om naar dat Woord te luisteren. Daarom mag de lezing van de Heilige Schrift in onze gezinnen niet verwaarloosd worden. We moeten met elkaar luisteren naar Zijn Woord. Hij komt daarin tot ons met Zijn vermaningen en liefelijke onderwijzingen, met Zijn geboden en beloften, met Zijn opwekking tot bekering en geloof. Arme gezinnen, waarin het Woord van God geen plaats heeft! Arme jeugd, welke de opvoeding bij het Woord van God moet missen.
Maar het gevaar is er steeds weer, dat de heilige dingen worden tot een sleur.
Daar moest reeds oud-Israël voortdurend tegen waken. Ze brachten de offers, maar verstonden er de zin niet meer van. Zij hielden hun gebeden, maar God ried hen aan om er maar mee op te houden, want het hart was er niet in. Het volk naderde Hem alleen met de lippen, maar de verschuldigde eerbied, de bekering en het vertrouwen werden gemist. En ze liepen de tempel plat, doch God kenden zij niet.
Het bijbellezen alleen is niet genoeg.
We zullen het moeten doen met aandacht en eerbied.
Om niet in sleur te vervallen is het misschien goed af en toe eens van een bepaalde wijze van bijbellezen af te wijken.
Meestal lezen we aan het eind van de maaltijd. Soms moeten leden van het gezin de tafel verlaten om op tijd op school, kantoor of fabriek te zijn, voordat de maaltijd is beëindigd. Ze vertrekken vóór het bijbellezen. Waarom niet eens lezen vóór de maaltijd? Dat dit bij de warme maaltijd niet mogelijk is omdat het eten dan koud wordt, is een ongegronde tegenwerping.
Er kan bij de opdiening van het eten rekening gehouden worden met het bijbellezen. Bovendien is het helemaal niet nodig zulke lange gedeelten uit de bijbel te lezen, dat het eten koud is.
Zeer aanbevelenswaardig is om als gezin de dag met bijbellezen te beginnen als een soort dagopening. Zinvol is het ook de dag met bijbellezen te besluiten. In gezinnen waar ouders en kinderen zich aan het einde van de avond ongeveer gelijktijdig naar bed begeven kan men dit gemeenschappelijk doen.
Het is meestal de gewoonte dat de vader leest. Moeder en de kinderen zitten te luisteren. Het komt voor dat wanneer vader er niet is het lezen niet doorgaat. Soms nemen moeder of een van de kinderen dan de taak van vader over. Maar waarom zal de vader altijd lezen en de anderen slechts bij uitzondering? Laten ook de kinderen eens lezen. Het is ook zeer goed als niet alleen de vader een bijbel voor zich heeft, maar alle leden van het gezin. Men kan meelezen. Men kan het gelezene dan beter volgen. De aandacht is dan op het lezen van de bijbel meer gericht. Ook kan ieder lid van het gezin een gedeelte hardop lezen.
Op deze wijze kan ook het gesprek over het gelezene worden bevorderd. Meestal heeft het gelezene zo weinig aandacht gehad, dat er van een gesprek niets komt. Of er is totaal geen tijd voor. Het lezen moet nog vlug geschieden, want ieder is druk bezet. De uitdrukking: „we moeten nog even lezen", is hiervoor symptomatisch. Dat is jammer.
Het is ook helemaal geen bezwaar als een der kinderen een vraag stelt tussen het gelezene door. Dat is veel beter dan dat de kinderen het gelezene onbegrepen over zich laten heengaan. Wat geeft het als daardoor slechts een paar verzen worden gelezen? Het gaat niet om de hoeveelheid, maar om de hoedanigheid.
Ik herinner mij een gezin, waar telkens aan tafel een heel hoofdstuk werd gelezen, al had zo'n hoofdstuk 80 of meer verzen. Men was verbaasd te bemerken, dat ik een andere opvatting was toegedaan. De kinderen hebben bij die lange hoofdstukken alleen maar de gedachte, wanneer het lezen nu eens is afgelopen.
Het bevordert de aandacht en de liefde voor het bijbellezen niet. Enkele verzen lezen, waarover men nog een gesprek met elkaar krijgt, waarin een paar gedachten uit de Schrift nog eens worden besproken, uitgelegd en zo nodig toegepast, lijkt me van meer waarde dan lange hoofdstukken waarvan weinig of niets blijft hangen.
Dit vragen van de kinderen onder het gelezene door moet natuurlijk met orde geschieden en het kan zijn, dat vader of moeder, die de bijbel leest, het kind tot geduld maant, nog even verder leest en pas daarna op de gestelde vraag ingaat. Hier moet met wijsheid worden gehandeld. Maar een gesprek over het gelezene moet eerder worden bevorderd dan verhinderd.
Wat men leest is ook belangrijk. Velen hebben de gewoonte de bijbel van Genesis tot Openbaring achter elkaar zonder noemenswaardige afwisseling te lezen. Ik geloof niet dat dit altijd goed is.
Hele tijden komt dan, wanneer het Oude Testament aan de beurt is, het Nieuwe niet aan de orde en omgekeerd. Men kieze nu eens een bijbelboek uit het Oude en dan weer uit het Nieuwe Testament. Men kan zich bij de bijbellezing ook door dagboeken en bijbelroosters laten leiden. Dit kan voor te grote willekeur en eenzijdigheid in het bijbellezen behouden. Tenslotte houde men bij het bijbellezen rekening met de omstandigheden, waarin men als gezin verkeert en het kerkelijke jaar.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1963

De Wekker | 8 Pagina's

Bijbelgebruik (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1963

De Wekker | 8 Pagina's