Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Vrijgemaakten en wij (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrijgemaakten en wij (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit tweede artikel willen we ons bezig houden met de behandeling van onze verhouding tot de Geref. Kerken (vrijgemaakt) op onze Gen. Synode. Daartoe willen we eerst letten op het rapport van de betrokken

Deputaten
Deputaten voor eenheid onder de gereformeerde belijders hielden dus tien samensprekingen met de deputaten van de Geref. Kerken. Behalve deze arbeid, hebben onze deputaten een enquête gehouden over de plaatselijke verhoudingen bij onze kerkeraden. Het motief daarvoor, geheel liggend in de opdracht van diverse synoden, was: de verhouding en eventuele eenwording van kerken, is geen zaak van deputaten, maar van plaatselijke kerken. Dit was en is immers steeds, meer dan 70 jaar, onze grief geweest tegen de vereniging van 1892, dat deze gesloten was „van bovenaf"; vele plaatselijke kerken waren toen verrast; de plaatselijke verhoudingen lieten de eerste jaren, in sommige gemeenten vele jaren, veel te wensen over.
Vanzelfsprekend hadden onze deputaten de taak om hun oordeel te geven over de samensprekingen en de uitslag van de gehouden enquête. Dit was voor onze deputaten geen gemakkelijke zaak omdat er zoveel kanten aan dit oordeel zitten. Het oordeel moest daarom wel genuanceerd zijn; kon niet eenvoudig negatief of positief zijn, maar moest met voorzichtigheid worden gegeven.
Deputaten hebben daarom aan de synode gerapporteerd dat er h.i. diverse aspecten aan deze verhouding zitten. Ze noemden er vijf.
Allereerst het deputaten-aspect. „Bij de vrijgemaakte deputaten was een groeiende mate van begrip voor onze uiteenzettingen; we vonden een klimmend gehoor voor onze bezwaren". „Ook had men er steeds meer begrip voor dat in onze verhouding niets kan geforceerd worden". „Wij van onze kant zijn onder de indruk gekomen van de hoge ernst, waarmede deze broeders hun taak hebben opgevat en ons gesteld hebben voor het gebod der eenheid".
Vervolgens het plaatselijk aspect. Het resultaat van alle plaatselijke samensprekingen is niet gelijk. „Maar in het algemeen kan gezegd worden dat de plaatselijke verhoudingen niet goed zijn; dat er veel verschil van mening is; dat men elkaar niet kent en langs elkaar heenleeft; elkaar niet begrijpt. Vrijgemaakte kerkeraden komen soms duidelijk in strijd met wat vrijgemaakte deputaten op onze samensprekingen hebben gezegd".
Bij het historisch aspect wezen onze deputaten er op dat we in de loop der jaren uit elkaar gegroeid zijn. „Dit schept grote moeilijkheden in het verstaan van elkaar, juist als het gaat over geestelijke zaken. Het duurt vaak uren voor men elkaar begrijpt. Er moet een gewenning aan elkaar komen en een sfeer van wederzijds vertrouwen om elkaar werkelijk te ontmoeten".
Ten vierde werd het oecumenisch aspect belicht. Kern van het daar genoemde is: „Het feit dat we als geref. belijders in ons vaderland verscheurd en verdeeld zijn breekt onze kracht in het verzet tegen het vals oecumenisme".
Tenslotte werd bij het practische aspect opgemerkt: „Een vereniging van kerken, die plaatselijk niet één zijn, is een onverantwoorde zaak, die de verdeeldheid alleen maar erger en niet beter maakt. Iedere kerkelijke vergadering zal in verantwoordelijkheid tegenover de Koning der kerk dit practische aspect niet kunnen en mogen verwaarlozen in de te nemen beslissingen".

Conclusies
Het was niet de taak van deputaten om een concreet voorstel te doen t.a.v. de verhouding tot deze kerken. Alles samenvattend kwamen onze deputaten tot de volgende conclusies:
1. Bij de gehouden samensprekingen is ons een grote mate van overeenstemming gebleken in het verstaan van Schrift en belijdenis, maar er blijven bij ons reserves t.a.v. hun visie op bepaalde onderdelen van de belijdenis, in het rapport nader genoemd.
2. De verhouding tussen beide kerken wordt zeer bemoeilijkt doordat er een vrij sterke discrepantie openbaar gekomen is tussen uitingen van vrijgemaakte deputaten en die van sommige vrijgemaakte kerkeraden, zoals in sub 2 genoemd.
3. Op grond van de schriftuurlijke roeping tot eenheid, krachtens de belijdenis der kerken en conform de Acte van Afscheiding zullen we de Geref. Kerken (vrijgemaakt) niet mogen loslaten, maar in overleg met hen zoeken naar wegen en middelen opdat de geconstateerde verschillen mogen verdwijnen om op deze wijze de eenwording van onze kerken biddend na te jagen.
Deze conclusies werden door deputaten eenstemmig vastgesteld, uitgezonderd het feit dat een der deputaten tegen de eerste conclusie bezwaren maakte.

Commissie II
De commissie, die over dit deputatenrapport had te rapporteren en voorstellen aan de synode had te doen, kon zich in grote lijnen met het rapport en de visie van deputaten verenigen. „Met klimmende-belangstelling heeft uw commissie de verslagen over de samensprekingen met de deputaten van de gereformeerde kerken bestudeerd". „Geconstateerd werd, dat deputaten in de vele en soms moeilijke besprekingen alles gedaan hebben wat in hun vermogen lag om in het gesprek met de deputaten van de gereformeerde kerken datgene te vragen en te zeggen waartoe zij zich op grond van Gods Woord en overeenkomstig de belijdenis verplicht achtten".
De commissie had oog voor de grote mate van overeenstemming, die geconstateerd kon worden in het verstaan van Schrift en belijdenis tussen de deputaten. „Wel blijft het zeer te wensen, dat er met betrekking tot bepaalde onderdelen meer overeenstemming gevonden wordt. Met name is te wijzen op de gehouden besprekingen over de relatie van Woord en Geest, een zaak, die voor de prediking en de pastorale zorg van fundamentele betekenis geacht moet worden. Hetgeen de gereformeerde deputaten over de werking van de Heilige Geest in de prediking opmerkten, is niet vrij van eenzijdigheid en ontmoet bij uw commissie evenals bij de deputaten bezwaren. Deze bezwaren zijn voornamelijk, dat van de zijde der geref. deputaten niet voldoende verdisconteerd werd, wat met name de Dordtse leerregels zeggen over de krachtdadige werking van de Heilige Geest door het Woord, waardoor de uitverkoren zondaar wordt wedergeboren".
N.a.v. de gehouden enquête merkte de commissie op: „Opvallend is ook, dat in de plaatselijke samensprekingen dezelfde moeilijkheden naar voren kwamen als in de besprekingen van wederzijdse deputaten t.a.v. Woord en Geest".

De bespreking ter synode
De generale synode heeft zich met deze zaak uitvoerig en intensief bezig gehouden. Dat is de zaak waard en daar hadden de Geref. Kerken (vrijgemaakt) ook recht op.
In de bespreking waren — heel begrijpelijk — twee lijnen.
De ene lijn, getrokken door diverse afgevaardigden, was: twijfel aan de vraag of het wel ooit wat worden zou tussen beide kerken. Hebben verdere samensprekingen wel zin? Gewezen werd op het exclusivisme van deze kerken. Vooral uit het Noorden klonk dit geluid.
De andere visie had terdege oog voor de genoemde bezwaren, maar wees er op dat er te allen tijde verschillen in één kerk geweest zijn. Dit hindert niet, als het Woord Gods allen maar beheerst. Sterk werd geaccentueerd dat we hier met een zeer concreet verzoek tot eenheid te maken hebben. Men weet wie wij zijn met al onze verscheidenheid, maar men ziet ons als kerken van gereformeerd belijden en gelooft dat beide kerken bij elkaar horen en naar elkaar moeten toegroeien.
Niemand der afgevaardigden was van mening dat het verstandig zou zijn nu tot een vereniging over te gaan. Er moet echter naar beter wederzijds begrip worden gestreefd zonder dat direct vereniging wordt beoogd. In dit stadium bedoelen de gereformeerde kerken deze vereniging ook niet, al is het van die zijde wel eens apodictisch beweerd.

Het besluit
De brede bespreking ter synode resulteerde in een besluit, waarvan we de voornaamste zaken vermelden.
De synode was van oordeel:
1. dat de Geref. Kerken zich in alles willen stellen op de grondslag van Gods heilig Woord en de gereformeerde belijdenis als daarop gegrond, en dat het daarom roeping is te staan naar eenheid;
2. dat er verschillen zijn met name ten aanzien van de toeëigening des heils en met betrekking tot hantering van het gereformeerd belijden omtrent de kerk;
3. dat er in de plaatselijke kerken over het algemeen te weinig toenadering tot elkaar te bespeuren is. De synode besloot „op grond van de schriftuurlijke roeping tot eenheid en in overeenstemming met de belijdenis van de kerken en conform de Acte van Afscheiding deputaten op te dragen in overleg met de deputaten van de Geref. Kerken wegen te zoeken, die tot wegneming van de geconstateerde verschillen kunnen leiden".
In een slotartikel over deze materie bespreken we D.V. het oordeel en het besluit van de synode. We zien dan meteen welke weg in de toekomst moet worden bewandeld,

J.H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1963

De Wekker | 8 Pagina's

De Vrijgemaakten en wij (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1963

De Wekker | 8 Pagina's