Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat gebeurt er in Eindhoven?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat gebeurt er in Eindhoven?

Eindhoven (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veertien dagen geleden gaven we het eerste artikel van ds. van Zwoll onder deze titel door. In het orgaan van de classis Utrecht van 12 april was het tweede artikel opgenomen, dat we onze lezers ook onder ogen willen brengen.

Vragen
Het kon niet anders verwacht worden, het besluit van de kerkeraden van de vrijgemaakte gereformeerde en christelijke gereformeerde kerken te Eindhoven om de diensten van Woord en sacrament voor elkander open te stellen, zou allerwege vragen oproepen.
Waarom we dit konden verwachten?
Omdat we met dezelfde vragen zelf eerst geconfronteerd zijn. In de kring der kerkeraden en daarna in de kring der beide gemeenten. We hebben in Eindhoven toch niet overhaast dit besluit genomen!
Jaren is er gesproken tussen beide kerkeraden.
Daarna moesten de gemeenten worden voorgelicht en gehoord over de verhouding tussen beide kerken. Dan komt er een en ander op tafel. Veel vragen zijn besproken. Hoe zullen we dan verwonderd zijn als nu uit onze zusterkerken en via de kerkelijke pers ons vragen bereiken. En onze verantwoording zou onvolledig zijn deze vragen te negeren. Deze vragen betreffen het beleid van onze kerkeraden in deze aangelegenheid, onze verhouding tot de vrijgemaakte gereformeerde kerken, de prediking in de vrijgemaakte gereformeerde kerken en de kerkrechtelijke fundering van het Eindhovense besluit.

Het kerkeraadsbeleid
Is de kerkeraad van Eindhoven niet wat te voorbarig, te overmoedig geweest, gezien de besluiten der Generale Synode onzer kerken in 1962?
Deze Synode kon immers niet besluiten dat de vereniging van de vrijgemaakte gereformeerde kerken en de christelijke gereformeerde kerken zo spoedig mogelijk moest gerealiseerd worden?
Gronden voor dit besluit: „dat er verschillen zijn gebleken met name ten aanzien van de toeëigening des heils en met betrekking tot de hantering van het gereformeerd belijden omtrent de ker; dat er in de plaatselijke kerken over het algemeen te weinig toenadering tot elkaar te bespeuren is".
Nu, dan zijn we toch uitgepraat? Wat wil Eindhoven dan?
Wie werkelijk geïnteresseerd is bij deze kwestie, bestelle onmiddellijk bij ds. J.H. Velema te Apeldoorn het rapport dat deputaten voor de eenheid van gereformeerde belijders in Nederland in 1962 ter Synode uitbrachten plus de tekst van de besluiten der Synode inzake onze verhouding tot de vrijgemaakte gereformeerde kerken.
Iedere lezer zal concluderen dat deputaten zich veel meer positief dan negatief uitspreken in genoemd rapport over de samensprekingen met de vrijgemaakte deputaten.
Op deputaten-niveau zijn vooral besproken de vragen van de toeëigening des heils, de kerk en de gedachte van de doorgaande reformatie. Het rapport van onze deputaten eindigt met het geven van een indruk van de wederzijdse verhouding. Zij stellen vast een groeiende mate van begrip bij vrijgemaakte deputaten voor hun uiteenzettingen. U leest zelfs deze zin: „Er waren momenten in deze samenspreking, waarin wij gaarne de gehele Synode aanwezig wensten om te horen hoe de vrijgemaakte deputaten ons opriepen in de deplorabele kerkelijke toestand ernst te maken met de zaak van Christus' kerk in deze landen".
Helaas moet worden geconstateerd dat in het algemeen de plaatselijke toestanden niet goed zijn, dat men elkaar niet kent, niet begrijpt, dat vrijgemaakte kerkeraden soms duidelijk in strijd komen met wat vrijgemaakte deputaten op de samensprekingen hebben gezegd.
Deputaten wijzen er op dat we in de loop der jaren uit elkaar gegroeid zijn. Dit schept grote moeilijkheden in het verstaan van elkaar. Een vereniging van kerken die plaatselijk niet één zijn, is een onverantwoorde zaak.
Drie dingen worden tenslotte opgemerkt:
„1. Bij de gehouden samensprekingen is ons een grote mate van eenstemmigheid gebleken in het verstaan van Schrift en belijdenis, maar er blijven bij ons reserves t.a.v. hun visie op bepaalde onderdelen van de belijdenis, in het rapport nader genoemd.
2. De verhouding tussen de beide kerken wordt zeer bemoeilijkt doordat er een vrij sterke discrepantie openbaar gekomen is tussen uitingen van vrijgemaakte deputaten en die van sommige vrijgemaakte kerkeraden, zoals sub 2 genoemd.
3. Op grond van de Schriftuurlijke roeping tot eenheid, krachtens de belijdenis der kerken en conform de Acte van Afscheiding zullen we de Geref. (vrijgemaakte) kerken niet los mogen laten, maar in overleg met hen zoeken naar wegen en middelen opdat de geconstateerde verschillen mogen verdwijnen en op deze wijze de eenwording van onze kerken biddend na te jagen".
De Synode besluit na kennisneming van dit rapport; „op grond van de schriftuurlijke roeping tot eenheid en in overeenstemming met de belijdenis van de kerken en conform de Acte van Afscheiding deputaten voor eenheid onder de gereformeerde belijders en correspondentie met buitenlandse kerken op te dragen in overleg met deputaten van de gereformeerde kerken wegen te zoeken, die tot wegneming van de geconstateerde verschillen kunnen leiden".
Het knelpunt was dus op de Synode: plaatselijk zijn de verhoudingen niet goed. Toch berust de Synode hier niet zonder meer in.
De Synode acht het zelfs nodig dat de kerkeraden zo snel mogelijk zich hierover weer nader kunnen bezinnen. Het duurt meestal nog wel even voordat de acta der Synode verschijnen. Daarom besluit de Synode het rapport van deputaten plus de besluiten der Synode betreffende de verhouding vrijgemaakte gereformeerde kerken en christelijke gereformeerde kerken apart en zo spoedig mogelijk aan de kerkeraden toe te zenden.
Dit zegt toch genoeg van de sfeer waarin over deze zaken is gesproken. Enerzijds een begeerte naar vereniging omdat er zoveel is dat ons tot deze kerken aantrekt. Anderzijds zijn er helaas nog enkele ernstige verschillen die een vereniging verhinderen. Kerkeraden, ga nu verder aan het werk.
Is het dan niet in de geest van de Synode 1962 dat de kerken zich verheugen dat althans Eindhoven heeft kunnen vaststellen dat er plaatselijk, geen geschillen meer zijn die een duurzame gescheidenheid rechtvaardigen? En dat niet, zoals we reeds in ons eerste artikel uiteenzetten, omdat we over de geschillen heen gepraat hebben. Diepgaand zijn allerlei geschilpunten in vele samensprekingen besproken. Beide kerkeraden hebben Schrift en belijdenis met elkaar gelezen. God zegende het met een heerlijke toenadering. Zoals we in het desbetreffende rapport ook kunnen lezen dat wederzijdse deputaten elkaar steeds meer zijn gaan verstaan.
Weten onze deputaten dan niet meer wat christelijk gereformeerd is? Ik dacht van wel. Weet de kerkeraad van Eindhoven het dan niet meer?
De zusterkerken behoeven zich echt niet ongerust te maken.
Inzake de beleidskwestie stelt ds. J.H. Velema in ,„De Wekker" van 15 maart j.l. dat het verstandiger geweest was als beide Eindhovense kerkeraden alles hadden gedaan om wat plaatselijk kon ook landelijk tot een werkelijkheid te maken.
M.i. is dat allereerst de taak van deputaten. Zij hebben speciaal de opdracht de kerken in het algemeen met deze zaak te dienen.
En verder, wat deden beide kerkeraden in 1958? Zij hebben toen in een getuigenis de kerkeraden van beide kerken opgeroepen zich met elkaar te verstaan. Nu in 1962 is in een getuigenis van beide kerkeraden er een niet minder krachtig beroep gedaan op de kerkeraden alles te doen om elkaar te leren verstaan en als gereformeerde belijders ook de kerkelijke eenheid te zoeken en te bevorderen.
En Eindhoven heeft gemeend dat de Heere eiste nu in gehoorzaamheid niet alleen maar te blijven praten, maar ook een daad te stellen. Zeer voorzichtig en terwille van de zusterkerken met reserves omgeven, maar toch een daad. Ik geloof dat dit ons appèl niet verzwakt, maar de ernst ervan onderstreept.
We hebben als kerkeraden van Eindhoven in het geheel niet de indruk willen geven iets te durven of graag vooruit te willen hollen. We hebben dit willen zeggen: Broeders, de Heere kán de harten tot elkander neigen. Door genade mogen we daarvan getuigen. Zoekt elkander toch oprecht en biddend. Wat een zegen zou het zijn als we als kerken van gereformeerde belijdenis elkaar weer geheel mochten vinden.

Waarom juist de vrijgemaakte gereformeerde kerken?
Blijkbaar is het nog niet altijd duidelijk waarom juist onze voorkeur uitgaat naar de vrijgemaakte gereformeerde kerken.
De een meent dat je dan net zo goed kunt verenigen met de zgn. synodaal gereformeerde kerken, de ander kijkt dan net zo lief in de richting van de gereformeerde gemeenten en oud-gereformeerde gemeenten.
Toch is het alleszins verklaarbaar dat de kerkeraad van Eindhoven juist met de vrijgemaakte kerk tot zo'n nauwe verbintenis kwam en de generale synode van onze kerken in 1962 juist zich zo uitvoerig bezig hield met de verhouding tot de vrijgemaakte kerken.
Wat de synodaal gereformeerde kerken betreft, pas in 1959 heeft de synode dezer kerken de vervangingsformule betreffende het Verbond, de Heilige Doop en de wedergeboorte terzijde gesteld.
De vrijgemaakte kerken hebben reeds in 1946 officieel de leeruitspraken van 1905 met de veronderstelde wedergeboorte-constructie niet meer voor haar rekening genomen.
Daarbij moet toch ook eerlijkheidshalve worden opgemerkt dat we als chr. gereformeerden een beetje onbehaaglijk gevoel hebben t.a.v. de richting die velen in de synodaal gereformeerde kerken ingeslagen zijn t.a.v. het vraagstuk der oecumene, de verhouding tot de Nederlands Hervormde Kerk e.d.
Bij alle gebreken die ook het vrijgemaakte kerkelijke leven aankleven, kan men niet anders zeggen dan dat deze kerken volle ernst maken met het gereformeerd belijden.
Wat de gereformeerde en oud-gereformeerde gemeenten betreft, er is van deze zijde niet de minste openheid naar ons toe. Mij is gevraagd: Stel u voor dat op een plaats een christelijke gereformeerde kerkeraad en een oud-gereformeerde kerkeraad ontdekten: we staan beide op de bodem der gereformeerde belijdenis, we erkennen elkaar als ware kerken des Heeren, zou men dan in zo'n situatie hetzelfde kunnen doen als in Eindhoven? Is dan het einde niet weg?
Hier is drieërlei op te antwoorden:
a. De praktijk toont dat er geen oud-gereformeerde gemeente zo maar vereniging met een van onze plaatselijke kerken verlangt.
b. Mij is geen geval bekend dat een van onze kerkeraden jaren lang ernstig gesproken heeft met een oud-gereformeerde gemeente over wat samenbindt en nog gescheiden houdt, zoals in Eindhoven geschied is.
c. Ik heb ook nooit vernomen dat een oud-gereformeerde gemeente het op zich genomen heeft om binnen eigen kerkverband te ijveren voor een vereniging met de chr. geref. kerken. De vrijgemaakte kerk van Eindhoven heeft dit wel op zich genomen.
En dat komt ondanks alles hieruit voort dat de chr. geref. kerken en de vrijgemaakte kerken ergens elkaar heel dicht raken. Ik denk aan de verhouding in de vorige eeuw tussen de Christelijke Afgescheiden Gereformeerde Kerk en de Gereformeerde Kerk onder het Kruis. De afgescheidenen en kruisgezinden hebben heel wat scherpe woorden tegen elkaar gezegd. En de vereniging van beide kerken is een moeizame zaak geweest. En toch konden deze beide kerken niet los van elkaar komen. Dezelfde lijn is te trekken naar de verhouding vrijgemaakt-christelijk gereformeerd.
In een slotartikel wil ik er nog even op ingaan of christelijk gereformeerd Eindhoven nu zo maar de vrijgemaakte prediking kan aanvaarden, of Eindhoven ook kerkrechtelijk geen misgreep gedaan heeft.

We geven ook dit artikel door zonder commentaar, hetgeen niet zeggen wil dat we alles onderschrijven wat in dit artikel wordt gezegd. We menen echter dat nu eenmaal door ds. van Zwoll zo uitvoerig over „Eindhoven" wordt geschreven, onze lezers recht hebben te weten wat er in onze pers verschijnt over dit onderwerp.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1963

De Wekker | 8 Pagina's

Wat gebeurt er in Eindhoven?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1963

De Wekker | 8 Pagina's