Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Geref. Oecumenische Synode

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Geref. Oecumenische Synode

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de betekenis van de komende Geref. Oec. Synode schrijft ds Vanderbom uit Kingston, Tasmanië, in het Geref. Weekblad een artikel onder de titel ,,Van New Delhi naar Grand Rapids".

Tussen Keulen en Parijs leidt de weg naar Rome....
Het feit dat professor Berkouwer, tussen alle grote bedrijven door, in Rome heeft mogen luisteren en meespreken, heeft ook buiten Nederland tal van harten met warme dankbaarheid vervuld.
We zitten in de eeuw van het oecumenisch verkeer. En verleden week kreeg ik op het verre Tasmanië aan de Zuidelijke Wereldzee een Canadees blaadje in handen waarin van dr. Berkouwers reizen werd gewag gemaakt . . . New Delhi, Amsterdam (I.C.C.C), Rome...
Naar de overtuiging van onze Autralische Synode, die ook leeft in de ziel van onze kerken en predikanten, moet dit jaar aan dit alles nog een belangrijke plaats worden toegevoegd. Dat zal de Gereformeerde Oecumenische Synode in Grand Rapids moeten zijn.
Moeten zijn! Als gereformeerden in het buitenland menen wij dat het wel hoog tijd wordt dat er meer aandacht dan tot dusver besteed wordt aan onze gemeenschappelijke taak, en onze wereldverantwoordelijkheid. Velen vonden het uit hun hart gegrepen toen ds Wentsel in Gereformeerd Weekblad onlangs constateerde dat wij over en weer de eenvoudigste dingen niet van elkaar af weten. En hoe wij nu verder over het Oecumenisch vraagstuk denken, één ding heeft de Oecumene niet verhinderd, maar integendeel bevorderd, dat Lutheranen zich sterker aaneensloten, dat Presbyterianen zich meer bewust werden van hetgeen hun eigen was en datzelfde geldt ook van Anglikanen en Oosterlingen. Maar wat brengen wij als Evangelisch-gereformeerde groepen terecht van ons onderling bezinnen?
Misschien was de visie van wijlen dr. Pieter Prins veel meer verdienste dan wij destijds begrepen hebben, toen hij bepleitte dat wij ons oecumenisch werken in drie concentrische cirkels zouden onderscheiden, waarbij hij (tussen een versterkt Gereformeerd Oecumenisch contact èn een deelnemen aan de wereldraad) ook zeer bepaald doelde op een meedoen aan een versterking van het Evangelisch geluid buiten de engere confessionele kring, in een orgaan als de I.C.C.C.
Met reden gebruikte ik de typering: Evangelisch gereformeerd. Veel sterker dan waarschijnlijk in Nederland beseft wordt kon de functie van ons Schrift-getrouw getuigenis zijn voor een deel van het Christendom dat zich zeer beslist door de Wereldraad niet vangen laat, en dat door velen wellicht gekwalificeerd wordt als sectarisme of fundamentalisme.
Als ik het heb over Evangelisch Gereformeerd-zijn dan denk ik aan de heilzame invloed die wij zouden kunnen geven, en die men ook stellig van ons verwacht in grote groepen die zich almeer bewust gaan worden van een gezamenlijke opdracht voor het Evangelie. In de eerste plaats denk ik aan de uitgebreide lezerskring (ruim tweehonderdduizend) van een blad als Christianity To-day, dat zeker niet in de richting van de Wereldraad koerst, en ook bijzondere reserves in acht neemt tegen de dusgenaamde Bijbelse Theologie en de richting van Barth, en dat met dat al zeker niet beticht kan worden van negativisme. Het geeft een duidelijk Evangelisch-gereformeerd geluid. En in de tweede plaats wil ik hier ook noemen een instelling als Westwinster Seminary. Men kan zich in Nederland nauwelijks voorstellen dat er van dit bolwerk van Gereformeerde Theologie, waaraan de naam van de onvergetelijke Gresham Machen verbonden is en de treurige strijd binnen de snel verwaterde Presbyteriaanse kerk, zulke sterke aantrekkingskracht uitgaat. Daar zijn de tientallen, dikwijls afkomstig uit de sekte, die in Westminster weer de kerk zijn gaan zien, en het perspectief van het Woord van God voor het gehele leven, en misschien mag het in deze situatie een professor Van Til graag vergeven worden als hij sommige lijnen wat al te simplistisch trekt, zoals iemand zei, naast de voorzichtige en veelzijdige Berkouwer moge er toch ruimte blijven voor de Gereformeerde passie. Vooral in landen als Amerika en Australië, waar alles in 't vage wordt gelaten, is het barre noodzaak dat met klaar geluid gezegd wordt dat zij, die de maagdelijke geboorte loochenen, daarmee de Christus der Schriften aantasten, en dat de nieuwe Bijbelse Theologie (die zo oud is als de onderscheiding tussen Gods Woord en de Heilige Schrift) heel weinig van de Bijbel overhoudt.
Dat deze, en soortgelijke dingen weer eens heel duidelijk worden gezegd, en op verantwoorde wijze neergeschreven is naar onze mening de grote opdracht van een Gereformeerde Oecumenische Synode. Op haar tafel zal een verzoek liggen van onze Australische kerken om toch aan het werk te gaan, met name op het gebied van de publikatie. De boekenmarkt wordt overladen met populaire bijbel-kritische theologie. Ds. Deenik heeft daaraan indertijd in dit blad een heel artikel gewijd. Waarom zitten wij dan stil? Ik wil grif bekennen dat ik verre van enthousiast ben voor de titel van het boek van Van Til over Barth. Maar een andere vraag is deze: is er geen oorzaak om op te springen als wij zien hoe Barth en de nieuwe Bijbelse Theologie haar duizenden verslaan?
Er zal dus, zoals Wentsel opmerkte, meer wederkerige belangstelling moeten komen. Wat Wentsel niet vermeldde is dat de belangstelling in het verleden (na de Calvinisten-congressen) heel pover is geweest. Het goed-geredigeerde maandblad „Calvin Forum", waarin tal van landen aan het woord kwamen door capabele correspondenten, is onbetreurd ter ziele gegaan. De betere dagen van Evangelical Quarterly liggen ook in het verleden, in de goede oude tijd van Aalders en zijn generatie. Het Internationaal Gereformeerd Verbond geeft een leesbaar bulletin uit dat toch ook slechts een zeer beperkte lezerskring bereikt. Daarnaast bestaan er de meer wetenschappelijke tijdschriften, waarmee Gereformeerd Nederland inderdaad voor velen in het buitenland tot grote zegen is. Maar het contact is niet wederkerig. In dit Verband willen wij ook beslist een goed woord spreken voor de Reformation Review van de I.C.C.C.
Moge het besef maar groeien dat er iets gedaan moet worden. Niet spoedig zal ik een gesprek vergeten dat ik enige jaren terug had met een ontwikkeld gemeentelid die in Nederland tot de enthousiaste groep van de Hervormde jongeren behoorde. Na een verblijf van enkele jaren in een land als Australië, zei hij, ga je toch bedenken wat een weldaad het voor zo'n land kon wezen om een man als Abraham Kuyper te hebben die al de heilige huisjes van een nationaal christendom en een school voor de hele natie eens omver zou halen.
Wat hier wordt uitgesproken bevat een waarheid die veel te denken geeft. Met alle kanttekeningen die mensen van onze generatie op Kuyper's werken hebben aangebracht, valt het zeker niet te ontkennen dat het wezen van de Kuyperiaanse visie op het Koningschap van Christus op ieder levensterrein, ook in een moderne wereld, door velen is meegedragen naar de jongere landen. Zelfs is deze visie in die nieuwe wereld voor velen pas principieel goed duidelijk geworden in haar volle consequenties.
Mag ik het zo zeggen (het is een vraag die bij me leeft) dat de visie op de wereldwijde opdracht met al haar consequenties in 1963 sterker leeft bij de veraf-wonenden in Canada en Autralië dan in het oude moederland, waar Kuyper geschiedenis heeft gemaakt? Misschien wil men in Nederland wel ten dele van die geschiedenis afstand doen, terwijl men elders ter wereld pas aan deze geschiedenis denkt toe te komen?
Deze vragen worden gesteld zonder dat het antwoord daarop gereed ligt. Het lijkt mij echter een schone taak voor allen, zowel in Nederland als in de nieuwe wereld, voor wie de naam en erfenis van Kuyper nog iets betekent, om zich in deze weken vóór Grand Rapids 1963 op deze vragen nog eens grondig te bezinnen. Het buitenland verwacht, in de weg van een gereformeerde oecumeniciteit, vanuit Nederland steeds opnieuw een sterke stimulans te ontvangen bij de vaak weergaloze problemen die men ontmoet in het ernst-maken met deze Goddelijke opdracht, in kerk en maatschappij en wetenschap en op ieder ander levensgebied. Vasthoudend aan het adagium dat wij een zending hebben, wil men begrip en leiding ontvangen, gedragen door een sterke voorbede. Van een geluid uit Nederland wordt nog altijd veel verwacht.
En misschien dat vooral ook hierom de teleurstelling dikwijls zo diep wordt gevoeld als men het gevoel krijgt dat velen in Nederland reeds aan een volgend hoofdstuk, zoal niet aan een andere geschiedenis zijn begonnen, en dat men feitelijk maar heel weinig belangstelling meer weet op te brengen voor wat er in de verte gaande is en gedaan wordt en geofferd.
In een vorig artikel heb ik iets laten doorschemeren van het verdrietige gevoel dat wij in Canada of Australië soms meekrijgen na het bezoek van Nederlandse journalisten of ook na de aankomst van kersverse emigranten die, ook al zijn ze geboren en getogen in de Gereformeerde waarheid, vanaf het eerste moment van hun aankomst onze strijd voor kerk en school al hebben gekraakt als iets dat hun aandacht nauwelijks waard is. Juist daarom mogen wij de suggesties van ds Wentsel en anderen wel hartelijk onderstrepen. Laten wij, na New Delhi, Amsterdam en Rome, toch uitermate grote ernst maken met onze eerste oecumenische roeping. Grand Rapids mag geen kortsluiting opleveren. Wij bidden vurig dat Grand Rapids gebruikt gaat worden om de kerken te zegenen met een militante wereldvisie, zodat de grote wereldkerk zelf daarmee alleen maar verrijkt wordt.

Gelijk bekend besloot onze Synode zich aan te sluiten bij de Geref. Oec. Synode.
Het ligt in de bedoeling dat twee afgevaardigden onzer kerken deze Synode bezoeken.

Ook in dit artikel, waarvan we niet iedere zin onderschrijven, treft dat deze „buitenlandse" predikant bepaald geen lans breekt voor de Wereldraad van Kerken, maar aandringt op een positieve houding in het oecumenisch vraagstuk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1963

De Wekker | 8 Pagina's

De Geref. Oecumenische Synode

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1963

De Wekker | 8 Pagina's