Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1963

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1963

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze kerkelijke gids is weer verschenen. In de week voor Pasen kwam het Jaarboek 1963 van de pers; sommigen ontvingen het nog voor de feestdagen; anderen kwamen na Pasen in het bezit van het groene boekje, dat ze reeds met verlangen tegemoet zagen.
Over de verschijningsdatum zelf kan men praten. Het moet in ieder geval niet later worden; liever zouden we zien dat ons Jaarboek eerder verscheen. Weliswaar wisselen de scribaten in het begin van het jaar, maar ik heb de indruk dat steeds meer kerken er toe overgaan de verkiezing van kerkeraadsleden bij het begin van het nieuwe werkseizoen te plaatsen, zodat de veranderingen in januari geringer zijn. Trouwens bij een verschijning in april kunnen we direct weer veranderingen gaan aanbrengen, als de diverse classes hebben vergaderd en de nodige wijzigingen in consulent- en deputaatschappen hebben aangebracht.
Het Jaarboek heeft, na het overlijden van prof. L.H. v.d. Meiden, een twee mans redactie. In het „ten geleide" van de secretaris wordt een woord gewijd aan het gouden jubileum en het sterven van het ene redactielid en het zilveren jubileum van het andere redactielid, ds. Maris. Dit geleidewoord draagt daardoor meer een persoonlijk dan een redactioneel karakter.
Deze nieuwe uitgave telt 208 pagina's, 8 meer dan de kerkelijke gids van het vorige jaar, dank zij grote advertenties en uitbreiding van verschillende rubrieken. Dit Jaarboek bevat bv. uitgebreide gegevens over de Zending, die op deze wijze extra onder de aandacht van de lezers wordt gebracht.
De opzet van dit Jaarboek verschilt uiteraard niet van vorige uitgaven. We treffen alle mogelijke gegevens over het plaatselijke en landelijke kerkelijke leven in dit boek aan. De redactie streeft naar nauwkeurigheid. Alle waardering en lof. Het is prettig te merken dat met allerlei critische opmerkingen, die in de loop der jaren zijn gemaakt, rekening werd gehouden.
Een enkele opmerking willen we ook nu maken, ten bewijze dat we veel waardering hebben voor de arbeid, die geleverd is.
Aan de hoofdletter T in het register van predikant en de lijst van de scribae kunnen we nog niet erg wennen. Het zou consequent zijn wanneer men deze T ook gebruikte bij het aangeven van de telefoonnummers onder de diverse plaatselijke berichten of bij deputaatschappen etc. Gelukkig doet men het daar anders.
Op pag. 98 en 99 missen we de vermelding van de namen en adressen van de secretaris respect, van Polder- en Evangelisatiedeputaten. De aandachtige lezer, die pag. 97 en 111 met elkaar vergelijkt, kan zich afvragen: moeten we nu spreken over een 2e secretaris-curator of een secundus secretaris van het curatorium? Een uniforme spreekwijze is gewenst.
Ruim 30 bladzijden zijn gevuld met diverse artikelen.
Ds. Maris geeft weer een jaaroverzicht, waarin hij de voornaamste gebeurtenissen uit het kerkelijke leven van 1962 vermeldt. Het gedeelte dat aan de Generale Synode gewijd is, is kort en wel erg zakelijk geschreven in de stijl van een buitenstaander dan van een insider.
In de rubriek „In memoriam" geeft ds. den Boer een levensschets van de overleden predikanten Binee en Meijering; prof. Kremer geeft een uitvoeriger artikel over prof. v.d. Meiden.
De pastor van Opperdoes, die eerst op een Schooldag refereerde en daarna in „De Wekker" artikelen gaf over de Heidelbergse Catechismus, schrijft nu ook in het Jaarboek een herdenkingsartikel, dat een goede samenvatting geeft.
De rector van de Theol. Hogeschool vertelt iets over de Theol. Hogeschool nu het dit jaar 70 jaar is geleden dat besloten werd de theol. opleiding ter hand te nemen. Vanzelfsprekend komt de uitbouw van het bestaande gebouw aan de orde en pleit de hoogleraar voor afbouw.
Het Jaarboek wordt besloten met een artikel over de bibliotheek, dat diverse „verhaaltjes" en anecdotes bevat, die intussen er toe mogen meewerken dat de bibliotheek wordt gevuld met vele boeken ten voordele van de studenten in de hoop dat ze op de preekstoel hun kracht niet zullen zoeken in de veelheid van verhalen.
Naar aanleiding van het Jaarboek zou nog veel te schrijven zijn. We denken dan aan de gang van het kerkelijke leven; het. werk, dat wordt gedaan; het beroepingswerk — misschien kan daarover ook eens een statistiek verschijnen? —; vooral het ledental. Wat het laatste betreft zijn de bladzijden 94 en 95 de moeite van het bestuderen wel zeer waard.
Er zit weinig groei in ons kerkelijk leven. Nog geen 500 zielen per jaar winst is toch werkelijk te weinig.
Benauwend is het cijfer dat naar geen kerk of groepering vertrok: 169; terwijl dan nog 138 leden werden afgevoerd!
Daar tegenover staat dat slechts 51 mensen uit geen kerk of groepering tot ons overkwamen.
Onze grote „concurrent" is nog altijd de Geref. Kerk. 286 leden vertrokken naar deze kerk en 158 leden kwamen uit deze kerk tot ons over.
Uit deze cijfers blijkt de moeilijke positie van onze kerken.
De afval gaat ons kerkelijk leven niet voorbij. Het is goed dat t.a.v. randleden aangedrongen wordt op een beslissing. We moeten geen papieren leden hebben. De werfkracht van onze kerken is gering. Het evangelisatiewerk is voor elke kerk moeilijk en onze kerken hebben het hier wel bijzonder moeilijk mee.
Het feit dat we in het midden van de gereformeerde gezindte staan maakt dat er vele overgangen en overkomsten zijn.
Het kerkelijk besef daalt en dat brengt mee dat men gemakkelijk van kerk verandert. Het zou interessant zijn te weten waarom men naar de Geref. Kerken overgaat: huwelijk?; ziet men geen onderscheid meer?; zijn er plaatselijke moeilijkheden?
Bezinning op onze kerkelijke situatie blijft steeds weer gewenst.
Bovenal wordt van ieder trouw gevraagd over heel de linie: ambtsdragers en leden. En niet minder: vertrouwen in Gods kerk-zaak. Dan gaan we in onze kijk op de kerk niet met het getal op en neer. De kerk is niet de zaak van een paar predikanten of van „Apeldoorn", zoals nog steeds weer wordt gefluisterd.
De kerk is de zaak van ieder kerklid.
Overbodig om te zeggen dat we dit nieuwe Jaarboek weer hartelijk en dringend aanbevelen.

Wie geen Jaarboek heeft om steeds te raadplegen, kan niet goed kerkelijk meeleven.

J.H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1963

De Wekker | 8 Pagina's

Jaarboek 1963

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1963

De Wekker | 8 Pagina's