Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nogmaals „Eindhoven"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nogmaals „Eindhoven"

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu in ons blad vorige week de uitspraak van de Particuliere Synode van het Oosten is gepubliceerd willen we nog één keer een artikel wijden aan deze zaak, dat de bedoeling heeft een indruk te geven van het besluit met betrekking tot het appèl van Eindhoven. Het bedoelde besluit werd na een hoogstaande bespreking met algemene stemmen genomen. Met blijdschap memoreerde de praeses dit in zijn slotwoord. Uiteraard geven we een persoonlijke indruk voor eigen verantwoordelijkheid, die het klimaat wil tekenen, waarin deze beslissing werd genomen.

Situatie
De P.S. v.h. Oosten stond donderdag 20 juni voor geen gemakkelijke beslissing.
De kerkeraad van Eindhoven was in appèl gegaan tegen de uitspraak van de classis Utrecht, die met vrijwel algemene stemmen was genomen — drie tegen, inclusief de twee stemmen van de Eindhovense afgevaardigden.
In dit appèlschrijven trachtte de kerkeraad van Eindhoven de argumenten van de cl. Utrecht te ontzenuwen. Had de classis gezegd dat dit besluit — tot kanselruil etc. — niet lag in de lijn van de besprekingen en besluiten van de laatstgehouden Generale Synode, de kerkeraad van Eindhoven oodeelde dat zijn besluit juist wel ligt in de lijn van de bespreking van onze generale synode vanaf 1947. Hij achtte dit oordeel een ontkenning van de ernst van de besluiten van de laatstgehouden G.S.
Ten aanzien van het bewijs uit de Kerkorde, door de classis aangevoerd, merkte Eindhoven drie dingen op.
Allereerst wees men er op dat deze artikelen — 3, 4, 5, 8 en 44 — bedoeld zijn voor een geheel andere situatie dan waarin Eindhoven zich bevindt. „In zo'n unieke situatie, waarin de D.K.O. niet voorziet, kan men niet met allerlei artikelen uit de D.K.O. gaan strooien".
Vervolgens merkte Eindhoven op in verband met het argument ,,de kerken der Reformatie hebben nauwlettend toegezien, wie zij tot de Bediening des Woords en der Sacramenten zouden toelaten." dat de kerkeraad geenszins de vrijgemaakte predikant tot alle kansels in onze kerken heeft toegelaten. ,,Dat ware vermetel geweest. Wij hebben in deze unieke situatie hem alleen toegelaten tot onze kansel, gelijk ds S. van Zwoll alleen toegang heeft gekregen tot de kansel van de Gereformeerde Vrijgemaakte kerk te Eindhoven".
Met nadruk vestigde de kerkeraad er tenslotte de aandacht op dat geen independentisme tot dit besluit dreef. ,,Plaatselijk werd geen vereniging gesloten noch een nieuwe kerkformatie gesticht".
Anderzijds had de P.S. te maken met de Utrechtse uitspraak waarin het besluit van Eindhoven onwettig werd genoemd. In de kerkelijke pers is over dit besluit alsmede over de uitspraak van de classis reeds veel geschreven. Sommigen hebben hun vreugde uitgesproken over de genomen beslissing. Ook enkele kerkeraden betuigden hun blijdschap over de nieuwe situatie aan de beide kerkeraden. Maar ook werden vraagtekens gezet — zowel van onze als van vrijgemaakte zijde. Er werd enerzijds gewaarschuwd: wedersta het werk des Heeren niet. Anderzijds werd twijfel uitgesproken of dit nu wel de goede weg was.

Achtergrond
De uitspraak van de P.S. is een evenwichtige beslissing geworden, waarin aan beide elementen gepoogd is recht te doen. De P.S. heeft noch Eindhoven de handen opgelegd noch de handen tegen haar opgeheven.
In de vele uren in beslag nemende bespreking over deze zaak heeft deze bredere kerkelijke vergadering zich voornamelijk bezig gehouden met de kerkrechtelijke figuur, die in Eindhoven geschapen is, nadat de beide kerkeraden elkaar hadden gevonden.
De P.S. heeft zich niet uitgesproken over de in Eindhoven gevonden eenheid als zodanig. Dan had de kerkeraad een brede uiteenzetting moeten geven van de gehouden besprekingen van de voorgaande jaren; dan had de P.S. deze besprekingen moeten vergelijken met de verslagen van de gehouden deputaten-samensprekingen om tot een juist oordeel te kunnen komen.
In deze beoordeling is de P.S. uiteraard niet getreden. Ze heeft de verklaring van de Eindhovense kerkeraden gehoord en erkend dat toenadering tussen plaatselijke kerken van gereformeerd belijden op zichzelf genomen in de verontrustende verdeeldheid een reden tot blijdschap is. Dit element, dat volgens de Utrechtse afgevaardigden op de classisvergadering wel genoemd was, kwam in de Utrechtse uitspraak niet uit en dat is in deze uitspraak wel opgenomen.
De P.S. had zich bezig te houden met een appèl-schrijven en had dus te oordelen over de kerkrechtelijke zijde van de Eindhovense situatie.
Wie de uitspraak rustig leest kan daarin vinden,dat de P.S. enerzijds oog heeft gehad voor de unieke beslissing, die in de Lichtstad is genomen. Een beslissing ,,die de spanning raakt tussen het kerkverband en de plaatselijke kerk". Daarmee wilde de P.S. zeggen: we hebben hier te maken met een zaak, die niet geregeld aan de orde komt integendeel — dit is een bijzonder geval. Daarom willen we dit voorzichtig beoordelen.
Om deze reden had de P.S. begrip voor de argumentatie van de cl. Utrecht t.a.v. de artikelen uit de D.K.O. die werden aangevoerd. Maar de P.S. zei ook: deze artikelen hebben niet direct betrekking op deze situatie, maar zijn naar analogie gehanteerd. De D.K.O. is niet gegeven voor een situatie, waarin kerken in het binnenland elkaar erkennen als kerken van Christus.
Doch we zijn vrijwillig het kerkverband aangegaan. Dat brengt verplichtingen mee. Een predikant ontvangt zijn lastbrief door de medewerking van het kerkverband. Over de toegang tot de kansel van een plaatselijke kerk oordeelt het kerkverband mee. In Eindhoven gebeuren deze dingen buiten de normale functionering van het kerkverband om. Als het kerkverband nu zelf zover was dat een vereniging van twee kerken op het punt stond een feit te worden, dan was het een andere zaak. Maar nu heeft het kerkverband, naast de roeping om te staan naar eenheid met de Geref. Kerken (vrijgemaakt), juist iets anders geconstateerd.
Daarom kon de P.S. ook uitspreken dat de cl. Utrecht verzuimd heeft duidelijk aan te geven waarom het besluit van Eindhoven niet ligt in de lijn van de uitspraak van de Gen. Syn. Immers de Gen. Syn. heeft de roeping om te staan naar eenheid duidelijk gesteld. In dat licht kan Eindhoven zeggen: we zijn wel in de lijn van de G.S. Maar diezelfde G.S. heeft ook discrepantie geconstateerd tussen deputatenbesprekingen en samensprekingen met plaatselijke kerkeraden. Als men dat laat wegen ligt de beslissing van Eindhoven niet direct in de lijn van de gehouden G.S.
Daarom heeft de P.S. de nadruk gelegd op de uitzonderingspositie, waarin Eindhoven zichzelf heeft geplaatst; op de tegenstelling, die zo gemakkelijk kan ontstaan tussen de zusterkerken en uitgesproken dat krachtens de functionering van het kerkverband de genomen beslissing praematuur moet worden geacht — Eindhoven wachtte niet af hoe de ontwikkeling zal zijn tussen de kerken en wat de opdracht aan deputaten zal uitwerken; en onvoorzichtig vanwege de tegenstelling, die geschapen wordt met de zusterkerken, die heel andere ervaringen hebben.

Tegenwerpingen
Vanzelfsprekend zullen er diverse bezwaren tegen deze P.S.-uitspraak worden ingebracht.
Men kan zeggen: waar is het bewijs uit Schrift, belijdenis en kerkorde? Dit wordt niet gegeven in deze uitspraak. Maar wie zich de situatie indenkt zal moeilijk een gefundeerd argument, pro of contra, kunnen vinden, aangezien zowel de N.T.-ische situatie als de situatie, waarin belijdenis en kerkorde werden opgesteld, een andere is dan deze, waarin twee plaatselijke kerken tot kanselruil komen. De eenheid der kerk is schriftuurlijk en confessioneel uiteraard te bewijzen. Maar uit Schrift en belijdenis kan niet worden bewezen de juistheid van de beslissing van twee plaatselijke kerken, die tot kanselruil overgaan; evenmin als de onjuistheid.
Misschien merkt men op: de P.S. bewoog zich niet in de chr. geref. lijn sinds 1892 — van onderen op; de plaatselijke kerken eerst. Ter vergadering is gezegd: betekent van onderen op: de vereniging begint bij de plaatselijke kerk en komt daar reeds tot daad óf de vereniging wordt niet van boven af opgelegd, maar de begeerte daartoe wordt van onderen op naar boven toe gebracht en is zo een zaak, die uit de boezem der kerken zelf opkomt?
Heeft de P.S. Gods werk willen verhinderen — zoals gewaarschuwd werd. Helemaal niet. Maar gegeven het kerkverband, dat ook ons van God gegeven is, moet dit kerkverband functioneren, juist dan wanneer de ene zusterkerk nog lang zover niet is als de andere.
Op de vergadering van de P.S. waren voor- en tegenstanders van het besluit van Eindhoven. Het mooie van deze vergadering is geweest dat de afgevaardigden elkaar hebben gevonden in deze uitspraak.
Men kan deze uitspraak ,,tam" noemen. Het zij zo. Maar wat wil men in een dergelijke netelige kwestie, waarin allerlei factoren een rol spelen?
De P.S. heef zich uiteraard niet ingelaten met de vraag wat er moet gebeuren als Eindhoven aan het klemmend verzoek van het kerkverband niet voldoet.
Eindhoven heeft zelf niet de minste behoefte of begeerte het kerkverband te verbreken, is direct reeds verzekerd. Het besluit, dat een voorlopig karakter draagt, is genomen. De P.S. heeft het besluit gelaten voor wat het is, maar dringend verzocht de uitvoering van het besluit op te schorten tot er landelijk in de verhouding tot de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) meer klaarheid is gekomen.
We mogen verwachten dat de band aan het kerkverband Eindhoven in deze situatie zwaarder zal wegen dan de plaatselijk gevonden toenadering, die reeds direct gestalte kreeg in dit besluit. M.a.w.: is dat nodig en goed geweest in de door de synode geconstateerde situatie?
Intussen spreken we de verwachting uit dat al onze kerken verontrust zullen zijn over de verdeeldheid, die alom te constateren is. De weinige verontrusting over de verdeeldheid moet ons het meest verontrusten. Bovenal zij er alom een bede om de werking van de Geest van Christus, Die in alle waarheid leidt, gemeenschap sticht allereerst met Christus en dan ook met ieder, die een even dierbaar geloof heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1963

De Wekker | 8 Pagina's

Nogmaals „Eindhoven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1963

De Wekker | 8 Pagina's