Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kleine vakante kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine vakante kerken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over dit onderwerp schrijft ds K.J. Velema uit Hoogeveen in zijn rubriek „Rondom de Kerk", een artikel in het Kerkblad voor het Noorden n.a.v. de nieuwe richtlijnen voor de honorering van predikanten. Het basis-tractement is in deze richtlijnen behoorlijk verhoogd.Dit kan tot moeilijkhedenaanleiding geven bij het beroepingswerk. We lezen het volgende:

Laten we eerst eens zien naar de gemeenten, die aanvankelijk meededen aan het beroepingswerk en voor welke het nu iets moeilijker wordt.
We stellen voorop dat niemand gebonden is aan de richtlijnen van de financiële deputaten. Elke kerkeraad heeft ten volle het recht ze naast zich neer te leggen. De kerkeraad is immers vrij. Een andere zaak is of dit verstandig is. Mijns inziens niet. De kerkeraad, die deze richtlijnen ongemotiveerd ter zijde legt kan dit zedelijk o.i. niet verantwoorden. En ik geloof niet dat er kerkeraden zijn die zonder meer zeggen: voor kennisgeving aangenomen.
Daar komt iets bij. Wanneer men zich van al deze dingen niets aantrekt zal het gevolg zijn dat er tegenstellingen gemaakt worden en dat het voor de predikanten bij de overweging van een beroep een moeilijke zaak wordt.
Nimmer zullen de financiën een doorslaggevende factor mogen zijn voor het aannemen van of bedanken voor een beroep maar het is niet in te zien waarom ook dit geen punt van overweging mag zijn.
Ik voor mij zeg ronduit: jal Maar zeg er bij; dit mag nimmer de hoofdoverweging zijn. En de bewijzen liggen er: dat dit heel vaak niet een hoofdoverweging is.
Maar het is te begrijpen dat het voor de predikanten toch bepaald niet prettig is als de ene gemeente zich houdt aan de richtlijnen en de andere niet. Waarom moet een collega, die twintig kilometer verder woont wel het tractement hebben van de richtlijnen en de andere niet? Dat klemt te meer wanneer de gemeenten praktisch even groot zijn.
Dit is juist het mooie van de richtlijnen dat voor allen eenzelfde minimum-salaris wordt gesteld. Dat voorkomt ongelijke behandeling waarmee een bron van vaak verzwegen narigheid en wrok is drooggelegd.
Nu geloof ik dat het voor de gemeenten, die aanvankelijk meededen aan het beroepingswerk en het daar nu enigszins moeilijk mee hebben een kwestie van tijd is om zich aan de nieuwe voorstellen aan te passen. De sprong is wat groot van 1959 naar 1963. En die sprong kan in één keer vaak niet gemaakt worden. En ik meen te mogen zeggen dat er geen predikant is, die niet oog zou hebben voor de moeilijkheden van een gemeente bij deze sprong. Met andere woorden: Geen predikant zal het een gemeente kwalijk nemen als zij een zo grote sprong ineens niet maakt.
Een gemeente moet derhalve zich langzamerhand gaan aanpassen aan een verhoogde honorering. En wanneer het geleidelijk gaat en de liefde is er — en deze is er gelukkig nog in vele gemeenten — komt dat best goed.
Bovendien kan men aankloppen bij de kas van onderlinge bijstand. En dat moet men zeer beslist niet als minderwaardig zien. Deze kas is een kas, die voortvloeit uit de gemeenschap aan Christus en aan elkaar hebben. Zij is een monument van christelijk verantwoordelijkheidsbesef en christelijke liefde tegenover elkander.

Nu iets over de gemeenten, die beslist niet in staat zijn te beroepen omdat zij daarvoor geen middelen hebben.
Mogen we zeggen: ach, daar zit geen groei in en het wordt ook niet wat, want de jonge mensen trekken weg en daarom laten we ze maar glippen?
Ik geloof dat dit onchristelijk is.
In de eerste plaats bedenken we, dat ook deze gemeenten van Christus zijn. Dat Christus Zijn bloed ook voor hen stortte. Als Christus Zijn gemeente ook in kleine kerken in stand houdt dan legt dit op de andere kerken een grote verantwoordelijkheid.
Daarbij heeft men niet vergeten, dat vele gemeenten gebouwd worden door leden die uit zeer kleine gemeenten komen. Er zijn kleine gemeenten, die in het verleden vele leden hebben geleverd aan andere. Ze zouden nu grote gemeenten zijn als alle leden er gebleven waren.
Ik weet wel, dat men kan zeggen dat is geredeneerd vanuit het als daar hebben we niets aan. Maar het mag toch wel eens even opgemerkt worden. En predikanten mogen daar ook wel eens aan denken wanneer zij hun preekbeurten verdelen!
Is het nu voor deze gemeenten uitzichtloos?
Het lijkt zo, maar het behoeft m.i. niet zo te zijn.
Er is dunkt mij een uitweg uit deze moeilijkheden mogelijk wanneer men bereid is nuchter de zaken te bezien en daarnaar te handelen.

Zou het gecombineerd beroepen van verschillende zeer kleine en voor bepaalde gemeenten niet een oplossing zijn? Dat zal altijd niet kunnen maar in bepaalde gevallen toch wel. Let wel: we hebben hier niemand op het oog. Die zaken moet men zelf onderzoeken, maar hier ligt toch een mogelijkheid.
Een mogelijkheid omdat de gemeente nu ruimer armslag krijgt. Ze zijn bij gecombineerde beroepen meestal in staat een honorarium te geven dat beantwoordt aan de richtlijnen van deputaten voor financiële zaken en dat verantwoord is voor deze tijd.
Bovendien zijn zij dan in staat eén vergoeding te geven voor vervoerskosten. Dat element van vervoer ligt in onze tijd n.l. veel eenvoudiger dan vroeger en zal nog gemakkelijker komen te liggen.
De voordelen van zulk een combinatie springen in het oog. Gemeenten, die jaren geen of geringe pastorale zorg van een prediking hebben gehad krijgen deze nu.
Een niet te onderschatten factor. We willen het leerambt niet uitspelen tegen het herdersambt maar ik geloof dat in deze tijd het herdersambt van grote betekenis is en van nog grotere betekenis zal worden voor de gemeenten. Daar komt bij dat bij een verantwoorde regeling regelmatig in de dienst des Woords wordt voorzien.
Hierbij is nog een overweging.
Een zeer kleine gemeente is voor een beginnend predikant mooi. Hij heeft de tijd zich rustig in te werken. Is hij wat ingewerkt dan is de klacht van de gemeenten vaak: nu gaan ze weg. Wij fungeren als een kandidaten-gemeente.
Natuurlijk heeft dit niet de bedoeling de kandidaten lager te achten. Maar zij hebben nog geen ervaring en dat spreekt voor een gemeente een woordje mee. En dat zal iedere kandidaat moeten eerbiedigen en hij doet dat meestal achteraf ook wel.
Maar een zeer kleine gemeente heeft ook bezwaren voor een predikant; soms ook voordelen.
Maar laten we het nu even vanuit een ander gezichtspunt zien. Vanuit dit gezichtspunt n.l. dat van een predikant ook gevraagd mag worden, dat hij een bepaalde hoeveelheid werk presteert.
De pred. hoeven heus niet in de watten gelegd te worden. En ik geloof, dat vele predikanten in kleine gemeenten wanneer ze eenmaal ingewerkt zijn graag wat meer schapen zouden hebben te verzorgen. Voor de gemeente wordt het rechtsgevoel tevens meer bevredigd wanneer een predikant door gecombineerd beroepen, meerdere arbeid heeft te verrichten. Want de kleine gemeenten moeten ook betalen en ik kan mij voorstellen dat deze zaken hen wel eens dwars zitten. Immers zij moeten met een klein aantal leden dikwijls meer bijeenbrengen en dat met meer moeite dan een grotere gemeente waar het veel gemakkelijker

Gecombineerd beroepen heeft natuurlijk ook nadelen. Er zijn allerlei praktische dingen, die geregeld moeten worden. En die praktische dingen kunnen allerlei narigheden veroorzaken. In dit opzicht hangt er veel af van het beleid van de kerkeraad en van de instelling die men heeft. Men kan natuurlijk hopeloos veel gaan kibbelen. Maar vanuit christelijk standpunt moet hier toch een oplossing zijn. Dan de hoofden maar eens wat gebogen.
Het zal een christelijk geven en nemen moeten zijn.
Zowel voor de gemeenten als voor de predikanten. Want van hen wordt uiteraard veel wijsheid gevraagd in dezen.
Maar ik kan mij niet voorstellen dat er voor al deze kleine dingen vanuit het evangelie geen oplossing zou zijn.

De zaak, die hier wordt aangesneden is belangrijk en de suggestie van gecombineerd beroepen is in sommige gevallen van betekenis.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1963

De Wekker | 8 Pagina's

Kleine vakante kerken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1963

De Wekker | 8 Pagina's