Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over studenten gesproken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over studenten gesproken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de Christelijke Gereformeerde Commissie tot steun aan de evangelisatie onder de studenten aan de Technische Hogeschool te Delft ontving de redactie het volgende schrijven, dat wij hier gaarne een plaats geven, vanwege de belangrijkheid van de zaak, die daarin aan de orde wordt gesteld:

Men is er wel algemeen van overtuigd, dat de geestelijke zorg voor bijzondere groepen ook bijzondere maatregelen vraagt. We denken hierbij aan de mannen onder de wapenen, aan de schippers en aan de zeevarenden. Er is echter nog een groep, die ,,tussen de wal en het schip" dreigt terecht te komen.
Dit zijn de Chr. Geref. studenten aan Universiteiten en Hogescholen buiten Apeldoorn.
Velen van hen wonen van maandag tot vrijdag of zaterdag in of nabij de plaats waar ze studeren, en zijn alleen des zondags bij hun ouders — of bij hun verloofde. Het gevolg is, dat ze in hun studieplaats niet ingroeien in de kerkelijke gemeente, ook al zijn ze er soms op catechisatie; en anderzijds komen ze ook min of meer los te staan van de kerk waartoe hun ouders behoren.
Het is toe te juichen, wanneer predikant, kerkeraad en jeugdverenigingen zo veel mogelijk contact onderhouden met de studenten die uit hun gemeente afkomstig zijn. De dominee kan hen 's zaterdagsavond of 's zondags ontvangen voor catechisatie en aan huis, kerkeraadsleden kunnen hen dan ook wel eens ontvangen of bij hen op bezoek gaan, een vereniging kan misschien ook wel eens op zaterdag of op zondag vergaderen.
Regelmatig contact is op deze wijze echter lang niet altijd mogelijk, o.a. ook omdat niet iedere student ieder weekeinde op dezelfde plaats is of kan zijn. Bovendien ontwikkelt hij zich naar zelfstandigheid en hoe goed de herinneringen aan zijn plaats van afkomst ook mogen wezen, zijn horizon op maatschappelijk en algemeen kerkelijk gebied verbreedt zich en daarom is het noodzakelijk, dat hij ook in een andere gemeente van onze kerken wordt opgevangen.
Het is aan de Haags-Delfts-Rotterdamse ,,Commissie tot steun aan de evangelisatie onder de studenten aan de Technische Hogeschool te Delft" duidelijk gebleken, dat contact met de gemeente en ambtelijke bearbeiding in de plaats waar ze studeren, door de studenten zelf wordt gewenst. Een van de redenen daarvoor is ook, dat allerlei meningen, opvattingen, vragen en moeilijkheden waarvoor ze worden geplaatst, ,,thuis" vaak bijna onbekend zijn.
Het is voorgekomen, dat minstens één Chr. Geref. student, die met geestelijke moeilijkheden zat, zich gewend heeft tot de studentenpredikant van een andere kerk. Hem kennen zij uit hun interkerkelijke studentenvereniging, uit de studentenbladen en universitaire aankondigingen. Des te meer is het gewenst, dat zij ook de predikant, kerkeraad en gemeente van onze eigen kerk in de plaats van hun studie-adres leren kennen.
Een praktische moeilijkheid is, dat een student dikwijls als lid ingeschreven blijft bij de gemeente, waar hij vandaan komt, juist omdat hij vaak 's zondags niet op zijn studieadres verblijft. In de eerste plaats rust ,dus op hem of haar zelf de plicht, kennis te geven van zijn aanwezigheid-door-de-week aan predikant en kerkeraad in zijn studieplaats; en hen op de hoogte te houden van zijn of haar — vaak vele — verhuizingen. En het is goed, wanneer de ouders hun kinderen hiertoe opwekken.
Aan de andere kant: de liefde van de Herder gaat toch niet in de laatste plaats uit naar het schaap, dat dreigt verloren te gaan? Predikanten en kerkeraden in en nabij de Universiteits- en Hogeschoolplaatsen moge daarom op het hart worden gebonden, nasporingen te doen naar de mogelijkheid, dat zich studenten van Chr. Geref. afkomst in hun gebied ophouden.
Men zou daartoe bijv. een ledenlijst van de Chr. Geref. Studentenbond (C.G.S.) kunnen aanvragen bij de ab-actis. Diens adres is vermeld in ieder Jaarboekje. In september wisselt het bestuur en daarvan wordt in september of oktober kennis gegeven in ,,De Wekker". Thans is het mej. W. K. Maris, Rooseveltlaan 168³, Amsterdam.
Jammer genoeg zijn tegenwoordig niet alle Chr. Geref. studenten lid van de C.G.S., ook wel enigszins door de propaganda die in onze kerkelijke bladen voor andere studentenverenigingen is gevoerd.
Daarom is het van belang, hen zelf te vragen, of zij er nog meer weten. Ook kan het nuttig zijn, contact op te nemen met de ab-actis van de plaatselijke afdeling van de C.G.S. Hun namen en adressen zijn eveneens vermeld in het jaarboekje, terwijl zij zelf of Mej. Maris ook inlichtingen kunnen verstrekken over eventueel intussen ingetreden veranderingen.
De C.G.S. brengt de studenten uit onze eigen kerken bijeen, opdat ze elkaar tot steun zouden kunnen wezen bij hun groei naar het Chr. Geref. en academicus zijn. Het lidmaatschap van de C.G.S. is daarom van het grootste belang voor iedere Chr. Geref. student. Anderzijds ontbreekt daarin vaak de leiding van ouderen. Naast de voordelen daarvan voelen de jongeren in hun hart de bezwaren ook wel aan; en ook daaruit is hun wens naar ambtelijke bearbeiding en contact met de gemeente in hun studieplaats te begrijpen.
Verschillende andere kerken, niet alleen grote zoals de Geref. en Ned. Herv., maar ook de kleinere, hebben thans in elke academieplaats één of meer studentenpredikanten; vaak ook studentenouderlingen, dit zijn kerkeraadsleden die in het bijzonder met de geestelijke zorg voor en het contact met de studenten zijn belast.
De aanstelling van een studentenpredikant is voor ons misschien niet te verwezenlijken, al zou hier door combinatie van academieplaatsen, vooral in de randstad Holland en Utrecht en evt. ook met een kleine gemeente, misschien toch wel iets te bereiken zijn. Ook is het denkbaar, dat een kerkeraad in een academieplaats voor dit werk niet een beroep zou doen op de eigen evt. reeds overbelaste predikant, maar voor deze taak de diensten zou vragen van een andere, hiervoor geschikte predikant met een kleinere gemeente.
Aanstelling van één of twee studentenouderlingen uit de eigen gemeente zal bijna altijd wel mogelijk zijn.
Het belangrijkste echter is, dat de aandacht van gemeente, kerkeraad en predikant gevestigd wordt en blijft op deze bewegelijke groep van jonge leden onzer kerken; en dat deze aandacht ook in daden tot uiting komt.
Het belangrijkste echter is, dat de aandacht van gemeente, kerkeraad en predikant gevestigd wordt en blijft op deze bewegelijke groep van jonge leden onzer kerken; en dat deze aandacht ook in daden tot uiting komt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1963

De Wekker | 8 Pagina's

Over studenten gesproken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1963

De Wekker | 8 Pagina's