Hij is opgestaan van de doden

Wat is de Paasverrassing Gods onbegrijpelijk groot!
Wij, die van jongs af aan weten, dat op Goede Vrijdag de Paasmorgen volgt, dat Hij die dood geweest is, opgestaan is uit de doden en leeft tot in alle eeuwigheid, beleven deze Paasverrassing zo weinig meer.
Maar deze eerstelingen aan wie God de blijde boodschap in de overwonnen burcht van de dood laat brengen, kunnen het heil niet aanstonds bevatten.
Het is zo begrijpelijk, dat ze, als ze de opdracht ontvangen hebben om de levensboodschap door te geven: en zegt aan Zijn discipelen, dat Hij opgestaan is van de doden, met gemengde gevoelens het graf verlaten.
Er is een vrees van vreugde! Overweldigende blijdschap over wat God gedaan heeft vervult hun hart!
En toch is er de vrees!
De vrees, niet omdat ze twijfelen aan de waarheid van het Paasfeit, ze hebben het zelf met hun ogen gezien, dat het graf leeg is en met hun oren hebben ze gehoord, dat de engel het hun verkondigde!
Maar wie zou niet vrezen als hij als klein en zondig mens, aan de macht van de dood onderworpen, plotseling gezet wordt in de hemelse glanzen van het goddelijk levenslicht?
Daar waar Goede Vrijdag en Pasen, dood en leven, geen theoretische mogelijkheden, maar goddelijke werkelijkheid voor ons worden, daar waar we door Gods levendmakende genade er zelf bij betrokken worden en het om onze dood en ons leven gaat in de weg van de Levensbehouder, daar is het geen vanzelfsprekende zaak, dat de overwinnende paasvreugde ons hart vervult!
En dat was het geheim van deze vrouwen op Paasmorgen.
Daarvan getuigen de bewijzen van haar liefde in de specerijen die ze dragen. Door genade hebben zij in Hem geloofd: Gij zijt de Christus!
Hij is met Zijn machtwoord in haar leven gekomen en haar hart heeft Hem lief, omdat Hij hen eerst heeft liefgehad.
En die liefde is sterker dan de dood, de stroom van verschrikkingen, van leed en rouw, van gemis en al het vreselijk gebeuren op Golgotha heeft die liefde niet kunnen uitblussen.
En die levende en naar Hem uitgaande liefde van het hart, ook al kan het geloof niet over het kruis heen zien, is het beste bewijs dat Jezus niet dood is, maar juist de liefde Gods in Hem de dood verslonden heeft tot overwinning!
Maar de ware Paasjubel ontspringt niet aan ons geloof en wat wij ondanks alles voor Hem willen zijn en voor Hem overhebben!
De Paasjubel welt op, daar waar het geloof ontdekt wie Hij is en wat Hij voor ons gedaan heeft!
Ik weet niet waar ze die specerijen gelaten hebben. Straks op de terugweg van het graf zijn hun handen leeg, als ze Jezus voeten omklemmen en Hem aanbidden.
Mogelijk liggen ze nog in het lege graf, waardeloos, doelloos, hoe duur ze ook gekost mogen hebben.
Hun specerijen verliezen hun waarde als ze in de plaats van de dood, het graf vol zien stromen van goddelijk levenslicht en een lichtende hemelbode, die machtige boodschap van Gods oneindige liefde. Zijn alles overwinnende rijkdom horen verkondigen: Hij is hier niet, want Hij is opgestaan! Ga met haast, laat geen tijd verloren gaan, ze moeten het weten de treurende discipelen en zeg dat Hij opgestaan is van de doden.
Dat is het Paasevangelie: Hij leeft: Zeg het voort aan allen die treuren op deze dag. Hij, bij Wien God hulp besteld heeft, Hij op Wien gij biddend met al de zondeverslagenheid van uw hart gehoopt hebt, Hij leeft!
Hij is overwinnaar in de strijd en geeft Zijn volk de Paaszege van het leven!
Dat is de levensroem van Christus' kerk!
Dat is het levenswonder waardoor het geloof de dageraad des heils ziet opgaan, niet omdat ik wat ben of heb, maar Hij leeft!
Hij, die de schuld verzoende in het binnenste heiligdom voor God, Hij, die de straf volkomen gedragen heeft aan het kruis. Hij die het onmogelijke mogelijk gemaakt heeft, ja zalige werkelijkheid. Hij kocht door de dure prijs van Zijn bloed allen vrij die Hem van de Vader gegeven zijn, en verloste ze uit de machten van zonde en dood. Hij verstoorde alle geweld des duivels en heeft voor een schuldig volk het leven bereid.
Hij is een volkomen Zaligmaker, Wiens offer voldeed bij God. De dood als een overwonnen vijand kon Hem niet houden: Hij is opgestaan! En op grond alleen van Zijn volbrachte werk, voert Hij zijn volk als de overwinnende levende Koning tot in Zijn heerlijkheid!
Dat is het verlossende Paaslicht Gods dat uitstraalt uit het lege graf en dat voortgedragen werd en wordt: ga haastelijk heen en zeg Hij is opgestaan van de doden!
Dat stralende licht van de Paaszon der gerechtigheid, die is opgegaan, gaat de nevelen verdrijven en de jubel breekt straks door in de discipelenkring: de Heere is waarlijk opgestaan!
Dan moeten alle nevelen wijken, de nevels van droefheid en rouw, van ongeloof en kleingeloof.
Is het niet een liefdevol verwijt dat de hemel op Pasen steeds weer aan de kerk laat horen: ge had het kunnen weten, indien ge Zijn woord geloofd had: Hij is opgestaan, gelijk Hij u gezegd heeft!
Zeker dat geloof kent ook na Pasen zijn strijd en zijn vragen, er blijft reden te over voor droefheid en beschaamdheid over hun ongeloof aan de kant van de discipelen. Zijn kleine kerk, maar met liefdevol geduld heeft de Levensvorst steeds weer zich aan hen openbarend de zekerheid in Hem en Zijn werk aan het licht gebracht.
De opgestane Levensvorst van Pasen is de werkende Koning van Pinksteren, Die het door Zijn Geest naar Zijn Woord vol maakt in zondaarsharten, die verslagen zich uitleveren aan Hem!
Pasen is het feest van goddelijke zekerheid buiten ons, met al onze strijd, in Hem, die Zijn ziel tot een schuldoffer gesteld heeft en nu zaad zal zien!
Het graf heeft zijn verschrikking verloren, de dood kon zijn prooi niet houden het leven heeft verwonnen, omdat God het deed in Hem, Die Hij naar Zijn welbehagen een Naam gegeven heeft boven alle Naam, opdat alle knie zich voor Hem zal buigen.
Gij allen die de Heere vreest, er is reden tot grote blijdschap!
Ga heden uit, vervul zijn hemelse opdracht op Pasen en zeg dat Hij opgestaan is van de doden!
En op die weg van de gelovige gehoorzaamheid aan Zijn opdracht komt Hij, de Levende, u tegemoet.
En terwijl zij heengingen, zie, Jezus is haar ontmoet!
Het feestuur is daar . . . en zij aanbaden Hem!

R. (Rotterdam) de B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen