Uit de Kerken overzee

Dit jaar was het voor de derde maal, dat bijeenkwam de Synode der Free and Old Christian Reformed Church of Canada and America. Was er in verschillende deputaten-vergaderingen, die de vergadering der Synode voorafgingen, het pijnlijk besef, dat onze broeder ds. W.F. Laman niet meer onder ons gevonden werd, ook op de vergadering der Synode werden wij herinnerd aan het geleden verlies. Zeker, hij zou toch van ons zijn heengegaan, en zijn aanwezig zijn op onze Synode zou in het teken van afscheid van hem gestaan hebben. Maar het zou alles toch zo heel anders zijn geweest dan het nu was. „Mijn wegen zijn niet uw wegen en Mijn gedachten niet uw gedachten", stond ons klaar voor de geest in het uur, dat de vergadering der Synode door de voorzitter van de kerkeraad van St. Thomas, ds. G. Bilkes, geopend werd. Hoe heerlijk, wanneer wij weten mogen, dat die hogere wegen en gedachten Gods, wegen en gedachten van enkel gena zijn en wij in het midden 's-Heeren heerlijkheid mogen gadeslaan en erkennen: Uw doen is enkel majesteit, aanbiddelijke heerlijkheid. Dan wordt ook in het „thuishalen" van ds. Laman door de God van zijn leven, de Heere geëerd, en gezocht naar de zaligheid, die er ligt in het kennen van Zijn vriendelijk Aangezicht in de Heere Jezus Christus, opdat er de wetenschap zij: ds. Laman is in het dienen van de God van alle zaligheid ons slechts een enkele schrede vooruit.
Op de tafel der Synode lagen nogal enige stukken. Neen, ik ga ze U niet alle opsommen — de Hoofdredacteur van „De Wekker " zou terecht zijn voorhoofd fronsen — maar ik wijs slechts die stukken aan, waarbij, hetzij zijdelings of ook meer rechtstreeks, de met onze kerk corresponderende kerken zijn of worden betrokken, of waarvan kan verwacht, dat met belangstelling kennis genomen wordt.
Daar was dan allereerst het door de Classis „South and East" doorgezonden rapport — bestaande uit twee delen n.l. een meerderheids- en een minderheidsrapport — betreffende het vraagstuk van het al of niet dopen van door belijdende leden onzer kerk geadopteerde kinderen. Bij dit rapport waren gevoegd bezwaren door ds. G. Bilkes ingebracht tegen het meerderheidsrapport, dat ondertekend was door de predikanten di Laman en Noordegraaf. Ook was er de verklaring van de Classis „West", dat zij zich in meerderheid achter het minderheidsrapport, getekend door oud. B. Meinen plaatste. Ter verduidelijking zij U hier meegedeeld, dat verschillende ouderparen onder ons, zowel met als zonder kinderen, enkele voor adoptie beschikbaar gestelde kinderen als hun eigen hebben aangenomen. Toen nu deze ouders de doop dezer kinderen begeerden, werd ook onze kerk met het vraagstuk van het al of niet dopen dezer kinderen geconfronteerd. Het meerderheidsrapport nu stond de doop dezer kinderen voor — het minderheidsrapport wees de doop dezer kinderen af. Voor de hier te verwachten discussie hadden ds. Laman en ondergetekende, juist enige weken voor het ontslapen van eerstgenoemde, nog enige opmerkingen over de bezwaren van ds. Bilkes gereedgemaakt, om deze ter Synode-vergadering te doen horen. Toen dit alles dan aan de orde gesteld werd, kwam direct naar voren, dat men de tijd nog niet rijp achtte hier een verantwoorde beslissing te nemen. Vandaar, dat besloten werd een commissie te benoemen, die alle beschikbaar materiaal zou doornemen — ook de rapporten en het besluit ter zake van de Geref. Kerken in Nederland, wanneer deze te verkrijgen zullen zijn — en tevens, onder toezending van genoemde rapporten etc., de Chr. Geref. Kerken in Nederland en de Free Reformed Church van Clifton, N.J., U.S.A., de kerken, die met onze kerk in correspondentie staan, te verzoeken hun standpunt t.o.v. dit vraagstuk ons mee te delen.
Ook bij de zaken der Zending viel de naam der Chr. Geref. Kerken. Het was spijtig, dat de deputaten ad hoc de Synode moesten rapporteren, dat het besluit der Synode 1963 $ 500.— te voteren voor het zendingswerk der Chr. Geref. Kerken in Zuid Afrika, nog niet kon worden uitgevoerd. De correspondentie van deputaten met de deputaten ad hoc dier kerken, liep hier te stroef. De laatsten zonden noch tijdig noch volledig de gevraagde inlichtingen. Intussen werd van dr. Helms een brief ontvangen, waarin hij sprak van de noodzakelijkheid van uitbreiding van de vrouwen-afdeling in het ziekenhuis te Siloam met een of andere localiteit. De Synode gaf toestemming $ 250.— aan de genoemde $ 500.— toe te voegen, en machtigde deputaten dit bedrag van totaal $ 750.— te bestemmen voor de bouw van genoemde localiteit of iets dergelijks. Het is n.l. zo, dat onze kerk begeert iets eigens te doen op genoemd Zendingsveld. Iets dus, dat haar naam kan dragen. Dat dit bedrag niet hoger gesteld werd, vond zijn oorzaak hierin, dat de Synode besloot ook steun te gaan verlenen aan het zendingswerk van de kerk van Grand Rapids in Spanje. In dit Roomse land werkt ds. D. Estrada, zendings-predikant van de Old Chr. Ref. Church in genoemde plaats. Dit werk breidt zich onder de zegen des Heeren gestadig uit en de kosten nemen regelmatig toe, zodat het voor Grand Rapids al moeilijker wordt deze geheel alleen te dragen. Daarnaast is er het begeren zelf eens in de gelegenheid te worden gesteld daadwerkelijk onder de heidenvolken te mogen arbeiden, wat telkenjare iets reserveren doet.
Ten opzichte van de Correspondentie met Buitenlandse Kerken besloot de Synode, op voorstel van deputaten hier, te benadrukken, dat predikanten der met onze kerk corresponderende kerken om voor te gaan in onze kerk tijdig overleg dienen te plegen met onze Deputaten. (Dit tijdig benadrukt, omdat in verschillende gevallen dit overleg of op het laatste ogenblik of zelfs ook wel pas achteraf plaats vond). Het feit dus, dat er ten onzent eenzelfde regeling bestaat als ten Uwent. — Verder zal in den vervolge met een predikant, die door het aanvaarden van een door een onzer gemeenten op hem uitgebracht beroep, uit een met ons corresponderende kerk tot ons overkomt, een z.g.n. colloquium doctum worden gehouden. Dit in dezelfde zin als Uw kerken destijds besloten te houden met een predikant, die uit onze kerk weer naar Nederland zou terugkeren, en indertijd b.v. ook gehouden is met ds. C. Smits, toen wij nog in de Classis Dordrecht dienden. Tot heden vond zulk een onderhoud niet plaats. Maar nu ons kerkelijk leven hier zich begint te consolideren, achtte de Synode de tijd gekomen ook dit in de vereiste lijn te brengen.
Waar de Synode 1963 dit deputaatschap opdracht verstrekte de Synode van 1964 van advies te dienen in betrekking tot het lidmaatschap onzer kerk van de International Council of Christian Churches, de I.C.C.C., kwam onder dit hoofd het ingediende advies ter sprake. Dit advies was, dat deputaten van oordeel waren, dat terugtrekken geboden was. Gevoerde correspondentie toch bracht duidelijk het dictatoriale optreden van de leiding aan het licht. Gedane beloften van nader contact over het door ons gewraakte werden nimmer nagekomen. Uitlatingen in radio-uitzendingen — direct of indirect — onder auspiciën dezer Council zijn heel vaak veelmeer van politieke dan van bijbelse aard. Ook de wijze van propaganda en tegen de borst stuitende carricatuur-tekeningen, om van demonstratief gedragen borden met leuzen maar te zwijgen, kortom de gehele sfeer der I.C.C.C., deden deputaten van oordeel zijn, dat onze kerk hier geen enkele verantwoordelijkheid kan en mag dragen. Hoewel de grondslag der I.C.C.C. door ons volledig onderschreven wordt, het gesignaleerde noopte tot genoemd advies, dat door de Synode werd gevolgd.
Deputaten inzake Opleiding a.s. Dienaren des Woords mochten de Synode berichten, dat zij dit jaar een broeder, n.l. br. C. Pronk, belijdend lid der gemeente Hamilton, mochten aanvaarden voor het volgen van de studie, leidende tot de Dienst des Woords en der Sacramenten. Met grote blijdschap nam de Synode van dit bericht kennis. Er zijn nu twee studenten. De Heere zegent. Hij bekwame de beide broeders en verrijke verder, opdat, waar het beroepingswerk al moeilijker wordt, gezien het bestaande tekort aan predikanten bij U en het niet gering te schatten taalprobleem bij ons, door jonge mannen uit eigen kring open plaatsen kunnen worden ingenomen.
Naar belofte zou ik U slechts melden dat, wat U belang kon boezemen. Ik meen met het bovenstaande daaraan te hebben voldaan.
De Heere zegene U en ons met de deelachtigmaking door de Heilige Geest van de Heere Christus en al Zijn weldaden.

C. Noordegraaf

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen