Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„De gereformeerde gezindte"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De gereformeerde gezindte"

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder deze titel bespreekt prof. C. v.d. Woude in het Gereformeerd Weekblad (Kok-Kampen) de brochure van ds. G. Boer, welke het referaat bevat dat hij heeft gehouden op de conferentie van het C.O.G.G. te Woudschoten. Deze brochure werd aan alle predikanten van de deelnemende kerken toegezonden.
We gaven in ons blad meerdere stemmen over deze conferentie door. Daarom willen we deze keer horen naar wat prof. v.d. Woude van referaat en conferentie zegt:

Onlangs is aan de predikanten van onderscheidene kerken, voorzover zij tot de „gereformeerde gezindte" kunnen worden gerekend, een brochure toegezonden die bijzondere aandacht verdient. De brochure behelst een referaat, dat enkele maanden geleden door ds. G. Boer, Hervormd predikant te Huizen, is gehouden op de conferentie van het Contactorgaan van de gereformeerde gezindte te Woudschoten. Het referaat is daar met grote belangstelling beluisterd, en het bestuur van het Contactorgaan, dat zich met de initialen „C.O.G.G." noemt, heeft er goed aan gedaan, het voor breder kring beschikbaar te stellen. Het gesprek over de mogelijkheden en moeilijkheden van de gereformeerde gezindte heeft immers weinig nut, wanneer het beperkt zou blijven tot de besloten kring van een conferentie van genodigden die om de twee jaar wordt gehouden. Dit gesprek wordt juist van wezenlijk belang, wanneer de kerken en groeperingen, die tot de gereformeerde gezindte worden gerekend, daarin mee kunnen luisteren en denken en spreken.
Het referaat van ds. Boer, dat over „De gereformeerde gezindte nu en in de toekomst" handelt, biedt een uitstekend uitgangspunt voor zo'n gesprek. Men zou over de naam „gereformeerde gezindte", die aan Groen is ontleend, en door het C.O.G.G. is overgenomen, reeds een interessante discussie kunnen openen. Ds. Boer zelf spreekt over de „grote verlegenheid, die met het woord en de zaak van de geref. gezindte meereist tot op deze dag" en meent, „dat wij het woord niet zo gemakkelijk of bijna niet meer in de mond durven nemen, omdat niet alleen onze vrienden vraagtekens zetten, maar ook onze vijanden daarover het hunne zeggen."
Intussen heeft ds. Boer zelf deze aarzeling overwonnen, door het woord „gereformeerde gezindte" op te nemen in de titel van zijn geschrift. Blijkbaar heeft hij daarmee uiting willen geven aan zijn overtuiging, dat de gereformeerden, hoezeer ze kerkelijk ook gescheiden zijn, toch in geestelijk en confessioneel opzicht een eenheid vormen. Onder de deelnemers aan de conferentie te Woudschoten vond men Gereformeerden, Christelijke Gereformeerden, vrijgemaakte Gereformeerden, Gereformeerde Bonders, en leden van de Gereformeerde gemeenten. Zij vormden kerkelijk een bont gezelschap. Maar uit hun samenkomen en samenspreken bleek, dat achter al hun verschillen en nuanceringen toch een diepere eenheid school, waarin zij zich aan elkaar verbonden gevoelden. Zelfs leefde in hun midden het besef, dat de grenzen van de vijf groepen, die hier samenkwamen, niet samenvielen met de grenzen van de gereformeerde gezindte, en dat er nog anderen waren, hier niet tegenwoordig, die tot de gereformeerde gezindte mochten worden gerekend.
Hoe moeten we over deze conferentie en de daaruit geboren brochure denken?
Men kan er negatieve en positieve gedachten over hebben.
Men wordt negatief bewogen, wanneer men op de kerkelijke verdeeldheid let. De conferentie biedt een toonbeeld van de kerkelijke gespletenheid, waartoe de gereformeerde gezindte is vervallen. De deelnemers behoorden tot vijf verschillende kerken. Slechts enkele van die kerken waren officieel vertegenwoordigd. Uit andere waren wel personen aanwezig, maar niet als vertegenwoordigers van hun kerken. Ook de referent was onder de indruk van deze verscheurdheid. Hij stak zijn bewogenheid daarover niet onder stoelen en banken. Men kan het lezen in zijn brochure: „Wij zijn hier vandaag bijeengekomen niet alleen om aan elkander, maar vooral aan God in Christus onze kerkelijke wonden en zonden te laten zien. Doen wij onszelf al deze dingen niet aan? Zijn wij in onze kerkelijke verdwaasdheden en in ons lopen voor eigen huis niet mijlen ver van Hem afgedwaald?" (pag. 23). In de discussies, die vooral in de discussiegroepen intensief worden gevoerd, komt ook meermalen uit, hoezeer de verschillende groeperingen uit elkaar zijn gegroeid, van elkaar zijn vervreemd, tot verschillende geestelijke inzichten en instelling zijn gekomen.
Het verheugende in de brochure van ds. Boer is, dat hij aan al deze negatieve factoren niet is voorbijgegaan, die zelfs hun volle accent heeft gegeven, en toch aan zijn referaat een positieve tendens heeft verleend. Men kan over de verdeeldheid van de kerk vele klachten uiten en er zelfs zijn gal over uitspuwen, maar wie is daarmee gebaat? Zeker niet de Kerk. Het heeft meer nut de negatieve factoren zo te gebruiken, dat zij anderen en onszelf in een positieve richting stuwen. Ik herinner me nog hoe ik op de eerste conferentie van de gereformeerde gezindte, die in mei 1963 werd gehouden, een vrijgemaakte broeder vriendschappelijk tegen het lijf liep en de spontane vraag me ontviel: „Is het geen schande dat wij kerkelijk zo gescheiden leven?" en daarop het voor mij verrassend antwoord kreeg: „Schande? Het is zónde!" Een antwoord, dat ik graag uit de mond van alle vrijgemaakten en niet-vrijgemaakten zou willen horen. Wat zou het constateren van deze negatieve factor dan stimuleren tot een positief gesprek.
De conferentie te Woudschoten en het referaat dat ds. Boer daar heeft gehouden, bevatten ook niet enkele negatieve factoren. De ontmoeting met elkaar is reeds een positieve factor van de eerste rang. In het gesprek met de andere groepen van de gereformeerde gezindte kan ieder zich leren schamen, dat hij de ander zozeer uit het oog had verloren. Ik heb in mijn leven weinig contact gehad met leden van de gereformeerde gemeenten, maar ben dankbaar voor het geestelijk contact, dat ik met sommigen van hen in deze conferentie had. Misschien reageert een van onze lezers nu met de vraag: „Maar weet u dan niet, dat . . ." Ik antwoord hem: „Zwijg u maar stil; ik weet het ook wel!" In het onderling gesprek van de gereformeerde gezindte kan de ene groepering de andere veel verwijten, in leer en leven beide. De een kan smalend spreken over zwarte kousen en de ander kan reageren met een verontwaardigde opmerking over bikini's en monokini's, want we zijn ver uit elkaar gegroeid. Maar het is de kunst om elkaar weer te herkennen, terug te vinden en lief te hebben. Het voornaamste is niet wat voor kleed we dragen, al staat dit niet geheel los van de levensovertuiging. Het voornaamste is, dat we een nieuw hart ontvangen en God en de naaste willen liefhebben en bijbels willen denken en spreken en leven. Dat moet het kenmerk van de gereformeerde gezindte zijn. Ik lees in het referaat van ds. Boer: „Gereformeerd is door en door bijbels zijn. Als het niet bijbels is, is het niet gereformeerd. Juist omdat bijbels zo diep is, zo radicaal, zo bevrijdend en zo vol leven. Daarom zijn wij allen van afkomst en — zonder de wederbarende daden Gods in ons leven — ook bij onze verdere levensontwikkeling veel te oppervlakkig om gereformeerd te zijn" (pag. 13).
We hebben in de gereformeerde gezindte vele jaren langs elkander heen geleefd, ja, erger, tegenover elkaar gestaan. We hebben onze geschillen alle accent gegeven en elkaar als „kemphanen" — het beeld is van de voorzitter der conferentie, dr. N.H. Ridderbos — bevochten. Hier en daar is men er nog niet overheen en schorst men predikanten, die in een zusterkerk uit de gereformeerde gezindte geen valse kerk willen zien. Maar er waait thans een oecumenische wind. Ook over de richting van deze wind zijn we het niet eens, en het geschil over deze windrichting dreigt ons opnieuw uiteen te drijven.
Het komt me voor, dat we moeten vermijden, wat scheiding brengt. Er blijft nog genoeg over, waarin we het eens kunnen zijn en moeten worden. Daartoe behoort als een van de eerste punten: de eenheid van de gereformeerde gezindte. De conferenties van het Contactorgaan Geref. Gezindte (C.O.G.G.) en de brochure van ds. Boer kunnen daarbij helpen. We moeten elkaar weer herkennen in de ontmoeting van elkaar en door de bezinning op deze brochure. Daarom ben ik dankbaar dat het C.O.G.G. dit geschrift op zo ruime schaal heeft verspreid en ik ondersteun gaarne de suggestie, om dit referaat eens op kerkeraden of gemeente-avonden te bespreken. Het kan zelfs stof en leidraad bieden voor besprekingen van kerkeraden van verschillende kerkformaties.
Biedt dit geschrift dan een oplossing?
Een oplossing van de kerkelijke verdeeldheid is niet gemakkelijk te bereiken. Men speelt dat niet binnen veertien dagen klaar. De historie leert, dat men sneller een kerk kan scheuren, dan het gescheurde herstellen en herenigen. Zelfs de vereniging van Afscheiding en Doleantie, die niet van elkaar, maar elk voor zich van de Hervormde kerk waren gescheiden, heeft heel wat voeten in de aarde gehad en kwam niet tot stand zonder dat een nieuw kerkgenootschap, de Christelijke Gereformeerde kerk, werd geboren. De kerkelijke situatie is zeer gecompliceerd. Ik denk aan de Geref. Bond, die een deel is van de Hervormde kerk en dat blijkbaar wil blijven; ik denk aan de „vrijgemaakten", die zich in hun leiding steeds meer van elk ander kerkgenootschap isoleren: ik denk aan christelijk-gereformeerden, geref. gemeenten en geref. kerken, die elk voor zich hun nuanceringen, groeperingen of vleugels hebben. We moeten in onze verwachtingen van kerkelijke eenheid nuchter zijn, al blijven we anderzijds geloven in een God die wonderen kan doen.
Het is de verdienste van de brochure van ds. Boer, dat hij zich daarin als idealist en realist openbaart. Hij is idealist, wanneer hij het ideaal blijft stellen van „één Gereformeerde of Hervormde Kerk in de bijbelse verbanden van het woord." Ds. Boer onderscheidt wel het gevaar in het spreken over een „gereformeerde gezindte". Het is dit gevaar, dat men de eenheid der kerk als ideaal prijsgeeft, en zich tevreden stelt met een gereformeerde gezindheid temidden van de ongereformeerde kerkelijke gedeeldheid. Het is de situatie, waarin we zo langzamerhand als gereformeerden zijn verdwaald geraakt. We zijn gewend geraakt aan de kerkelijke verdeeldheid; we leefden ieder voor zich ons eigen knusse kerkelijk leventje in eigen kerkverband; we passeerden op weg naar de kerk onze hervormde, christelijk-gereformeerde en vrijgemaakte broeder en groetten ze of soms ook niet, maar gingen in elk geval voorbij. Gelukkig is de onrust hierover wakker geworden. Velen vragen zich af: Mag dit nu zo? Moet dit nu zo blijven? Ds. Boer geeft daarop een duidelijk antwoord: „wij moeten van de Gereformeerde Gezindheid af en naar één Gereformeerde of Hervormde Kerk in de bijbelse verbanden van het woord." Hij wijst ook de weg, die ons uit het slop kan leiden: „Deze weg is eenheid door reformatie en reformatie door eenheid. Of anders: eenheid door waarheid en waarheid door eenheid. Of nog anders: eenheid en waarheid in Christus. De rechte verbinding van deze twee is er alleen in Christus" (pag. 27).
Maar ook met deze principieel-waardevolle woorden zijn we er nog niet. Ds. Boer is realist genoeg om dat te beseffen. Hij zoekt een antwoord op de vraag: „Wat is onze roeping nu?" Zijn antwoord is, „dat we elkander niet mogen afschrijven. Wij hebben elkander nodig. Wij hebben elkander te dienen. Laat dit maar van onderen op beginnen" (pag. 33). Ds. Boer oppert dan de gedachte, dat de kerken en groeperingen die tot de gereformeerde gezindte behoren, niet elk voor zich met hun problemen inzake leer en leven zullen worstelen, maar elkander daarover zullen raadplegen en daarin bijstaan. Hij noemt als voorbeeld de vragen over Genesis, over het schriftgezag, over de leer der verzoening: „Hoezeer onderzoek en doordenking van deze vragen mogelijk zijn, laat men dit niet alleen doen. Waarschijnlijk zijn andere kerken of groepen van de Gereformeerde Gezindte allerminst verlangend om in deze betrokken te worden. Maar willig of onwillig, haal de anderen er bij. Of zij willen of niet willen, zij moeten!" (pag. 34).
Wanneer het onderling contact op deze wijze wordt gezocht en geoefend, zal dit niet terstond tot de ene gereformeerde of hervormde kerk leiden. Integendeel, wanneer dit contact niet op de rechte manier wordt geoefend, niet in onderling vertrouwen en liefde en gebondenheid aan de Schrift, dan zouden de spanningen zich kunnen vermenigvuldigen. Maar liefde en vertrouwen en gebondenheid aan de Schrift moet te midden van de gereformeerde gezindte toch mogelijk zijn! Wanneer dit inderdaad gebeurt, opent zich weer een weg, waarin de leden van de gereformeerde gezindte elkander weer gaan kennen en liefhebben en dienen, elkander leren verdragen en samen gaan verlangen naar de openbaring van de ene, ongedeelde gereformeerde of hervormde kerk, waarvan ds. Boer profeteert: „Zij komt van God, rijst meestal van onderen op en mag dan vanuit de leiding gestimuleerd worden. Daarbij worde haar gereformeerd, dat is haar bijbels karakter gehandhaafd" (pag. 31).

Om dit laatste gaat het inderdaad: een kerk, die haar gereformeerd, dat is haar bijbels karakter handhaaft.
Jammer dat Prof. v.d. Woude spreekt over de geboorte van de Chr. Geref. Kerk in 1892. In de weergave van historische feiten zullen we elkander geen pijn moeten doen. Dat geldt ieder, die van harte mee wil werken aan het C.O.G.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 1964

De Wekker | 8 Pagina's

„De gereformeerde gezindte

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 juli 1964

De Wekker | 8 Pagina's