Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkdiensten (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkdiensten (I)

Kerkorde (276)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige maal zagen wij dat het oude artikel 64 van de Kerkorde handelde over de z.g.n. vespers of avondgebeden, een overblijfsel uit de tijd vóór de Reformatie, welke avondgebeden eerst door de synoden werden afgekeurd, later positiever werden getaxeerd doch tenslotte geheel verdwenen. Zo was het oude artikel van de Kerkorde uiteindelijk volkomen verouderd. Het werd in 1947 vervangen door het nieuwe artikel 64, dat onder het opschrift Kerkdiensten thans luidt: Op de dag des Heeren zal de gemeente minstens tweemaal samenkomen onder de bediening des Woords. Het samenkomen op werkdagen wordt aan het oordeel van de Kerkeraad overgelaten.
Het gaat hier niet over de heiliging van de dag des Heeren. Daarover handelt artikel 67 van de Kerkorde. Maar het gaat hier in artikel 64 over de roeping der gemeente om zich des zondags te stellen onder de bediening van het Woord Gods. Het is hier niet de plaats om breedvoerig op de betekenis van de dienst des Woords in te gaan. Wij herinneren slechts aan het feit dat het Woord Gods het genademiddel bij uitnemendheid is, zoals duidelijk blijkt uit Rom. 10:13-17, waar de Heere door Paulus zegt: Want een iegelijk die de Naam des Heeren zal aanroepen zal zalig worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in welke zij niet geloofd hebben? en hoe zullen zij in Hem geloven, van welke zij niet gehoord hebben? en hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen, dergenen, die het goede verkondigen. Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest, want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd? Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods.
Er zouden veel meer Schriftgegevens kunnen worden genoemd, maar genoeg. Eeuwenlang was deze waarheid echter verduisterd; men had de kerk boven de Schrift geplaatst en het sacrament in de plaats van het Woord van God geschoven en het bovendien verkracht. Het is inzonderheid de Reformatie van de 16e eeuw geweest die de betekenis van het Woord van God weer heeft verstaan en aan de Schrift de haar toekomende plaats heeft geschonken: de kerk werd weer onder de Schrift gesteld en evenzo werd het sacrament weer ondergeschikt aan het Woord gemaakt. De neerslag daarvan vinden wij in onze belijdenisgeschriften. Een enkel voorbeeld ten bewijze.
Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt in art. 24 o.m.: Wij geloven, dat dit waarachtig geloof, in de mens gewrocht zijnde, door het gehoor van het Woord Gods en de werking des Heiligen Geestes, hem wederbaart en maakt tot een nieuwe mens, en doet hem leven in een nieuw leven en maakt hem vrij van de slavernij der zonde. In de Heidelberger Catechismus luiden vraag en antwoord 65: Aangezien dan alleen het geloof ons Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt, vanwaar komt zulk een geloof? Van de Heilige Geest, die het geloof in onze harten werkt door de verkondiging van het heilig Evangelie en het sterkt door het gebruik der sacramenten. En in vraag en antwoord 83 lezen we: Wat zijn de sleutelen des hemelrijks? De verkondiging van het heilig Evangelie en de christelijke ban of uitsluiting uit de christelijke gemeente, door welke twee stukken het hemelrijk den gelovigen opengedaan en den ongelovigen toegesloten wordt. En, om niet meer te noemen, de Dordtse Leerregels zeggen in I,3: En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil, door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus de gekruiste; en in III/IV,6: Hetgeen dan noch het licht der natuur, noch de Wet doen kan, dat doet God door de kracht des H. Geestes, en door het Woord of de bediening der verzoening, welke is het Evangelie van de Messias, waardoor het God behaagd heeft de gelovige mensen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament zalig te maken.
Een en ander moge voldoende zijn om aan te tonen dat onze gereformeerde vaderen diep overtuigd waren van de grote betekenis van het Woord van God en daarom ook van de dienst des Woords of wil men van de prediking van het Evangelie; een betekenis die natuurlijk niet beperkt blijft tot die van genademiddel in engere zin maar van nog veel wijdere strekking is. Vandaar ook dat de prediking van het Woord Gods het hoofdbestanddeel van de eredienst uitmaakte. Dit alles uiteraard in bewuste tegenstelling met wat de kerk van Rome deed om van de spiritualistische stromingen maar te zwijgen. Onze gereformeerde vaderen lieten het hoofdaccent vallen op de dienst des Woords, of wil men, op de heilige kerkedienst, zoals het dikwijls uitgedrukt werd.
Een volgend maal nog iets meer hierover.

A. (Apeldoorn), H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1964

De Wekker | 8 Pagina's

Kerkdiensten (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1964

De Wekker | 8 Pagina's