Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkdiensten (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkdiensten (II)

Kerkorde (277)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zagen de vorige keer dat onze vaderen, zeer terecht, hoge waarde hechtten aan de prediking van Gods Woord en derhalve aan het samenkomen van de gemeente onder de bediening van dit Woord. De synoden hielden er zich dikwijls mee bezig. Zij drongen er voortdurend op aan dat er overal op de zondag tweemaal werd gepreekt, voor de middag over een vrije tekst en na de middag over een afdeling van de Heidelberger Catechismus. Zo sprak b.v. de synode van Noord-Holland, Enkhuizen, 1618, uit „dat allenthalven des Sondaechs twee predicatien aengestelt werden". Op de meeste plaatsen werd het gelukkig regel op de zondag tweemaal dienst te houden. Maar er waren ook uitzonderingen. Zo lezen wij in de acta van de Drentse synode, in 1620 te Assen gehouden: Overmitz in den classe van Rholde an eenigen plaetzen drie, vier oder viif Sondagen niet is geprediget worden allenelich hirumme, dat de gemeinten doorgaens den Sondach gelick den werckdach gearbeidet und umb des arbeids willen de praedicatie versuifet hebben, wort versocht, dat hirinne behoerlick moege versien werden". De gemeenten waren dus wel eens erg traag! Maar hoe waren dan de predikanten? Soms werd de hulp van de overheid ingeroepen om de mensen naar de kerk te krijgen, zoals, om één voorbeeld te noemen, de Gelderse synode van 1583 deed. De treurige toestanden die we aantroffen in de classis Rolde waren echter uitzonderingen. Op vele plaatsen werd er méér dan tweemaal dienst gehouden. Dit was voornamelijk het geval in de steden, waar meer predikanten waren. Dikwijls waren er drie of vier diensten per zondag. Twee voorbeelden. In het begin van de 17e eeuw had men in Groningen 4 diensten, des voormiddags om (schrik niet!) 6 uur en om 9 uur, verder een dienst in de namiddag en een avonddienst. In Dordrecht waren ook meestal 3 of 4 diensten, waarvan de eerste om half 8 later om 8 uur aanving. Bovendien had men in verschillende plaatsen elke werkdag nog gelegenheid een preek te beluisteren, niet alleen in avondbeurten, maar ook wel op de voormiddag. De kerkelijke vergaderingen hielden zich ook meermalen bezig met de duur van de kerkdiensten. Reeds in de artikelen van Wezel, 1568, wordt aan het adres van de predikant gezegd: Hij zal zich er ook voor wachten, dat hij niet door al te wijdlopige predikatiën én het geheugen van de hoorder bezware én diens ijver verstompe en als 't ware zijn maag tot walging verwekke. Daarom zal hij zich beijveren zijn rede tot de duur van één uur te beperken, cap. II,24. De synode van Dordrecht, 1574, sprak in art. 38 uit: De Dienaers sijn vermaent haer toehoorders met de langhen predicken niet te beswaren, ende haer predicatien boven d'ure soo veel meughelick is, niet te vertrecken. Deze bepalingen, die later door verschillende synoden moesten worden vernieuwd, waren in die tijd niet overbodig, omdat sommige predikers van geen ophouden wisten. Soms bemoeide de overheid er zich mede. Er werden soms boeten gesteld op het te lange preken, b.v. in Dordrecht 3 stuivers! Op de kansels plaatste men zandlopers, om de predikers enig besef van tijd bij te brengen en hun eventuele verontschuldigingen te benemen. Het aantal diensten verminderde in de loop der jaren, maar lang preken bleef op verschillende plaatsen in gebruik, trots alle bepalingen die men afkondigde en alle maatregelen die men nam. Uit de vorige eeuw vermelden wij nog een besluit van de kerkeraad ener Afgescheiden gemeente. In de Huishoudelijke bepalingen der Christelijke Gereformeerde Gemeente te Amsterdam benevens het Adres door dezelve ingediend aan Z.M. den Koning, vastgesteld door de kerkeraad op 14 juni 1837 lezen we in art. 38: In gewone tijden zal de Gemeente op den dag des Heeren drie malen vergaderen, des morgens, des middags, en des avonds, ten half tien, ten twee en ten half zes ure. De Opzieners zullen zorg dragen dat geene vergadering, behalve die, waarin het H. Nachtmaal bediend wordt, langer dan twee uren voortduurt.
In onze kerken is het gelukkig regel, dat er tweemaal per zondag gepreekt wordt of althans dienst wordt gehouden. Vroeger, geen halve eeuw geleden, werd op sommige plaatsen nog driemaal dienst gehouden. Op allerlei vragen op de dienst des Woords betrekking hebbende gaan we thans niet verder in — zij vallen buiten het kader van een bespreking van de Kerkorde.
Tenslotte zij nog herinnerd aan de tweede zinsnede van artikel 64: Het samenkomen op werkdagen wordt aan het oordeel van de Kerkeraad overgelaten. Wat de zondagen betreft baseert de Kerkorde zich op het goddelijk gebod van de heiliging van Gods dag en de opdracht om het Evangelie te verkondigen, maar voor de werkdagen staat het anders. Ten aanzien van diensten op werkdagen heeft de kerkeraad de bevoegdheid om beslissingen te nemen, rekening houdend met allerlei toestanden en omstandigheden.

A. (Apeldoorn), H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1964

De Wekker | 8 Pagina's

Kerkdiensten (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1964

De Wekker | 8 Pagina's