Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Levensbehouder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Levensbehouder

Het beeld Gods

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe zal ooit God weer aan Zijn eer komen in het leven van de gevallen mens? Het zondebederf heeft de beelddrager Gods, de mens, zo totaal verdorven, dat hij onbekwaam is tot enig geestelijk goed en geneigd tot alle kwaad.
Hoe zullen de nakomelingen van Adam, eens geschapen naar Gods beeld, hun goddelijke levensroeping weer kunnen vervullen, nu zij dat beeld Gods in engere zin kwijt zijn? Ze moeten profeten Gods op aarde zijn, maar . . . ze zijn de ware kennis kwijt en verduisterd in het verstand spreekt hun tong enkel bedrog.
Ze moeten als priesters in Gods heiligdom het reukwerk der dankbare verheerlijking Gods brengen, maar . . . buiten Gods heiligdom gebannen, bewieroken zij alleen zichzelf.
Ze moeten als koningen heersen en Gods heilige wil en wet tot gelding brengen, maar . . . ze zijn slaven van de zonde geworden, opstandelingen, die al Gods geboden met gedachten, woorden en werken overtreden. Ze hebben niet alleen eenmaal de gehoorzaamheid aan God opgezegd, maar dagelijks betuigen ze het in heel hun bestaan dat ze de geboden Gods negeren en soboteren en eigen zin en wil handhaven en uitvoeren.
Uit die oude Adamswortel van het menselijk geslacht is voor God niets meer te verwachten!
En uit die wortel is ook uw en mijn leven een loot, die opschiet in volle bladertooi tot straks de landman komt zoekende vrucht.
Zeker we zijn mens gebleven, en de geraffineerdheid van de zonde bewijst alleen de rijkdom van Gods gaven en mogelijkheden aan Zijn beelddrager gegeven.
En toch zal God Zich daarin eeuwig verheerlijken en Zijn glorie doen blinken, dat Adamskinderen Hem weer dag en nacht zullen dienen in zijn tempel en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid!
Maar dan zal niet alleen hun levensschuld voor God, de Heilige, voldaan moeen worden, ook hun verzaakte en onmogelijk meer te vervullen levensroeping zal vervuld moeten worden in volmaakte gehoorzaamheid aan God. Dan zal het beeld Gods in de gevallen en aan zijn eeuwigheidsbestemming ontzonken mens weer hersteld moeten worden. Er zal op aarde een mens moeten komen die de schuld kan verzoenen, die de mensen in alles gelijk wordt, maar dan uitgenomen de zonde en haar verderf. Een mens, de Mens die als volkomen beeld Gods de levenstaak volbrengt en Gode de eer geeft. Die mens heeft God uit Zijn onbegrijpelijke liefde gegeven, de 2e Adam uit een vrouw geboren, geworden onder de wet en nochtans de Heere uit de hemel, Jezus Christus, Zijn eigen Zoon.
Zal die Verlosser werkelijk een volkomen werk doen en onze Levensbehouder zijn, dan zal Hij de schuld van ons door de zonde ontadelde en in schuld verloren bestaan moeten verzoenen, onze profetische, priesterlijke en koninklijke schuld. Maar dan zal 't door Zijn werk mogelijk moeten worden dat het beeld Gods weer hersteld wordt, wij weer profeten, priesters en koningen Gods worden.
Daartoe heeft Hij de levendmakende Geest verworven.
De Zaligmaker, de Redder en Behouder van ons leven moest daarom de grote Ambtsdrager zijn, de Messias, de Gezalfde van de Vader. Hij is gezalfd van eeuwigheid af tot het drie-voudig ambt: profeet, priester en koning.
Die verwonderde vreugde klinkt door in het schriftuurlijk antwoord dat de kerk geeft op de vraag: Maar wie is deze Middelaar, die tegelijk waarachtig God en een waarachtig rechtvaardig mens is? Onze Heere Jezus Christus, die ons van God tot wijsheid (profeet), rechtvaardigheid (priester), heiligmaking (koning) en tot een volkomen verlossing geschonken is! (H.C. Vr. 18.)
Hij is de mens — Gods eigen Zoon — die in de nacht van leugen en wanklank der zonde op aarde dankend belijden kan voor Zijn Vader: Ik heb U verheerlijkt op de aarde. Ik heb Uw Naam geopenbaard onder den mensen die Gij mij uit de wereld gegeven hebt. Hij de grote Profeet is ook de Priester.
Hij de grote Hogepriester heeft in volmaakte gehoorzaamheid het offer der dankbaarheid aan de Vader gebracht en is tevens, verzoening doende door Zijn eigen bloed, ingegaan in het binnenste heiligdom.
Hij is de Koning, die Satans kop — naar Gods aloude belofte — vermorzelde en de vijandschap aan het kruis gedood heeft. Hij heeft de eer Gods gehandhaafd in het volbrengen van Gods wet. Door Zijn levensoverwinning heeft Hij, de Borg van Zijn volk, door de dood heen zich een volk verlost dat nu weer een koninklijk priesterdom en een geheiligd volk zal zijn.
Daarom is het enkel genade door Hem verworven, dat er herstel van het beeld Gods mogelijk is. Maar dat herstel zal gezien de radicaalheid van het verderf een radicale vernieuwing moeten zijn.
Alleen in de vereniging met Christus, in de levensgemeenschap met Hem, ingeplant als ranken in de Wijnstok Christus zal ons leven weer vruchten kunnen dragen die God verheerlijken, zodat tot Gods eer ons leven weer aan Zijn doel gaat beantwoorden.
Alle levensverandering die niet uit het herscheppende werk van de Heilige Geest, die de Geest van Christus is, opkomt en niet uit de geloofsgemeenschap met de Heere Christus leeft en vruchten draagt, moge heel wat schijnen, maar is in wezen niet God verheerlijkend.
Allerlei psychologische overwegingen en psychiatrische ontledingen mogen een heel ander mens van ons maken, uitwendige cultivering en mogelijke milieuverandering mogen ons brengen tot een misschien wel godsdienstig levenspatroon, opvoeding en traditie mogen ons doen hechten aan en strijden voor bepaalde waarden in het godsdienstig leven, alleen dan, als door de hartsvernieuwende arbeid van Gods wederbarende Geest het Beeld Gods weer in ons hersteld wordt, zal ons leven Hem weer in waarheid en oprechtheid kunnen dienen.
Alle menselijke wijsheid en geleerdheid brengt ons niet tot het profeteren dat God verheerlijkt, omdat er buiten Christus en Zijn Geest en Woord geen ware kennis van God is. Hij is het die ons de Vader verklaart en dit is het eeuwige leven dat zij U kennen de enige en waarachtige God en Jezus Christus die Gij gezonden hebt.
Alle eigenwillige godsdienst waarbij we al onze gaven en goederen, ja zelfs ons leven zouden willen leggen op het altaar Gods in priesterlijke dienst, maakt ons nog niet tot priester Gods en van het Lam, omdat de liefde Gods het levensgeheim is, dat, alleen in Christus geopenbaard, ons offer slechts adelen kan voor Hem. Alle wetsbetrachting en levensheiliging, waarbij we de zonde trachten te overwinnen en ons leven te polijsten voor God, beoogt ten diepste onszelf op de troon te zetten, als ze niet geleerd wordt in het dal van ootmoed waar we als een schuldig zondaar leren leven uit het wonder van de overwinnende genade van Jezus Christus.
Niet van buiten af, welke invloeden en omstandigheden God ook gebruiken wil, maar van binnenuit, uit het wonder van Gods herscheppende genade door Woord en Geest bloeit het wonder op, dat Gods mens, die Hij verloren had door de zonde, weer een mens Gods wordt, vernieuwd tot kennis naar het beeld desgenen die hem geschapen heeft.

R. (Rotterdam) de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1964

De Wekker | 8 Pagina's

De Levensbehouder

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1964

De Wekker | 8 Pagina's