Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De crisis in de Geref. Kerken (vrijgemaakt)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De crisis in de Geref. Kerken (vrijgemaakt)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elders in dit nr. wordt geschreven over de crisis in de vrijgemaakte kerken. We geven hier de visie van prof. C. Veenhof weer, die in „Opbouw" het volgende artikel schreef over deze droeve zaak.

Het verbijsterende feit dat de generale synode onzer kerken uiteenviel, is terwijl ik dit schrijf, in heel Nederland bekend.
Het heeft in alle kranten gestaan en het is via de radio omgeroepen dat de synode met veertien tegen dertien stemmen een besluit heeft genomen inzake het conflict in Groningen-Zuid en dat toen de minderheid de synode heeft verlaten. Zij kon de verantwoordelijkheid voor deze beslissing en de wijze waarop zij genomen was niet langer dragen.
Nadat dit geschied was is de minderheid toch weer naar de volgende synodevergadering gegaan. De broeders die tot deze minderheid behoren verklaarden volgens het door hen gepubliceerde communiqué dat ze tot volledige samenwerking bereid waren, maar vooraf een broederlijk gesprek over het voorgevallene noodzakelijk achtten. Dat werd evenwel door de meerderheid geweigerd. En daarna zijn de broeders van de minderheid onverrichterzake naar huis gegaan.
Het uiteenbreken van de synode is bijna niet te geloven.
Maar het is een harde, een bittere werkelijkheid.
En we worden er allen onontwijkbaar mee geconfronteerd.

De ernst van dit gebeuren springt vooral in het oog als we nagaan dat het gaat om een minderheid van niet minder dan dertien synodeleden.
En deze vormen niet, zoals j.l. zondag ergens in een preek werd gezegd „een stel kwajongens die weggelopen zijn, omdat ze hun zin niet konden krijgen".
Neen, het zijn, ook nu nog, synodeleden. Ze zijn en bleven dat want daartoe zijn ze wettig gekozen. Het zijn broeders die ook het vertrouwen van de kerken ontvingen. Het zijn dertien ambtsdragers die met de anderen bij de aanvang van de synode hebben beloofd zich bij alles wat de synode te behandelen zou krijgen te zullen laten leiden door Gods Woord en die zich met al hun medeleden toen opnieuw hebben gebonden aan de belijdenis. Er zijn oudere broeders bij die reeds vóór maar vooral ook tijdens en na de vrijmaking, de kerk des Heeren met voorbeeldige trouw hebben gediend en het volle vertrouwen der kerken genieten en ook verdienen.
En deze broeders zijn weggegaan.
Dat hebben ze natuurlijk niet zo maar gedaan.
Zoals uit de door enkele van hen in de voorbije weken gepubliceerde synode indrukken duidelijk bleek hadden deze broeders zich reeds maandenlang met volle toewijding aan de arbeid der synode gegeven.
Nu kunnen zij blijkbaar niet langer met een goede consciëntie aan de synode-arbeid deelnemen.
Inderdaad, dat is verbijsterend.
En je vraagt je af: hoe was dit mogelijk?
Zeker, in spanning en ook met bezorgdheid hebben duizenden deze synode tegemoet gezien. Want met verontrusting hadden ze gevolgd de wijze waarop de procedure tegen ds. Van der Ziel tot dusver was verlopen.
De genabuurde kerk van die van Groningen-Zuid had geweigerd aan de door de kerkeraad van ds. Van der Ziel beoogde schorsing mee te werken.
De classis wilde daarop evenmin van een schorsing weten.
Toen schond de kerkeraad van Groningen-Zuid de kerkorde op evidente wijze.
Hij schorste namelijk ds. Van der Ziel op eigen gezag geheel alléén.
Maar daarna verklaarde de particuliere synode van Groningen tegen de kerk van Groningen-Noord en de classis in dat ds. Van der Ziel geschorst moest worden!
Ze keurde bovendien de schending van de kerkorde, zoals die door de kerkeraad van Groningen was begaan, goed.
En de classis Groningen volgde haar daarna, annulerend wat ze eerst had uitgesproken.
Dat was een zeer verontrustende gang van zaken.
Menigeen vroeg zich toen reeds af: kan, mag bij zo'n gang van zaken wel van een schorsing sprake zijn?
Kan, mag bij een zo uitgesproken schorsing wel de leiding des Geestes worden geloofd?
Kan, mag een zo uitgesproken schorsing ooit weerklank vinden in de consciëntie der gelovigen?
Te meer omdat de meerderheden steeds heel klein en de minderheden steeds zeer groot waren geweest?

Toen de schorsing van ds. Van der Ziel op deze wijze een feit was geworden gingen de gedachten van velen twintig jaar terug.
Toen zijn namelijk in Groningen ook ambtsdragers geschorst.
De slachtoffers van die wandaad waren o.a. ds. Van Dijk, ds. Deddens, ds. Keizer, ds. Van der Ziel.
Ook deze schorsing kon uiteraard volgens de kerkorde alleen geschieden met behulp van de kerkeraad van „de naastgelegene gemeente".
Dat was toen die van Helpman.
De meerderheid van de kerkeraad van Groningen die tot deze schorsing wilde overgaan had gegrond vermoeden dat de kerkeraad van Helpman niet aan deze schorsing wilde meewerken. Maar zij wilde het risico van een weigering van deze kerkeraad niet lopen. En daarom wendde zij zich niet tot „de naastgelegene gemeente" maar tot „een kerk in de buurt" waarvan zij zeker wist dat hij tot de gevraagde hand- en spandiensten bereid was. Zij riep namelijk de hulp in van de kerkeraad van Aduard.
En met behulp van deze schending van art. 79 der kerkorde zijn toen de genoemde predikanten en een groot aantal andere ambtsdragers geschorst.
Maar dit knoeien met de kerkorde is de synodale kerkeraad duur te staan gekomen.
Want toen die kerkeraad ten gevolge van een kort geding over de kerkelijke goederen voor de rechter moest verschijnen ging deze precies de gang van zaken bij de schorsing na. De rechter had de kerkorde voor zich liggen! Zorgvuldig informeerde hij er ook naar of men de kerkeraad van de „de naastgelegene gemeente" bij de schorsing had betrokken. En toen men van synodale zijde ten slotte moest bekennen dat men, om zeker te zijn dat men gedaan zou krijgen wat men wilde, een beroep had gedaan op een „kerk in de buurt" heeft de rechter dat vlijmscherp gediskwalificeerd. Hoe was het mogelijk dat een kerk op deze schandelijke wijze het recht schond. En de geschorsten kregen van de kerkelijke gebouwen alles wat zij begeerden.
Maar hoe was het ter wereld mogelijk dat een kerkeraad waarin de herinnering aan dit ergerlijke onrecht nog volop leeft zich nu zélf aan art. 79 der kerorde vergreep?

Wat in de gang van zaken in Groningen velen bovenal bezighield was de vraag: kan, mag men in de kerk de Heeren op deze wijze tucht oefenen?
Gaat het aan een schorsing met een minimale meerderheid uit te spreken en te handhaven?
Is het niet een bespotting van de ernst die deze loodzware kerkelijke handelingen kenmerkt dat die van één enkele stem, één enkele afgevaardigde afhangt. Als er „toevallig" een ander was geweest zou de beslissing precies het tegenovergestelde zijn geweest.
Een schorsing is zo'n huiveringwekkend ernstig gebeuren.
Ze mag alleen worden uitgesproken wanneer ambtsdrager een „openbare grove zonde" heeft bedreven. En zulk een zonde kan toch zeker door ambtsdragers makkelijk worden geconstateerd!
Het gaat daarbij immers volgens de kerkorde om zonden en grove feiten die de bedrijvers voor de wereld eerloos en in een ander gewoon lid van de kerk de afsnijding waardig zouden gerekend worden?
Maar als nu de grootst mogelijke minderheid van de leden ener kerkelijke vergadering wier confessionele en kerkelijke trouw boven alle twijfel verheven is verklaart; deze broeder moge verkeerde dingen hebben gedaan, maar naar onze vaste overtuiging heeft hij een dergelijk ontzettend kwaad niet bedreven — is dan niet het allerminste dat men kan en moet doen de zaak niet doorzetten?
Is een dergelijke stemmenverhouding — als men tenminste de broeders der minderheid metterdaad als broeders beschouwt — niet een duidelijke aanwijzing dat de zaak nog niet „rijp" is voor een beslissing? En dat men dus maar één ding doen mag: de beslissing opschorten?
Wat men in zulk een situatie alleen doen mag is: zich gezamenlijk voor God verootmoedigen over het benauwende feit dat zulk een gemis aan eenheid van gevoelen bestaat, en Hem te bidden om een zo krachtige werking van de Heilige Geest dat er eenparigheid van inzicht komt.
Met alle nadruk moet het worden gezegd: christelijke bescheidenheid en kerkelijke wijsheid eisen dat men zo handelt!

In de goede tijden uit het leven der kerk werd het met nadruk gezegd en ook in praktijk gebracht dat men de diepingrijpende beslissingen omtrent schorsing, afzetting, afsnijding alleen dan mocht nemen — althans indien men de medeleden van de vergadering welke tot het nemen van zulke beslissingen geroepen worden metterdaad als volwaardige trouwe mededienaars in Christus erkende — als allen daarmee instemden.
Als het goed met de kerk staat is het zelfs zó dat als men ten aanzien van een schorsing enz. niet tot eenparigheid van gevoelen kan komen de meerderheid spontaan tegen de minderheid zegt:
„Maar broeders, als u om der consciënte wil nu een schorsing of tuchtoefening niet aandurft, dan wachten wij daarmee. Wij willen u niet in consciëntienood jagen! We zullen dan eerst nog maar weer met de in geding zijnde broeder praten en nóg eens praten. We zullen hem onder de druk van de liefde van Christus zetten. En dan zal er ten slotte één van tweeën gebeuren: Het wordt alles weer helemaal goed. Of, zoals Calvijn dat zegt: „de zweer zal openbreken. En dan zien we allemaal met volkomen duidelijkheid hoe de stand van zaken is".
Ja, zo gaat het in een kerkelijke vergadering als daarin de Heilige Geest werkelijk de leiding heeft.
Zo gaat het in een kerkelijke vergadering waarin men elkaar werkelijk als medebroeders in de ambtelijke bediening beschouwt.
Want dan wordt de gemeenschap des Geestes, het lichaam van Christus, de opbouw van de gemeente niet beheerst door 't rechtlijnige, formalistische hanteren van reglementaire bepalingen. Neen dan wordt alle institutie en organisatie der kerk dienstbaar gemaakt aan de doorwerking van de Geest, aan de bewaring van de broederschap, aan het samen worstelen om tot de eenheid des geloofs te komen niet het minst als het gaat om een tuchtoefening.
Het is puur werelds elkaar in een kerkelijke vergadering te overstemmen.
Dat was een van de ellenden waarin we in de tijd der vrijmaking werden gedompeld.
Het is christelijk en kerkelijk om in zo'n vergadering te worstelen — hoeveel moeite dat ook kost en hoe lang dat ook moge duren — totdat men tot overeenstemming is gekomen.
Van enige prestige-kwestie mag daarbij geen sprake zijn.
Want prestige-kwesties zijn in de kerk eigen werken van de boze.
Nog eens: zó staan de zaken als men in een kerkelijke vergadering elkaar werkelijk als broeders, als dienaars van Christus erkent.

En nu staan we voor het feit dat synode vanwege het conflict in Groningen-Zuid uiteen gevallen is.
En de vraag dringt zich aan ons op: wat moet er nu gebeuren?
Voor wie in de regering der kerk naar synodalistisch-hierarchische beginselen wil handelen is het antwoord doodeenvoudig.
Dan staan de zaken zo:
Er is een besluit genomen.
En besluit is besluit.
Hoe groot de meerderheid was doet er geen zier toe.
De minderheid moet zich zonder meer daaraan conformeren.
En mee blijven doen.
Doet ze dat niet dan is ze revolutionair.
Dan zijn het rebellen!
Dan moeten ze geschorst worden!
Deze klanken zijn ons bekend.
Uit 1944.
Van de schorsende synoden en classis en kerkeraden.
De wijze, waarop men schorsen moet, kan men nauwkeurig beschreven vinden in de rapporten op grond waarvan prof. Greydanus en prof. Schilder geschorst zijn.
Maar in de kerk van Christus denkt en doet men anders.
Daar vraagt men in de eerste plaats: wat is de oorzaak en de wortel van dat fatale verschil van gevoelen.
En nu het in de synode vastliep nu moesten de kerken spreken.
Als de „knechten" er niet uit kunnen komen dan moeten hun „lastgevers" de zaken in handen nemen.
Synodes zijn tenslotte — gelukkig — niet meer dan samenkomsten van afgevaardigden van kerken.
En voorts: laten de kerken er met alle kracht om bidden en voor vechten dat het gif van de verdeeldheid niet in haar gemeenschap doordringt!
Laten alle broeders en zusters van iedere kerk tegen elkaar zeggen:
Wij blijven elkaar ten volle als broeders en zusters erkennen.
Wij laten ons door geen honderd synoden uit elkaar rijten.
Wij houden elkaar vast in de kracht des Geestes!
Wij laten liever alle classis en synoden los dan dat wij hier op onze plaats zouden toelaten dat wat God één heeft gemaakt en één wil houden tot ontheiliging van Gods naam, tot schande voor de wereld en tot eigen onherstelbare schade zou worden uiteengescheurd.

We hopen dat naar dit priesterlijke woord wordt geluisterd in deze kerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1964

De Wekker | 8 Pagina's

De crisis in de Geref. Kerken (vrijgemaakt)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1964

De Wekker | 8 Pagina's