Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bestaat er religieloos christendom?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bestaat er religieloos christendom?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er wordt tegenwoordig heel wat geschreven over de moderne mens. Men krijgt wel eens de gedachte dat deze figuur te veel eer wordt aangedaan, zodat hij zou kunnen gaan denken heel iets belangrijks te zijn. Bovendien is het gevaar van generalisering niet uitgesloten.
Toch is het alles waard om de moderne, onkerkelijke, religieloze mens van vandaag goed te kennen. Vooral ook met het oog op de wijze, waarop de kerk hem moet benaderen met de verkondiging van het evangelie.
Een van de eigenschappen, die men in de moderne, religieloze mens van vandaag meent te kunnen ontdekken, is zijn mondigheid.
De uitdrukking is van de bekende Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer.
Er is de laatste tijd veel over hem geschreven. Vooral ook in de laatste weken, omdat het 9 april j.l. juist 20 jaar geleden was, dat deze zeer begaafde en bewogen mens in het concentratiekamp Flossenbürg werd opgehangen, 39 jaar oud, op het moment dat de kanonnen van het naderende Amerikaanse bevrijdingsleger reeds vanuit de verte in het kamp te horen waren.
Bonhoeffer was een man van bijzondere kwaliteiten. Reeds op 21-jarige leeftijd schreef hij een proefschrift, dat hem een academische loopbaan in het vooruitzicht stelde. Maar bovenal was hij pastor. Zijn bewogen en diepvoelend gemoed stelde hem daartoe in staat. In 1931 werd hij studenten-predikant en privaatdocent te Berlijn.
Reeds direct bij het opkomen van het nationaal-socialisme in Duitsland nam hij deel aan het verzet. Hij zag in deze beweging terecht een van de ergste gevaren voor kerk en evangelie. Vooral in de vervolging der Joden zag hij duidelijk een exponent van het goddeloze uitgangspunt en doel van deze beweging. Zijn verzet tegen het nationaal-socialisme vond bij hem geheel zijn wortel in zijn christelijk geloof. Het was voor hem een geloofszaak.
In 1943 werd hij gearresteerd. In de gevangenis schreef hij zijn dagboek, waarin hij zijn gedachten over kerk en wereld neerschreef. Na de oorlog zijn deze dagboekbladen uitgegeven onder de titel „Widerstand und Ergebung" (Verzet en Overgave).
Bonhoeffer voelde zich gesteld voor een moeilijk vraagstuk. In zijn verzet tegen het nationaal-socialisme wist hij zich gesteund door vele onkerkelijke en ongodsdienstige mensen, terwijl hij vele christenen en kerkmensen enthousiast zag voortmarcheren onder de vanen van het nazidom. Dit bracht Bonhoeffer tot de vraag of er een christendom bestaat zonder religie. Het religieuze en kerkelijke christendom bleek van het eigenlijke van de christelijke religie niets te verstaan. Religie en geloof bleken niet identiek te zijn. Maar is er een religieloos christendom mogelijk dat de kern van het evangelie beter heeft verstaan dan het religieuze?
Bonhoeffer vraagt zich af of de kerk moet trachten zoveel mogelijk leden te werven of moet de religieloze mens het bewustzijn worden bijgebracht dat hij in feite een christen is?
Het schijnt hem goed toe, dat de kerk maar eens ophoudt mensen tot de godsdienst te brengen. Zij moet zolang zwijgen tot ze een nieuwe interpretatie van het evangelie heeft gevonden, waardoor zij de moderne mens opnieuw kan aanspreken.
Bonhoeffer legt er sterk de nadruk op, dat de moderne mens mondig is en als zodanig moet worden geaccepteerd. Hij laat zich door de kerk niet meer bevoogden. Hij heeft de kerk niet meer nodig. Zelfs God heeft hij niet meer nodig. Al meer wordt God uit het moderne leven weggedrongen.
Christenen zien in deze ontwikkeling de grote afval van God, maar de wereld voelt zich volkomen veilig. Fiasco's en mislukkingen doen haar geenszins twijfelen aan de juistheid van de weg die zij is ingeslagen.
De christelijke apologetiek is op verschillende wijze tegen deze zelfverzekerdheid in het strijdperk getreden. Zij probeert de wereld duidelijk te maken dat ze zonder God als voogd niet leven kan. Maar zonder resultaat.
Bonhoeffer vindt dit een gelukkige omstandigheid. God is geen deus ex machina, een noodhulp, geen middel om antwoorden en verklaringen te geven, waar ons begrijpen en onze mogelijkheden falen. Dit betekent een nieuwe oriëntering voor de kerk en voor de wereld op de boodschap van het evangelie. Het gaat niet om een nieuwe religie, maar om een leven in dat deel heeft aan het lijden en de opstanding van Christus. Geloof is waken met Christus in Gethsemane. Het is het deelnemen aan het zijn van Jezus. De kerk is slechts kerk als zij er voor anderen is.
Het is niet eenvoudig Bonhoeffer in zijn bedoeling te verstaan.
De bekende engelse bisschop Robinson haalt hem nog al eens aan in zijn gerucht makend boekje „Eerlijk voor God". Hij noemt Bonhoeffer naast Paul Tillich en Rudolf Bultmann als een van de mensen, aan wie hij zijn gedachten heeft ontleend. En vooral Bonhoeffers gedachte over een religieloos christendom heeft hem zeer aangesproken. Maar het is de vraag of Robinson hem goed begrepen heeft.
Het is ook niet eenvoudig. Bonhoeffer heeft zijn losse gedachten niet kunnen uitwerken en systematiseren.
Zoveel is wel duidelijk, dat hij in de kerk als het religieuze christendom veel gevonden heeft, dat met het evangelie niets te maken heeft, zoals schijngodsdienst, ongeloof, haat en verdwazing, en dat hij in de wereld, het religieloze christendom, veel vond, dat hij meer in overeenstemming achtte met de geest van het evangelie. Bekering van de godsdienstloze mens tot de kerk betekent nog geen redding. Kerk en wereld moeten beide worden bekeerd. Voor beide is nodig een nieuwe bezinning op het evangelie.
Er is zoveel religieus christendom, dat aan het geloof in Christus en het leven uit hem volkomen vreemd is. Zo heeft Bonhoeffer het in Duitsland ervaren, maar dat geldt overal. Er is zoveel wat wij plegen naam-christendom te noemen. En dat trekt de wereld niet aan, maar stoot haar af. Er is zo ontzaglijk veel warvoor wij ons in de kerk moeten schamen en waarvan wij ons moeten bekeren. Er is zoveel dood geloof, dat wel redeneert, maar waar geen kracht en geen leven van uit gaat.
Doch als er zoveel religieus christendom is dat het echte niet is, zal men dan zijn heil zoeken bij een religieloos christendom? Dat is een christendom zonder kerk, zonder bijbel, zonder gebed. Is dat christendom? Kan er werkelijk christendom zijn zonder geloof in Christus? En zoekt dit geloof geen voeding in het Woord, steun in het gebed en gemeenschap met anderen? Of wil Bonhoeffer menselijke eigenschappen zoals eerlijkheid, trouw, naastenliefde zonder meer identificeren met het geloof? Ik geloof van niet.
Wat Bonhoeffer religieloos christendom noemt heeft in werkelijkheid met christendom weinig te maken. Het is het in wezen zelfs helemaal niet. Het is vijandschap tegen God en Christus. En dat eist waarachtige bekering.
Geen bekering tot de kerk zonder meer. Zowel de kerk-mens als de niet-kerk-mens zullen moeten buigen onder het Woord Gods.
En dat Woord eist geloof. En dat geloof is wat anders dan geloof in dogma's of het traditioneel gaan in oude paden. Het is telkens weer vragen: leer mij Uw paden, leid mij in Uw waarheid en leer mij. Dat geloof is ook wat anders dan naastenliefde zonder meer.
Dat geloof is leven. Leven uit Christus en met Christus. Dat is voor Bonhoeffer een weg van lijden en zelfverloochening. Het is deelhebben aan het lijden van Christus.
Bonhoeffer heeft in zijn leven ervaren wat dat betekent. En hij schrijft er op ontroerende wijze van. We kunnen in dat opzicht heel wat van hem leren.
En wat we ook van hem leren kunnen is zijn worsteling met de kerk en met de moderne mens om beide te behouden, ook al zouden zijn oplossingen niet de juiste zijn. Want zijn religieloos christendom is een fictie en in strijd met wat de bijbel leert en wil.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1965

De Wekker | 8 Pagina's

Bestaat er religieloos christendom?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1965

De Wekker | 8 Pagina's