Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nieuwe belijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuwe belijdenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Allerwege hoort men tegenwoordig roepen om een nieuwe belijdenis. Om een, die past in het wereldbeeld van vandaag. Een, waarin ook zoveel mogelijk christenen elkaar kunnen vinden.
In vele christelijke kerken over heel de wereld functioneert de apostolische geloofsbelijdenis niet meer. Men houdt haar aan als een historisch document, maar een actuele en levende belijdenis is zij in vele gevallen reeds lang niet meer.
Iedere tijd, zo redeneert men, heeft zijn eigen geloof en zijn eigen uitdrukkingswijze om dat geloof te belijden. Wereldbeeld, denkkader, taal enz. zijn belangrijke factoren in de uitdrukkingswijze van het geloof. Deze factoren zijn veranderlijk. Ze horen bij een bepaalde tijd en een bepaald milieu. Zelfs het evangelie zelf zou veranderlijk zijn. Ook dat zou de kenmerken en de vormen dragen van zijn tijd. Het moet telkens weer van die vormen worden ontdaan. Robinson heeft zich de tolk van velen gemaakt, toen hij schreef te geloven, dat het een vereiste is om op veel radicaler manier dan tot dusver het geloof in nieuwe vormen te gieten, „waarbij de meest fundamentele categorieën van onze theologie — God, het bovennatuurlijke en de religie — in de smeltkroes geworpen moeten worden."
Het is waar, dat uitdrukkingswijzen het kenmerk kunnen dragen van de tijd, waarin ze werden geformuleerd. Elke tijd spreekt zijn eigen taal. Daarom zijn uitdrukkingswijzen nooit absoluut. Zij kunnen zich wijzigen en moeten soms gewijzigd worden.
Het grote gevaar waartegen echter moet gewaakt worden is, dat met vernieuwing van de uitdrukkingswijze het evangelie zelf wordt veranderd. En dat ziet men vaak gebeuren. Niet alleen de uitdrukkingswijze wordt aangepast aan de tijd, maar ook het evangelie zelf. En dat is soms ook wel het eigenlijke bedoelen. Onder het mom van een nieuwe uitdrukkingswijze wordt wat de ergernis van het evangelie is weggenomen.
Enige tijd geleden heeft de Noord- Amerikaanse Raad van de World Presbyterian Alliance (de Gereformeerde Wereldbond, wel te onderscheiden van de Geref. Oec. Syn.) een nieuwe belijdenis ontworpen en die aan 13 bij deze Raad aangesloten kerken toegezonden. De tekst ervan luidt:
„Wij geloven in God de Almachtige Vader, Schepper en Onderhouder en Souverein Heer van allen. Die over alles regeert voor de vervulling van Zijn heilige, wijze en liefdevolle bedoelingen in de wereld.
En in Jezus Christus, Zijn Zoon en onze Zaligmaker, door wiens volkomen offerleven en dood en triomfantelijke opstanding wij vergeving hebben en met God en met elkander verzoend zijn.
En in de Heilige Geest, de Geest van de Vader en de Zoon, door wiens inwonende werking wij in gemeenschap worden gebracht met de kerk, het lichaam van Christus.
En in deze gemeenschap krijgen wij deel aan Zijn machtige kracht om het leven in al zijn betrekkingen te vernieuwen, overtuigd dat voor het leven hiernamaals Hij in staat is voor ons en in ons en door ons overvloedig te doen boven wat wij vragen of denken.
In dit geloof aanbidden wij één God — Vader, Zoon en Heilige Geest — en vertrouwen wij onszelf in nederig berouw en dankbaar vertrouwen toe aan Zijn dienst in de wereld."
Dr. Mclntire, de voorzitter van de I.C.C.C. wijst in zijn blad „Christian Beacon" deze belijdenis terecht met kracht af. Kernpunten uit het evangelie worden verdoezeld. Mclntire merkt op: „Er is hier geen verwijzing naar de Almachtige God als Zaligmaker en Rechter' Er is geen verwijzing naar de maagdelijke geboorte, zondeloos leven, de verzoening door het bloed of de lichamelijke opstanding en zichtbare hemelvaart van Jezus Christus. Christus wordt slechts Zijn Zoon genoemd, niet zijn eniggeboren Zoon. De tegenstelling op deze punten met de Apostolische Geloofsbelijdenis is absoluut ontstellend. De verwijzingen naar „de derde dag" „zittende ter rechterhand Gods des Almachtigen Vaders", „vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden" — deze uitdrukkingen zijn verwijderd. Maar zij zijn niet verouderd. De kerk heeft ze lief en als deze belijdenis een goede belijdenis was voor de christenen van de eerste eeuw dan is zij zeker een goede belijdenis voor de christenen van de twintigste eeuw. Deze nieuwe belijdenis zegt dat wij vergeving hebben, maar ze spreekt niet van vergeving van zonden. Wij worden met God en met elkaar verzoend, maar verzoening heeft voor de meeste vrijzinnigen niets te maken met het bloed van Christus. Het is geworden een strategie en techniek van het gesprek, en concessies en compromissen. De nieuwe belijdenis heeft „een eeuwig leven" weggelaten, ofschoon zij spreekt van een „leven hiernamaals". De wederopstanding des vleses wordt niet genoemd. Deze belijdenis kan niet betekenisvol zijn voor een christen die begrijpt wat de Heere voor hem heeft gedaan en die roem draagt in alles wat Christus, zoals Hij wordt voorgesteld in de Heilige Schrift, is".
Dr. McIntire merkt tenslotte op: „Een verwekelijkt Christendom biedt een verwekelijkte kerk een verwekelijkte belijdenis en het soort christen dat dit voortbrengt is het soort dat zichzelf meer beschouwt als een revolutionair dan als een discipel van Jezus Christus die geroepen is om het evangelie aan de ganse schepping te verkondigen".
Wat dr. Mclntire zegt, is juist. We hebben in genoemde „proeve van belijden" maar niet te doen met een nieuwe uitdrukkingswijze, maar met een nieuw geloof. Dat geloof is een ander dan datgene, dat de oude christelijke kerk heeft uitgesproken in de Apostolische Geloofsbelijdenis. Het geloof, dat daarin wordt uitgesproken, is gegrond op de Heilige Schrift. Terecht heeft Calvijn gezegd, dat deze geloofsbelijdenis niets bevat, wat niet met de grondige getuigenissen der Schrift te bevestigen is.
Het is mogelijk dat er veel in staat, waarmee de moderne mens niet overweg kan. Maar moet het daarom veranderd worden? Kon de mens uit de dagen van Paulus er beter mee overweg? Ik geloof van niet. Maar het evangelie, dat Paulus bracht, heeft onder de zegen des Heeren machtige wonderen gedaan. Dat evangelie is nog een macht. Een naar de mens vervormd evangelie haalt uiteindelijk niets uit. Dat is krachteloos geworden. God wil nog altijd behouden door de dwaasheid der prediking (1 Cor. 1:21). Daarom zullen wij de oude belijdenis moeten handhaven en de boodschap van het evangelie, zoals God ons die in Zijn Woord gegeven heeft, onverkort en onveranderd moeten blijven verkondigen.
Het zal eventueel in een nieuwe belijdenis moeten gaan om hetzelfde, onveranderlijke evangelie van Jezus Christus, dat ook vandaag nog is een kracht Gods tot behoudenis.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 1965

De Wekker | 8 Pagina's

Een nieuwe belijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 1965

De Wekker | 8 Pagina's