Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De man in de schaduw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De man in de schaduw

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder deze titel verscheen dezer dagen het boek van de Baarnse pastor ds. W. Ruiter over ds. F.P.L.C. Van Lingen. Het was bekend, dat ds. Ruiter reeds lang studie maakte van deze begaafde en boeiende figuur. In een „Ter Inleiding" zegt hij er zelf van: „Het is al jaren geleden, dat ik begon met mijn naspeuringen omtrent ds. F.P.L.C. Van Lingen, de stichter van het eerste Chr. Gymnasium te Zetten, later voortgezet te Arnhem. Hoe meer ik ging speuren, hoe meer de figuur van Van Lingen voor mij ging leven. Zo werd ik geprikkeld tot nader onderzoek".
Het is een felicitatie waard, dat het boek thans klaar gekomen is en dat een weg gevonden werd, waardoor het mogelijk was het voor een niet al te hoge prijs op de markt te brengen. Het werd uitgegeven als paperback-uitgave in een fraai tweekleurenomslag, formaat 14 X 22 cm, door de uitgeverij T. Wever te Franeker, telt 206 bladzijden, kost gebrocheerd ƒ 6,90 en is geïllustreerd met 17 interessante foto's.
Prof. J.J. v.d. Schuit, die eens leerling was van ds. Van Lingen, heeft een voorwoord geschreven, waaruit nog eens weer opnieuw blijkt welk een diepe eerbied en dankbaarheid deze oud-leerling nog voor zijn oud-leermeester koestert. Prof. v.d. Schuit schrijft, dat deze man in zijn jeugdjaren een diepe indruk op hem gemaakt heeft en een onuitwisbaar stempel op zijn vorming tot dienaar des Woords gedrukt heeft. „Zijn fijn profiel, zijn heldere blik, zijn rustige houding, alles was welsprekend bij Van Lingen en kenmerkte de man van wetenschap, die zijn stof au fond beheerste. En daarbij, het was alles bij Van Lingen zo natuurlijk, zo gewoon, zo vanzelfsprekend, dat men steeds onder de indruk van zijn persoonlijkheid kwam".
„Maar wat bovenal Van Lingen sierde, was zijn diepte van geestelijk leven, was zijn innige Godsvrucht".
Ds. Ruiter heeft zijn boek de titel gegeven: „De man in de schaduw". Daarmee is de persoon van Van Lingen geloof ik terecht getypeerd. Hij was een man van bijzondere gaven, iemand met een buitengewone ontwikkeling en kennis en heeft een enorme werkkracht in zijn leven aan de dag gelegd. Hij was een „strijder voor het christelijk middelbaar onderwijs en kerkherstel", zoals de ondertitel van het boek luidt. Hij kan genoemd worden naast mannen als Groen, Kuyper en Bavinck. En toch is hij altijd de man in de schaduw gebleven. Hij heeft nooit vooraan gestaan. In een „Besluit" tracht ds. Ruiter hiervan de oorzaken aan te wijzen. Hij noemt er enkele, maar vooral ook was Van Lingen er zelf de man niet naar om zich op de voorgrond te stellen. Maar als man in de schaduw heeft hij toch veel licht mogen verspreiden.
We krijgen in het boek van ds. Ruiter een helder beeld van het leven en de betekenis van ds. Van Lingen.
Vooral zijn betekenis voor het christelijk gymnasiaal onderwijs komt goed uit de verf. Van Lingen was er zeer sterk van overtuigd, dat de kerk behoefte had aan godvrezende jongelieden, die de kerk zouden moeten dienen als predikant. Met dat doel stichtte hij het bekende gymnasium te Zetten, omdat dit volgens hem de beste weg was tot kerkherstel. Met geweldige krachtsinspanning en volhardende geloofsmoed heeft hij bijna dertig jaar lang aan het hoofd van dit eerste christelijke gymnasium te Zetten gestaan. De grote betekenis van Van Lingen komt hierin duidelijk uit. Hij was de grote stichter van deze tak van christelijk onderwijs. Hier staat de bijzondere betekenis van Van Lingen in helder licht. Het was vaak een moeilijke strijd, maar hij mocht de voldoening smaken, dat honderden leerlingen, die door hem in rechtzinnige geest waren gevormd met rijke zegen de onderscheidene kerken in ons vaderland hebben gediend.
Zeer groot was zijn kennis van de klassieke talen. Ds. Ruiter haalt o.a. een getuigenis aan van dr. A. Kuyper Jr. Deze schrijft: „Ds. Van Lingen was een uitstekend docent en wij hebben veel van hem geleerd. Hij was theoloog en classicus en had met ere de titel Doctor in de klassieke letteren kunnen voeren. Hoe kende hij de Latijnse en Griekse schrijvers en wat was het een genot ze met hem te lezen. Wij stonden er altijd verbaasd over, dat een emeritus-predikant de moeilijke schrijvers zo vlot met ons kon behandelen".
Daarnaast krijgt de betekenis van Van Lingen in de kerkstrijd van zijn dagen alle aandacht. Ds. Ruiter schrijft o.a.: „De liefde van Christus drong hem. Dat was de drijfveer van zijn doen en laten, zoals dat zich in heel zijn leven en werken naar buiten openbaarde. Innerlijk was er vurig verlangen om zielen te brengen tot de Verlossing in Christus".
Hij streed tegen het verval en de onrechtzinnigheid in de Hervormde Kerk. Aan acties als van de „Vereniging van Vrienden der Waarheid" en de „Confessionele Vereniging" bood hij krachtige steun. Veel spreekbeurten hield hij voor „kerkherstel" en hij bleef ijveren voor reformatie van de kerk. Na 1880 werd de verhouding tot de Herv. Kerk steeds gespannener, vooral door zijn contacten met dr. A. Kuyper. De stichting van de Vrije Universiteit had zijn steun. Ongedacht werd Van Lingen betrokken in het kerkelijk conflict, dat in 1886 plaatsvond. Zijn naam is verbonden aan de eerste gemeente, die openlijk de band met de kerk verbrak en de gehoorzaamheid aan de Synode opzegde.
De Herv. Gemeente van Kootwijk had een beroep uitgebracht op de eerste kandidaat van de Vrije Universiteit. Dit gaf grote moeilijkheden. Op 3 februari 1886 verbrak de kerkeraad van Kootwijk het verband met de Herv. Kerk. Op advies van dr. Kuyper werd ds. Van Lingen verzocht kand. Houtzagers in Kootwijk te bevestigen, wat is geschied. De Doleantie was daarmee een feit geworden en Van Lingen werd daarvan een warm voorvechter. Overal ging hij spreken ten gunste van de Doleantie. Ds. Ruiter noemt hem „één van haar leiders, die zich geheel gaf voor de reformatie van de kerk van die dagen" (blz. 124). Toch was er bij Van Lingen reeds spoedig ernstige critiek op deze beweging. Ds. Ruiter beschrijft dit uitvoerig.
Zijn teleurstelling over de Doleantie bracht hem tot de Chr. Gereformeerden. Hij kon zich met de visie der dolerenden op de Herv. Kerk niet verenigen en meende dat de Chr. Gereformeerden een juister standpunt te dien aanzien innamen. Dit bracht hem in 1891 tot een breuk met de Doleantie en tot de overgang naar de Chr. Geref. Kerk. Het ging hem na aan het hart en de eenheid der broeders bleef hem bezighouden. Ds. Ruiter geeft door wat ds. Van Lingen hier zelf van schrijft: „Onze Ned. Geref. broeders mogen niet menen dat, nu een einde aan mijn weifelen gekomen is, ik mij tegenover hen heb gesteld. Wij hebben één belijdenis, één kerkorde en is dit niet genoeg om elkander lief te hebben en elkander vermanende en overtuigende samen te gaan en naast elkander te arbeiden? Er kome eenheid, maar zonder verkrachting van overtuiging, alleen op de rechte weg, niet uit berekening of zucht om zijn invloed verder te doen reiken of welke onedele drijfveren meer mochten kunnen bestaan. Ze mogen zich overtuigd houden, dat meer dan twee jaar lang over mijn stap is nagedacht en niet zonder ernstige overpeinzing, niet zonder worsteling en strijd, niet zonder veel gebeds alzo is gehandeld. Al gevoel ik dan mij meer getrokken tot de kerk, in 1834 van God reeds uitgeleid, ik blijf de broederband reiken aan de kerken in Doleantie, ook al heb ik tegen het een en ander geen geringe bezwaren, gelijk ik openlijk en dikwijls uitsprak. Geve de Heere, dat wij elkander niet in bitterheid bestrijden, maar in liefde terecht wijzen mogen en daartoe diene ook ons nederig geschriftje".
In 1892 verzette Van Lingen zich tegen de vereniging. Met ds. Wisse stelde hij het bezwaarschrift op, dat mede werd ondertekend door 700 leden van de Chr. Geref. Kerk. Een klein gedeelte van de Chr. Geref. Kerk bleef staan en ging niet met de vereniging mee. Dit deel heeft van ds. Van Lingen veel steun ontvangen, vooral door zijn onderwijs aan de Theologische School in Den Haag.
Ik moet ophouden om meer punten in dit prachtige boek aan te wijzen. Ik hoop, dat ik zoveel heb aangeduid dat velen naar dit boek grijpen. Helaas is in onze tijd geschiedenis en met name de kerkgeschiedenis niet erg in trek. Echter tot schade van het heden.
Ik eindig met een woord van prof. v.d. Schuit: „Mannen als Van Lingen zijn er altijd te weinig. Moge de toekomst ook in dit opzicht nog een verrassing brengen. Ook ons kerkelijk leven dreigt in een crisis te komen, die zal uitwijzen, of wij nog weten te waarderen, waarvoor mannen als Van Lingen gestreden hebben. Als dit geschrift hiertoe nog iets kan bijdragen, zou dit ongetwijfeld een veelvuldige en verblijdende zegen zijn".

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1965

De Wekker | 8 Pagina's

De man in de schaduw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1965

De Wekker | 8 Pagina's