Voorbereidingen voor G.O.S. - 1968

De interim-commissie vergadert
Voor de eerste keer in de geschiedenis heeft de zogenaamde interim-commissie van de Gereformeerde Oecumenische Synode (G.O.S.) een vergadering gehouden en wel op het Zendingscentrum te Baarn. Zo lezen we in „Centraal Weekblad", waaruit we ook de volgende gegevens overnemen.
De G.O.S. is in 1949 in Amsterdam opgericht en is sindsdien driemaal bijeen geweest, in Edinburgh (Engeland) in 1953, in Potchefstroom (Zuid-Afrika) in 1958, en in Grand-Rapids (V.S.) in 1963.
De eerstkomende synode zal in 1968 in Nederland worden gehouden, wellicht in Amsterdam en mogelijk ook in Baarn.
Door de intervallen van vijf jaar tussen twee opeenvolgende bijeenkomsten is de G.O.S. telkens nogal inactief en daarom is de interim-commissie in het leven geroepen om dringende zaken tussentijds te kunnen afhandelen, of adviezen op te stellen voor de eerstvolgende synodebijeenkomst.

Interim-commissie vertelt over haar werk
De bedoeling is dat de interim-commissie in de vijf jaar die tussen twee synodes liggen, tweemaal bijeen komt. En zo waren de zes leden van deze commissie kort geleden in ons land. De interim-commissie bestaat uit: prof. G.N.M. Collins, hoogleraar aan het Free Church College in Edinburgh, voorzitter; prof. F.H. Klooster, hoogleraar aan het Calvin Seminary van de Christian Reformed Church in Grand Rapids (V.S.); prof. dr. H.N. Ridderbos, hoogleraar aan de theologische hogeschool te Kampen; prof. John Murray, hoogleraar aan het Westminster College van de Orthodox Presbyterian Church te Philadelphia (V.S.); dr. J.D. Vorster, predikant te Kaapstad bij de Nederduitse Gereformeerde Kerk; en dr. Paul G. Schrotenboer uit Ontario (Canada), secretarisgeneraal van de G.O.S.
Op een persconferentie in Baarn heeft de interim-commissie ten overstaan van een aantal Kerknieuws-journalisten een en ander verteld over haar werk en de huidige situatie in en rond de G.O.S. Een voor de Nederlandse Kerken wel interessante bijzonderheid was de mededeling dat het de G.O.S. gelukt is wederom contact aan te knopen met een tweetal kerken in Indonesië, namelijk, de Javaanse kerk van Midden-Java, en de Indonesische Christelijke Kerk van Midden-Java, twee kerken dus, die zijn ontstaan uit het zendingswerk van de Gereformeerde Kerken. Reeds eerder was er een dergelijk contact, maar door allerlei omstandigheden is dit later verbroken. Daarom is het verheugend dat de verbinding opnieuw kon worden gelegd, zodat de Indonesische kerken waarschijnlijk in 1968 weer ter synode aanwezig zullen zijn.
Overigens heeft dit hernieuwde contact met de Indonesische kerken in oecumenisch opzicht nog een wonderlijke consequentie omdat nu (huiselijk gezegd) het „wereldraadelement" in de G.O.S. wordt versterkt. Tot nu toe is de G.O.S. nogal anti-Wereldraad geweest en op de laatstgehouden synode in Grand Rapids is zelfs op vrij ondubbelzinnige wijze te kennen gegeven dat men het „koersen in de richting van de wereldraad" door de Gereformeerde Kerken in Nederland bepaald niet kon bowonderen. Maar als nu de Indonesische kerken weer gaan meedoen betekent dit dat er van de G.O.S. kerken gaan deel uitmaken die zonder meer lid zijn van de Wereldraad van Kerken!

Pogingen tot contact
De G.O.S. heeft thans 23 ledenkerken afkomstig uit alle delen van de wereld. Tezamen hebben zij een ledental van bijna drie miljoen. Er zijn echter nog tal van kerken die in aanmerking zouden komen voor het lidmaatschap, maar in het verleden heeft het nogal wat moeilijkheden opgeleverd met deze kerken contact te leggen.
Daarom heeft men besloten eerst een poging te ondernemen tot het leggen van informele contacten door middel van regionale conferenties. Zo'n regionale conferentie zal bij voorbeeld 't volgend jaar worden gehouden in Noord-Amerika waar een groot aantal kleine kerken van gereformeerde signatuur in aanmerking komt. Ook voor Australië wordt een dergelijke regionale conferentie in overweging genomen. Heel even is ook gedacht zoiets voor Europa op te zetten, maar concrete plannen konden nog niet worden uitgewerkt.
Met deze werkwijze tracht men het principe tot uitdrukking te brengen dat „de oecumene begint bij huis". Tot nu toe heeft de G.O.S. in het geheel niet naar dit principe gehandeld. Vandaar het plan tot regionale conferenties die informele mogelijkheden tot contact bieden.

Belangrijke onderwerpen aan de orde
De interim-commissie heeft zich dus bezig gehouden met de voorbereidingen voor de synode van 1968.
Als belangrijkste onderwerpen zullen daar aan de orde komen:
a. de kerk, haar aard en haar oecumenische roeping;
b. de rassenverhoudingen;
c. de vrouw en het ambt;
d. de polygamie op het zendingsveld;
e. het werelddiaconaat.
Op het ogenblik valt over deze onderwerpen nog niet zo erg veel te vertellen, omdat er natuurlijk nog in het geheel geen rapporten gereed zijn. Voor al deze onderwerpen heeft de G.O.S. van Grand Rapids commissies in het leven geroepen teneinde dergelijke rapporten op te stellen.
Door de internationale samenstelling van de commissies was het in het verleden dikwijls moeilijk de rapporten op tijd gereed te krijgen, maar nu er een interim-commissie is, kan deze er op toe zien dat de verschillende commissies hun werk verrichten en tijdig tot een afsluiting brengen.
Het volgend jaar hoopt de interim-commisie opnieuw te vergaderen en wel in Boston in de Verenigde Staten. Daar zal dan ook verder worden gesproken over de mogelijkheid die reeds nu is geopperd om voorafgaande aan de synode in 1968 in Nederland, een speciale conferentie te houden gewijd aan vraagstukken met betrekking tot evangelisatie en zending.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen