Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dankwoord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dankwoord

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu de dagen en de weken van tranen veel, van troost nog meer, achter mij liggen, heb ik behoefte een enkel woord van hartelijke dank te betuigen aan allen, die mij in het smartelijk verlies van mijn lieve vrouw de blijken van hun medeleven hebben doen toekomen.
Moeilijke vertroosters??!!
Maar dan toch niet, mijn beste vrienden, in de zin, waarin Job deze woorden heeft gebruikt (Job. 16:2).
De vrienden van Job waren „moeilijke", beter vertaald waren, „lastige" vertroosters, d.w.z. zulke vertroosters, die in plaats van troost de last van Jobs lijden nog meer verzwaarden.
Neen, gij allen, die van uw innige deelneming blijk gaaft, zijt mij niet geweest „lastige" vertroosters.
Uit alle streken van ons vaderland en zelfs daarbuiten heb ik iets gevoeld van het meeleven in mijn smartelijk verlies.
Houdt U overtuigd, dat ik van elke brief, van elk kaartje, met een innig dankbaar gevoel heb kennis genomen. Ik heb geen woordenschat genoeg om aan dit dankbaar gevoel uitdrukking te geven.
Diepe dankbaarheid heeft geen stem, maar is de stille, rijke indruk van een zieldoorleven, dat zijn toppunt vindt in het stil worden onder God en het stil zijn in God.
Zittend bij het sterfbed van mijn lieve vrouw, die met een rijke blik van hemelse extase is ontslapen, heb ik twee dingen geleerd.
Allereerst dat niet alleen het leven, maar ook het sterven een leerschool is, voor ieder, maar vooral voor dominees. Zij zijn dikwijls te veel „vak"mensen, en te weinig mensen.
Als een, die ons lief is, ons gaat ontvallen, en men krijgt aan dat sterfbed zich zelf terug om in zich zelf ten onder te gaan, als — om het nu maar eenvoudig te zeggen — als de dominee ophoudt dominee te zijn — als alles in hem samenspant om zijn ziel te bestrijden, als zijn preken en zijn persoon op de zifte van de satan komen, hoe heerlijk dan om in zulke uren van zelfondergang de handgreep te voelen van Hem, die een Petrus greep, toen hij begon te zinken, en die voor zijn Petrus bad, toen de satan als een bliksem uit de hemel viel.
Ik heb mogen zingen het lied, dat mijn vrouw zo gaarne zong (en zij kende zovele van deze liederen:

Jezus, Uw verzoenend sterven,
blijft het rustpunt van ons hart
Als wij alles, alles derven
Blijft Uw liefde ons bij in smart.

En er is ook nog een tweede les.
Ik zou alle rouwdragenden, alle bedroefden, allen, die snikkend hun weg gaan, willen zeggen: denkt toch aan de gemeenschap der heiligen. Blijft toch niet zitten in uw huis met uw smart, blijft niet zitten bij de lijkbaar van Uw lieve dode, maar gaat naar Gods huis, zet u neer in het midden der gemeente, stort uw tranen, schaamt U niet voor Uw droefheid en God zal Uw ziel troosten door Zijn Woord en Geest.
Ik heb een gezegende kerkgang gemaakt, en ik heb aan het eind van de dienst zo blijmoedig door mijn tranen heen met de gemeente gezongen:

O, mijn ziel, wat buigt g' u neder
Waartoe zijt g' in mij ontrust
Voed het oud vertrouwen weder.
Zoek in 's Hoogsten lof Uw lust.

Wat dr. Kuyper eens schreef, toen hij zijn vrouw verloor, zeg ik hem zo gaarne na. „In dagen van zulk een zielsbenauwing worstelt het hart tot het in God zijn rouw te boven komt. Uit een de profundis verheft het zich door het sursum corda tot een gloria in excelsis en dan is in Jezus ontslapen kreet van triomf."
Kreet van triomf.
Ja, zo zij het. Hallelujah!
Zo was het, toen ik in het glansvol wijd geopend oog, vol hemelse extase, van mijn stervende vrouw mocht blikken en zij in zo grote vrede van ons scheidde.
Kreet van triomf!
Zo zij het, als we mogen denken aan onze lieve doden, die in den Heere zijn ontslapen, en die eens met ons het pad der vreemdelingschap hebben bewandeld, maar die thans voor altoos thuis mogen zijn.
Kreet van triomf.
Zó worde het voor U en voor mij, wanneer het stervensuur slaat en wij de laatste stap zullen doen op weg naar huis.
Zeg mij eens: waar is een recht geaard kind beter op zijn plaats dan thuis?
Het kind hoort bij den Vader, en de Vader hoort bij het kind. Het kind is thuis in het Vaderhuis, waar vele woningen zijn.

Hoe dichter ik nader
Bij het huis van mijn Vader
Hoe sterker ik hijg.

Uw dankbare rouwdragende
J.J. v.d. Schuit.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1965

De Wekker | 8 Pagina's

Dankwoord

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1965

De Wekker | 8 Pagina's