Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In veilige schuilplaats

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In veilige schuilplaats

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen ging David van daar en ontkwam in de spelonk van Adullam . . . 1 Sam. 22:1.

Deze veilige schuilplaats heeft David uit Gods hand verkregen.
De spelonk van Adullam brengt een keerpunt in Davids vluchtend leven. De breuk met Saul is definitief geworden. Geheel Israël weet het nu zo langzamerhand, dat de verhouding tussen de koning en de toekomstige koning van Israël totaal stuk is.
Saul probeert David te doden, hij wil er niet aan, dat Gods weg anders is dan hij zich die indenkt. Hij zal alles in 't werk stellen Gods werk ongedaan te maken. Dat hij op deze wijze bezig is zich al meer van God af te wenden, schijnt hem niet te deren.
Toen David vluchtte, door zijn vriend Jonathan ingelicht, ging hij ook niet eerst de Heere vragen. Hij komt in grote moeilijkheden. De geschiedenis te Nob, het vluchten naar de filistijnse koning te Gath en het zich daar voor gek houden, toen ze hem ontdekt hadden, waren allemaal zaken, die nu niet het geloofsleven van David van zijn beste zijde deden zien.
Laten we het maar eerlijk zeggen, David leefde in het donker; zal hij, de gezalfde des Heeren nog een der dagen door de hand van Saul omkomen? Dat kan toch niet o David!
Toch kunnen de geloofsmoeilijkheden groot worden in het leven.
In zijn grote nood vlucht David naar zijn God, en de Heere hoorde hem. Hij ontkwam in de spelonk van Adullam, en daar in de van God verkregen schuilplaats komt David tot zichzelf en in de verootmoediging voor God.
Saul zal met strakke hand op zijn troon blijven regeren, het volk zal het gewaar worden, dat men het heeft durven zingen: „Saul heeft zijn duizenden, maar David zijn tienduizenden verslagen".
Voorlopig is David gered. „Als mijn ziel in mij overstelpt was, hebt Gij, o Heere, mijn pad gekend". Deze aanhaling uit Ps. 142 heeft David in deze schuilplaats beleden.
David heeft daar meer geschreven. Ge moet Ps. 56 eens lezen, dat gouden kleinood Davids, als de Filistijnen hem gegrepen hadden te Gath. Ja het was bijna gebeurd geweest met David. Alleen de Heere kon hem redden en heeft hem gered. Dat is steeds het heerlijke in de redding en verlossing van zondaren, dat de Heere naar zijn welbehagen hen vasthoudt en gedenkt.
Het behouden worden is zo heerlijk Gods genadewerk, niet alleen aan het begin, maar ook bij de voortduur. De Heere is het begin en het einde. „Die in de schuilplaats des Allerhoogsten gezeten is, zal vernachten in de schaduw des Almachtigen".
Wat de Heere begint, voleindigt Hij ook, ook al gaat het door de diepte, ook al keert zich zijn kind in eigenwijze dwaasheid menigmaal van hem af. De Heere houdt de wacht als de goede Herder over zijn schapen. Dat heeft David bezongen met het „bij U schuil ik".
Hoe heerlijk komt David in geloofsverootmoediging tot God, als hij in Ps. 57 zegt: „Wees mij genadig o God, wees mij genadig, want mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder de schaduw uwer vleugelen, totdat de verdervingen voorbij zijn gegaan. Ik zal roepen tot God de Allerhoogste, tot God, die het aan mij voleindigen zal".
Zijn ziel is als een harp gespannen, om de schoonste deugden des Heeren te zingen.
Welk een verlossing heeft de Heere bereid.
De Heere houdt zijn verbond en doet zijn beloften tot vervulling komen. Daar kan Saul met al zijn macht niets aan veranderen. Dat meent hij, dat meent de duivel ook, dat probeert de wereld elke dag weer, maar de Heere bestuurt het zo, dat het alles tot zijn verheerlijking goed komt.
In die schuilplaats is gezongen in geloofsvertrouwen. Daar is heel wat gebeurd.
We kunnen uit heel deze geschiedenis opmerken, dat Saul het niet bij David liet. Heel zijn familie liep gevaar, en allen Zij werden brodeloos.
We lezen, dat zijn broeders en zijn vaders huis tot hem vluchten. De broers hadden het eerst niet zo op hem. Maar ze leren nu Gods weg zien en aanvaarden. Zo is het ook met Jezus gegaan, dat zijn broers eerst niet in Hem geloofden doch later wel.
Door de gevaren, door de nood gedreven komen ze tot hem.
De Heere gebruikt zo menigmaal wegen van druk om de onwillige zondaar te overtuigen en te bewegen tot Hem te komen. Ze zoeken hun toevlucht bij de gezalfde des Heeren, die van God een schuilplaats ontving.
Saul is een tyran geworden. Dan ligt het voor de hand dat velen bedrukt vragen, waar zullen we heen vluchten? Gelukkig als zo de wereld en de zonde ons zulk een last wordt, dat we vluchten tot de Heere, Die in Christus de Zaligmaker gegeven heeft.
We lezen verder, dat tot hem vergaderde, alle man, die benauwd was, en alle man, die een schuldeiser had, en alle man wiens ziel bitterlijk bedroefd was.
Het was een zorgelijke tijd voor allen, die met hun hart aan David, de begenadigde en gezalfde des Heeren hingen.
Ze worden ons beschreven als mensen, die onder de zware druk niet meer leven konden. Denk aan Abjathar, de enige van al de priesters des Heeren, die was overgebleven na de gruwelijke moord. Wat al onrecht werd gepleegd!
Men vluchtte om zijn levens wil naar David in de spelonk van Adullam.
De benauwde van hart kan het buiten de Heere niet meer uithouden. Als de ontdekking doorgaat, de hemel vol gerechtigheid en eigen leven vol ongerechtigheid wordt gezien, dan wordt 't gebed met David geboren: „wees mij genadig, o God".
Wanhopigen werden gedreven naar en getrokken tot David.
Dat is zo rijk in Gods Woord en leiding, dat Hij ontdekt maar tegelijk trekt. Door de trekkende liefde des Heeren komen ze in al hun droefheid tot Hem, van wie David een type was, n.l. Jezus Christus, de gezalfde des Heeren.
David stelt zich borg voor allen, die tot hem komen.
Christus is in de volle zin borg geworden, zoals David het niet kon. Heerlijk om bij Christus te schuilen, tot Hem te vluchten. Dan zijt ge in Gods veilige schuilplaats en in Zijn genade geborgen.
Hij heelt gebrokenen van harte, en Hij verbindt z'in hunne smarte. Die, in hun zonden en ellenden. Tot Hem zich ter genezing wenden.

Ede, Kampman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1965

De Wekker | 8 Pagina's

In veilige schuilplaats

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1965

De Wekker | 8 Pagina's