Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gave der profetie (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gave der profetie (II)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mevr. van Petegem-Fey vertelt in haar boek van de vele openbaringen, die zij ontving. Ze kwamen over haar in een zó overweldigende mate en zó ongewoon, dat ze zich de eerste tijden als een vreemde voelde in de gewone wereld.
Deze openbaringen kwamen vooral in dromen tot haar. Die dromen waren zó, dat ze zich 's morgens nog precies wist te herinneren, terwijl haar ziel er over in grote beroering was.
Allerlei zaken werden haar in haar dromen geopenbaard. Veel dromen ontving ze over de Roomse Kerk. Zo kwam er in juni 1961 een toezegging: „Ik zal u de overtuiging tonen tussen de twee „grootmachten": het Katholicisme en het Protestantisme. Ikzelf ben de brug die tot de eenheid leiden zal." De Heere wilde daardoor zeggen, dat Hij de Geest der waarheid is, die in alle waarheid leiden zal. Hij is de brug tussen Protestanten en Roomsen.
Meermalen voelde ze in haar dromen het schreien van de Heere Jezus om de verdeeldheid van Zijn lichaam.
Een ander maal werd een groot plein gezien vóór een R.K. Kerk. Eerst werd het hand aan hand afgezet door dienstdoende engelen, zodat het plein voor deze kerk vrijbleef van de werking van Satan en zijn infiltraties. Daarop verscheen een engel van zeer grote kracht en ging in het midden staan. Er was op dit plein een zodanig vertoon van de heerlijkheid des Heeren, dat binnen in de kerk door de kieren van de gesloten deuren te zien was, hoeveel glans daarbuiten was. Door deze openbaring wilde de Heere zowel Roomsen als Protestanten afbrengen van het woord „alleenzaligmakende" kerk.
Maar ook over wat er op het politieke erf gebeurde en over maatschappelijke en economische problemen ontving zij door dromen en gezichten onderricht.
Zelfs over onderwerpen als kerkbouw werd zij voorgelicht. De Heere deed haar zien, hoe ook de hedendaagse kultuur het hare zal bijdragen tot het goede gebouw voor de gemeente. Maar alle protserigheid en pronkzucht zal worden weggedaan. In een lange droom werd haar getoond, dat de echte versierselen in de kerk zijn de gaven van de Heilige Geest.
Het gaat in haar dromen ook over kerk en staat. Ze krijgt te zien dat als de regeringen van kerk en staat eensgezind tot God komen in belijdenis van schuld en boete, er ontkoming zal zijn van welk geweld en van wat voor strik ook de macht van de satan zich bedient.
Ik kan onmogelijk al de onderwerpen en zaken noemen, die in de dromen van mevr. Van Petegem aan de orde zijn gekomen.
Maar op één ding moet ik toch nog wijzen, nl. op haar kijk op Israël.
Eens hoorde ze God tot haar zeggen: „Ga wederom heen, bemin deze vrouw, die bemind van haar vriend nochthans overspel doet". Vaag herinnerde ze zich, dat dit ergens moest staan in een van de kleine profeten, maar ze wist niet waar. Ze sloeg de bijbel op en precies daar, waar ze hem opsloeg zag ze de woorden staan, Hos. 3:1. Wat betekende dit voor haar? Ze dacht eerst dat het wilde zeggen, dat ze weer terug moest naar de Gereformeerde Kerk. Maar later begreep ze, dat de Heere het volk Israël bedoelde: „Heb dit volk lief. Heb het volk van Israël lief, want ondanks alles wat ze Mij hebben aangedaan, ben Ik hen trouw gebleven". Nog nader begreep ze, dat het hier gaat om de tien stammen. Deze keerden immers nimmer terug uit de Assyrische ballingschap. Wel keerden de Joden uit de Babylonische ballingschap in het vaderland terug.
Maar er liggen toch ook beloften voor de tien stammen. Mevr. Van Petegem meent, dat allerlei beloften, zoals over Jozef, Issaschar en Zebulon in de zegen van Jakob (Gen. 49:13v.v.), nog steeds niet vervuld zijn. De tien stammen zijn getrokken naar het Noorden (Jer. 31:8). Daar zouden ze zich nog altijd bevinden. Dat Noorden zijn de landen van West- Europa. Daar behoort Nederland ook bij. De tien stammen zijn wij hier in West- Europa.
Deze visie komt kortweg hierop neer, dat ons volk deel uitmaakt van Israël. Daarom gelden de beloften aan Israël ook het Nederlandse volk.
Mevr. Van Petegem schrijft, dat haar door vele openbaringen is duidelijk geworden, dat er verband is tussen het oude Israël en ons eigen volk. Zelfs de wijze waarop de kinderen Israëls moeten gezworven hebben op hun weg naar Noord- West Europa werd haar in een gezicht getoond.
En de belofte, dat het koningshuis van David altijd zal bestaan (2 Sam. 1:16; 1 Kon. 9:3v.v.), is de garantie, dat wij hier in het „Noorderland" zullen worden geregeerd door koningen en koninginnen totdat „Silo" komt (Gen. 49:10).
Deze beschouwingen van mevr. Van Petegem staan niet op zichzelf. Dezer dagen kreeg ik het december-nummer van het orgaan van de „Bond Nederland-Israël" toegezonden. Ik lees daar o.a.: „Op grond van vele Bijbelse uitspraken en historische, archeologische, volkenkundige, taalkundige en andere gegevens propageert de Bond — doch geheel los van iedere vorm van politiek — dat het niet-Joodse Israël in hoofdzaak kan worden teruggevonden in de Protestants-Christelijke naties van Noord-west Europa (waaronder Nederland) en Noord-Amerika met als „centrum" de Britse eilanden, waar thans in het Britse koningshuis ook de voortzetting van de voornaamste aardse tak van het eeuwigdurende koningshuis van David te vinden is, welke tak, evenals David en Salomo, de Troon des Heren mag bezetten tot deze door Christus bij Zijn wederkomst overgenomen en naar Jeruzalem verplaatst wordt."
Zulke profetieën maken op mij niet de minste indruk, omdat ik de Schrift er in geen enkel opzicht in ontdekken kan.
Ds. Verhoef schrijft terecht in zijn inleiding dat elke profetie aan de bijbel behoort te worden getoetst. „De bijbel als geheel is hier de maatstaf".
En dan vind ik van die hele Israël-visie in de bijbel niets. Duidelijk zegt de Schrift, dat Israël en Juda, het tienstammenrijk en het tweestammenrijk, na de dood van Salomo uiteengevallen, terwijl later het eerste rijk in Assyrische ballingschap werd weggevoerd en het andere in Babylonische ballingschap, eens herenigd zullen worden. De beloften van herstel gelden Israël en Juda beide (Jer. 30-31).
Velen uit Juda zijn na de Babylonische ballingschap in Jeruzalem teruggekeerd onder leiding van Zerubabel. Maar wie zal zeggen, dat ook niet velen uit de tien stammen zijn teruggekeerd? De profetes Anna in Jeruzalem was een dochter van Phanuël, uit de stam Aser (Luk. 2:36). En de ware hereniging vindt plaats, wanneer de Joden de enige ware Koning, de grote Davidszoon, als de Messias erkennen. En dat de tien stammen uit het Noorden komen, heeft geen betrekking op Noordwest Europa. Het noorden is het land Assyrië, waarheen de stammen werden weggevoerd. Daar vandaan keren ze terug. Ook Juda keert uit het Noorderland terug (Jer. 3:18). De weg van Babel naar Palestina liep door het oude Assyrië en kwam in het noorden het land binnen. Moet Juda dan nu ook nog uit het noorden komen? En dat is al teruggekeerd! Maar er staat, dat Juda en Israël samen uit het Noorderland zullen terugkeren. Hoe moet dat dan? Heel de zgn. Israël-visie is een fiktie, die in de Schrift geen reële grond vindt.
En ook verder sta ik skeptisch tegenover de profetische gave, waarvan in het boek van mevr. Van Petegem sprake is. Ik ben daar huiverig voor.
Terecht zegt ds. Verhoef, dat zo gemakkelijk menselijke faktoren een rol kunnen spelen. Ik vraag mij ook af wat het nut is van die profetische openbaringen. Hebben we aan de bijbel niet genoeg? Petrus spreekt van het profetische woord, dat zeer vast is en het is nodig daarop acht te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats (2 Petr. 1:19). De profetieën van mevr. Van Petegem zeggen, dacht ik ook niet veel nieuws. Geen enkel ding, dat men ook in de Schrift niet vindt. En daar veel duidelijker. En dan laat ik de woordelijke verklaringen van de Schrift maar buiten beschouwing.
Mevr. Van Petegem meent, dat de Heere door de moderne profetie soms nieuwe lampen ontsteekt, om die duistere plaatsen te verlichten, waarover de wel sterke, maar zo ontzettend ver weg staande lampen van de oude profeten slechts een spaarzaam schijnsel lieten vallen. Ook ds. Verhoef meent, dat de hedendaagse profetie in principe meer kan zeggen dan de bijbel zegt. Daartegen maak ik bezwaar. Wie zal de juistheid van dat meerdere bepalen? We hebben aan het Woord Gods genoeg. Daarbij moeten we leven. Dat moeten we bestuderen en onderzoeken. Daarover wil de Heere op ons gebed Zijn licht geven.
Waar wij behoefte aan hebben, dat is aan het licht van de Heilige Geest. En de Heilige Geest werkt altijd door het Woord en naar het Woord heen. Ik kan niet zeggen, dat ik mij door het lezen van het boek van mevr. Van Petegem geestelijk heb verrijkt gevoeld. Dat kan ik mij uitermate voelen door het lezen van de Schrift. Die is zo rijk en heerlijk, dat men er geen aparte openbaringen bij nodig heeft, waarbij men zich toch altijd moet afvragen of het nu van de Heere komt of uit eigen menselijke geest.
Is er dan in de nieuwtestamentische kerk geen profetie meer? Zijn wij wat dat betreft armer dan de eerste christelijke kerk? We hebben ook nu profeten en profetessen nodig. Dat zijn mensen, die een diep inzicht hebben in de Schrift en vandaaruit het leven doorlichten. Het zijn mensen, die de persoonlijke band aan de Heiland kennen en van Hem getuigen. En die profetie moet steeds zijn naar „analogie" van het geloof (Rom. 12:7). Dat wil zeggen in overeenstemming met het Woord Gods, dat ons als inhoud en voorwerp van ons geloof gegeven is. Die profetie hebben we hard nodig. Andere profetie acht ik van weinig nut.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1965

De Wekker | 8 Pagina's

De gave der profetie (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1965

De Wekker | 8 Pagina's