Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kritiek en jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kritiek en jeugd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het onderwerp boven dit artikel kan van verschillende kanten worden belicht.
Men kan allereerst denken aan de kritiek, die de jeugd maakt. Het is een bekend feit, dat de jeugdleeftijd een kritische periode is in het menselijke leven. Het is een gezonde zaak wanneer er door jongeren kritiek wordt gemaakt. Iedere oudere, die met mensen weet om te gaan en zijn eigen jeugd niet vergeten is, zal de kritiek en de kritische instelling van de jeugd weten te waarderen en tegelijk op de juiste waarde taxeren. Jongeren menen het vaak niet zo als zij het zeggen. Gelukkig wanneer men de achtergrond van de kritiek kan begrijpen. Vanzelfsprekend zijn er aan deze kritiek ook grenzen. Men mag maar niet in het wilde weg alles kort en klein slaan. Verder is het een groot verschil of kritiek geuit wordt in een persoonlijk gesprek of dat kritiek wordt neergeschreven en gepubliceerd. In het laatste geval worden andere normen gesteld. Onbezonnen kritiek van jongeren moet niet gepubliceerd worden. Als de betrokken scribenten enkele jaren ouder zijn, schamen ze zich voor hun jeugdkritiek. Met dergelijke kritiek wordt niemand gediend en het kerkelijke leven vaak afgebroken.
De titel kan ook belicht worden vanuit het gezichtspunt: kritiek op de jeugd. De ouderen zijn dan aan het woord. Helaas is er nog een categorie ouderen, die laag neerziet op de jeugd van tegenwoordig en hun mening niet onder stoelen of banken steekt. In het algemeen is deze kritiek ook niet juist. Allereerst idealiseert men de jeugd van vroeger en generaliseert men ten opzichte van de jeugd van vandaag. Maar bij gerechtvaardigde kritiek op de jeugd vergeet men helaas maar al te zeer hoeveel schuld er ligt bij de ouderen. Met verontwaardiging en medelijden zullen de lezers kennis hebben genomen van de bekentenis van de Nederlandse jongens in Zweden, die een Harderwijker jongen hebben vermoord. ,,We wilden onze moed beproeven en we wilden eens zien of we werkelijk een moord durfden plegen". Uit het onderzoek bleek dat de begeerte tot martelen en de wil tot doden bij hen gevoed is door het lezen van boeken en artikelen over concentratiekampen. Vreselijke mentaliteit. Toch gaan noch de ouders van deze jongens noch de oudere generatie in het algemeen vrij uit. Beter dan deze jongens te verafschuwen is het om de jeugd de betekenis van het levert bij te brengen; daarbij kan de schuld van de mensheid in het algemeen niet achterwege blijven. Er is wat gebeurd in de concentratiekampen, dat diepe gevolgen heeft.
Nog een derde mogelijkheid is er bij het horen van deze titel: kritiek in het bijzijn van de jeugd. Op een vorige week gehouden ambtsdragersconferentie werd dit punt, toen het ging over de taak van de kerk, aan de orde gesteld. Als referent had ik gesteld, dat in ieder geval een deel van onze kerkjeugd niet met vreugde lid is van onze kerken. Men is nu eenmaal in deze kerk gedoopt; vader en moeder zijn leden en hebben hun kinderen in de kerk gebracht; maar men weet feitelijk als jongere niet waarom men in deze kerk is en men beleeft er ook weinig vreugde, geeft er zich niet aan. Het resultaat is, dat men na korter of langer tijd verdwijnt. Gaat men het huis uit en komt men in een andere plaats, dan zijn er direct relaties met een andere kerk. Komt er een vriend of vriendin van een andere kerk in het spel, dan is de Chr. Geref. Kerk tien tegen een de verliezende partij. In reactie op deze hier nu wat breder aangeduide mening, werd gezegd: is dit niet vaak de schuld van de ouders zelf? Hoeveel ouders brengen hun kinderen echt liefde tot de kerk bij en ook tot de Chr. Geref. Kerken in concreto? Hoe vaak wordt er geen kritiek gemaakt door de ouders en de ouderen in het algemeen op de kerk en haar werk? De preek van de dominee wordt niet alleen door jongeren met een enkel zinnetje afgedaan. Er zijn ouderen, die stelselmatig afbrekend werk verrichten door hun manier van reageren op de kerk. Hoe wordt in onze huisgezinnen over de plaatselijke kerk gesproken, over de kerkeraad en de gemeenteleden? Jongeren voelen het spoedig aan of men zich in feite verheven acht boven het gemeentelijke leven en daarom argwanend en hyper-kritisch staat tegenover het kerkelijke leven. Men vindt het een beschimmelde zaak of een lucht modern geval. Beide waardeoordelen slaan aan bij de jeugd, die haar consequenties trekt.
Dit zou ook de reden zijn waarom er maar weinig animo is om predikant te worden. De kritiek der ouderen op de kerk doodt bij de jongeren de lust tot het ambt in de kerk.
Misschien zegt iemand: is er dan geen reden tot kritiek? Kan de plaatselijke situatie niet menigmaal aanleiding geven tot gerechtvaardigde opmerkingen? Dat geven we grif toe. Maar dan is het toch wel belangrijk hoe kritiek wordt gemaakt in het bijzijn van de jeugd; trouwens ook in hun afwezigheid. Er moet geen tweeërlei kritiek zijn. Dat houdt trouwens niemand vol. Als er reden is tot gegronde kritiek dan moeten jongeren de liefde in die kritiek voelen en de diepe smart over het feit, dat er misstanden zijn in het kerkelijke leven. Er is dan tevens gelegenheid om niet al te spoedig het gelijkteken te zetten tussen een bepaalde opmerking of handeling van een ambtsdrager en Christelijk Gereformeerd, zoals m.i. te spoedig gebeurt. Wie zo kritiek oefent, voedt op en vormt. Dat is beter dan de generaliserende, geen grenzen kennende, afbrekende kritiek, die links en rechts van het kerkelijke leven soms wordt weggegeven. Men reageert dan wel een zeker onbehagen af, maar men beseft niet wat men zegt en doet, hoeveel men kapot maakt, juist als jonge oren dit horen.
Met grote klem willen we er dus op aandringen de jeugd niet te belasten met uw kritiek op de kerk, hetgeen tot hun geestelijk nadeel en tot afbraak van de kerk dient. Uw taak is het juist om liefde tot de kerk te brengen. De wijze, waarop vader en moeder het kerk-zijn beleven; de trouw, waarmee ze naar de kerk gaan en de behoefte aan de Woordverkondiging; de plaats, die het bredere kerkelijke leven heeft in hun liefde, belangstelling en gebed; hun houding tegenover de ambtsdragers - dit alles is veel belangrijker voor de vorming van de jeugd tot kerklid dan menigeen denkt.
En nu sprak ik nog niet eens over de kritiek, die ambtsdragers zelf soms kunnen maken op de kerk in het bijzijn van de jeugd, zich niet bewust van hun verantwoordelijkheid en niet begrijpend welke indruk deze ambtelijke kritiek op hun jonge, voor indrukken zo gevoelige, leven maakt.
Wij zullen de kerk niet kunnen bewaren en vermeerderen. Maar we hebben allen, oud en jong, wel de taak om de kerk lief te hebben niet om de mensen, die in de kerk wat te doen hebben, maar omdat het geen menselijke organisatie, doch Christus' werk is. Dat moet voorzichtig maken in onze kritiek. We laden schuld op ons als mede door onze kritiek sommigen verloren gaan inplaats dat allen behouden worden.

J. H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1966

De Wekker | 8 Pagina's

Kritiek en jeugd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1966

De Wekker | 8 Pagina's