Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bijbel in „hedendaags nederlands" (I)

Bekijk het origineel

De Bijbel in „hedendaags nederlands" (I)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Nederlands Bijbelgenootschap, dat zovele vertalingen van de bijbel verzorgd heeft en nog verzorgt voor andere volken, gaat ook de kennis van de bijbel door ons eigen volk zeer ter harte. Dit blijkt uit wat het daartoe telkens weer verricht. Ook de Nieuwe Vertaling, of men daarvoor is of niet, moet worden gezien - om met een van de geschriften van het genootschap zelf te spreken - als een poging uit eerbied voor het Woord van God de Schrift zo zuiver mogelijk, d.w.z. zo dicht mogelijk bij vorm en inhoud van de grondtekst, in de taal van eigen volk en tijd over te brengen, opdat de mensen van onze tijd in hun eigen taal zo nauwkeurig mogelijk voor ogen krijgen, wat het God behaagd heeft in het Hebreeuws (Aramees) en Grieks te doen neerschrijven.
De taal van de Nieuwe Vertaling probeert dichter aan te, sluiten bij de taal van onze tijd dan die van de Statenvertaling. De taal van de Statenvertaling is de taal van de zeventiende eeuw en dat is een andere dan die wij thans spreken en wordt in vele opzichten door ons niet meer verstaan, al moet ik er direkt aan toevoegen dat de taal van de Statenvertaling zoals die door de meeste mensen wordt gebruikt al in vele opzichten is aangepast en afwijkt van wat eigenlijk de Statenvertaling is. Wanneer men strijdt voor behoud van de Statenvertaling moet men wel duidelijk maken, welke lezing men eigenlijk bedoelt. Maar in de zeventiende eeuw was ook de Statenvertaling een bewonderingswaardige poging om de bijbel in eigentijdse taal te doen spreken en zij deed dat op een wijze die velen zelfs toen als te modern voorkwam.
Toch is ook de taal van de Nieuwe Vertaling nog voor veel mensen te moeilijk, vooral voor hen die de uitleg in prediking en op de katechisatie missen. Men mag dit betreuren, maar het feit ligt er. Steeds groter wordt de schare, die van de kerk vervreemd is. Voor hen is de bijbel een vreemd en onverstaanbaar boek geworden. En dat is de bijbel natuurlijk ook.
De natuurlijke mens verstaat niet de dingen die des Geestes Gods zijn. Maar niettemin worden die ,,dingen des Geestes" in het Hebreeuws en in het Grieks van de bijbel in een verstaanbare, menselijke taal gegeven. Niet in een of andere engelen- of geheimtaal, maar in een taal die de mensen dagelijks onder elkaar gebruikten. En voor hen, die de Hebreeuwse en Griekse taal niet machtig zijn, moet de boodschap van de bijbel eveneens in een zo eenvoudig mogelijke taal gegeven worden.
Het Nederlands Bijbelgenootschap denkt in zijn arbeid niet slechts aan de mensen van de kerk. Wanneer die liever willen blijven bij de taal van de Statenvertaling is daar niets op tegen. Maar het bijbelgenootschap wil proberen om de bijbel ook in handen te geven van hen die van de bijbel totaal vervreemd zijn en die toch niet mogen worden losgelaten. En dan moet die bijbel zo eenvoudig mogelijk zijn.
Daartoe heeft het Ned. Bijbelgenootschap de laatste tijd suksessievelijk verschillende nieuwtestamentische bijbelboeken in een geheel nieuwe vertaling laten verschijnen. Geen revisie van de Nieuwe Vertaling, maar een geheel nieuwe vertaling in zgn. „hedendaags Nederlands". Achtereenvolgens verscheen een vertaling van de brieven van Paulus aan de kerk te Filippi en aan Filemon onder de titel „Een gevangene schrijft"; van het evangelie naar Johannes, onder de titel „Licht" en van de Handelingen der apostelen onder de titel „Vaart". De vertalingen zijn afzonderlijk in keurige boekjes uitgegeven, voorzien van inleiding, foto's en kaarten. Thans staat het evangelie naar Markus op stapel, terwijl het de bedoeling is dat heel het N.T. in „levend Nederlands" wordt uitgegeven. In noten onderaan de bladzijden worden moeilijke en vreemde woorden en namen nader toegelicht.
Om te vermijden dat onderaan de bladzijden te veel noten zouden komen en ze telkens herhaald zouden moeten worden is achterin de boekjes een vrij uitvoerige toelichting opgenomen, waarin allerlei wetenswaardigs verteld wordt over het evangelie en de verkondiging ervan en over de Joden, de Romeinen en de Christenen.
De poging van het Ned. Bijbelgenootschap om de mens van vandaag de bijbel in hedendaags Nederlands in handen te geven, moet, dacht ik, worden toegejuicht. Maar zulk een vertaling stelt wel voor allerlei vragen.
Welk hedendaags Nederlands moet dat zijn? Natuurlijk beschaafd Nederlands. Maar moet het het Nederlands van de preekstoel zijn - waarbij ik er natuurlijk van uitga, dat daar hedendaags Nederlands wordt gesproken - of moet het het hedendaags Nederlands van de huiskamer zijn. Daar is toch nog enig verschil tussen, hoewel bekend is, dat op sommige preekstoelen het Nederlands dat daar gesproken wordt weinig verschilt van dat van de huiskamer. Maar terecht is dat velen een ergernis en niet het minst de buitenkerkelijke, wanneer hij eens in de kerk verdwaalt, omdat hij toch in de kerk een eigen taal en stijl verwacht. Een bepaalde stijl moet, dacht ik, ook in een bijbelvertaling altijd worden bewaard.
Een vertaling moet aan twee eisen voldoen. Zij moet ten eerste de oorspronkelijke tekst zuiver weergeven en in de tweede plaats dat doen in levende taal.
Maar behoort tot dat zuiver weergeven ook dat - om zo te zeggen - de aroma van de oorspronkelijke taal wordt weergegeven?
Op de synode van Dordrecht werden enige hoofdregels voor de nieuwe vertaling vastgesteld. Een van die hoofdregels was dat men zich zo nauw mogelijk zou aansluiten bij de grondtekst, ook in de weergave van typisch Hebreeuwse zegswijzen. Het gevolg is geweest dat verschillende van die zegswijzen, die oorspronkelijk onnederlands waren, in de nederlandse taal zijn opgenomen en thans als echt Nederlands gelden, zoals „kind des doods", „meesterdromer", ,,zoon des mensen", ,,heilige der heiligen" enz., maar andere als vreemde Hebreeuwse uitdrukkingen zijn blijven staan, zoals b.v. ,,zonen der profeten". We kunnen thans moeilijk meer verwachten dat een bijbelvertaling nog zó taalvormend op onze taal zal inwerken als dat de Statenvertaling heeft gedaan. Daarvoor leven thans te veel mensen buiten de kerk en de bijbel om. Maar is het nodig om allerlei Hebreeuwse uitdrukkingen in een vertaling van de bijbel weer te geven? Elke taal heeft haar eigen struktuur en uitdrukkingswijze. Mogen wij de gedachten die in de bijbel in een Hebreeuwse uitdrukkingswijze worden weergegeven, uitdrukken in een voor onze taal eigene uitdrukkingswijze? Ik dacht van wel.
Sommigen menen, dat de openbaring die God in de bijbel ons geeft, zozeer met de struktuur en de zegswijze van de talen, waarin God zijn openbaring gaf, samenhangt dat met de openbaring ook deze uitdrukkingswijze moet worden doorgegeven.
Ik geloof dat niet. Sinds de Pinksterdag is het mogelijk om in alle talen, met al de bijzonderheden van die talen, de grote werken Gods te verkondigen.
De Statenvertaling heeft zich bijvoorbeeld ook heel nauw aangesloten bij de zinsbouw van de Griekse taal in het N.T. Het Grieks kent hele lange zinnen met veel tegenwoordige deelwoorden. Zo is b.v. Efeze 4:11-16 in het Grieks één lange zin met allemaal deelwoorden en tussenzinnen. De Statenvertaling heeft dat getrouwelijk weergegeven. Maar is dat nodig? Het hedendaags Nederlands kent die lange zinnen niet. En wij gebruiken geen tegenwoordige deelwoorden meer zoals „betrachtende", „samengevoegd zijnde" enz. Wie kan vandaag nog zulk een lange zin uit elkaar halen en verstaan? Ons Nederlands is eenvoudiger geworden. Zelfs lange zinnen moeten thans in een vertaling uit elkaar geknipt worden en de deelwoorden worden omschreven. De Nieuwe Vertaling heeft dat gedaan en van bovengenoemde zin 3 zinnen gemaakt. En eigenlijk zou de zin nog eenvoudiger moeten.
De oorspronkelijke bijbeltekst moet zo getrouw, maar ook zo eenvoudig mogelijk worden weergegeven.
Maar mag vertalen ook parafraseren worden? Daaronder verstaan wij meer een met eigen woorden omschrijven van wat de tekst zegt dan een letterlijk vertalen. Al kan men onder letterlijk vertalen niet verstaan een vertalen van letter voor letter. Want dat is geen vertalen en een letterlijke vertaling kan soms een verkeerde vertaling zijn. Het gaat om de werkelijke bedoeling van de tekst. Maar wel moet bij een zo nauwkeurig mogelijk weergeven van de oorspronkelijke bedoeling, en dat in de hedendaagse Nederlandse taal, een zo nauw mogelijke aansluiting aan de gegeven tekst gevolgd worden.
De volgende maal een en ander in verband met de door het N.B.G. uitgegeven geschriften.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1966

De Wekker | 8 Pagina's

De Bijbel in „hedendaags nederlands

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1966

De Wekker | 8 Pagina's