Jaarboek 1966

Bij van Brummen te Dordrecht verscheen het nieuwe jaarboek van onze kerken. Elk jaar weer een welkom en onmisbaar geschrift. Het kan en mag in geen meelevend gezin van onze kerken ontbreken.
De redaktie is ditmaal enigszins gewijzigd, ds Maris, die vele jaren op verdienstelijke wijze het ,,jaaroverzicht" schreef, meende om verschillende ander werkzaamheden als redaktielid te moeten bedanken. De laatst gehouden synode benoemde als redaktieleden de predikanten L.S. den Boer, M. Drayer en J.H. Velema. Met deze nieuwe redaktie gaat het jaarboek overigens op de oude voet voort. Slechts enkele strukturele wijzigingen werden aangebracht.
Ging in de vroegere jaarboeken het register van predikanten aan de samenvattende lijst van scribae der kerken vooraf, deze volgorde is thans omgekeerd. Waarschijnlijk uit het motief, dat de kerken er eerder zijn dan de dominees.
Bij het hoofdstuk over de zending valt een soortgelijke verandering op. Eerst worden de zendende kerken genoemd en daarna de missionaire predikanten, terwijl in de voorgaande jaarboeken de volgorde omgekeerd was.
De brede uiteenzetting over het werk van Dr. Boertien in Jeruzalem in het jaarboek van '65 is thans weggelaten. Bij de mededelingen over de ambtelijke bearbeiding van de Chr. Ger. schippers worden eerst de predikanten genoemd en daarna de beroepende kerken.
De periodieken zijn verdeeld in algemeen kerkelijke bladen en uitgaven, regionale en klassikale weekbladen en plaatselijke kerkbladen en verenigings-uitgaven, waardoor een beter overzicht gegeven wordt dan door de vroegere indeling. De inhoud van het jaarboek is uit de aard der zaak aangepast bij het moment van verschijnen. Het spreekt vanzelf dat wekelijks veranderingen voorkomen, die echter geregeld in „de Wekker " worden doorgegeven en in het jaarboek kunnen worden aangegeven. Daarvoor zijn de met wit doorschoten exemplaren, die ook bij van Brummen verkrijgbaar zijn, zeer geschikt.
Opgenomen zijn belangrijke data o.a. van de a.s. vergaderingen van classes en part. synoden, van de Bondsdag van jongerenverenigingen op 30 mei (2e Pinksterdag) in ,,Tivoli" in Utrecht, van de predikantenkonferentie op 2 juni, van de Theologische Hogeschooldag op 8 juni a.s. enz., een kalender van 1966 en 1967, een register van kerken, lijst van scribae, register van predikanten met adressen en een samenvattende lijst van al de penningmeesters der kerkelijke kassen.
Voorts de noodzakelijke gegevens over de plaatselijke kerken, classes en part. synoden gerangschikt naar de part. synoden en de daaronder ressorterende classes, gevolgd door een interessante statistiek betreffende gemeenten, doopleden, belijdende leden enz.
Daaruit blijkt o.a. dat 173 kerken tot ons kerkverband behoren met 107 dienstdoende predikanten. Dat is 3 predikanten meer dan vorig jaar. Bevestigd in het ambt werden de kandidaten J. van Amstel, C. Bos, E. van Dalen, W. van Dijk en P. Sneep. Daartegenover staat dat ds K.G. van Smeden met emeritaat ging en ds M. v.d. Klis ons door de dood ontviel. In het aantal 107 zijn ook begrepen de predikanten in bijzondere dienst: evangelisatie 1, zending 4, legerpredikant (in vaste dienst) 2, schipperspred. 2, Int. Raad van Christ. Kerken 1.
Ik tel 23 emerituspredikanten (het jaarboek geeft er 21 aan), waarvan 4 wegens benoeming tot hoogleraar aan de Theol. Hogeschool. Telt men Dr. Velema daar reeds bij, die benoemd werd door de laatste synode, dan vermindert het aantal dienstdoende predikanten met 1 en wordt 106.
Het aantal doopleden nam met 197 toe en het aantal belijdende leden met 467, d-i. een vooruitgang van 664 leden in totaal.
Uit de Rooms-Katholieke Kerk kwamen 18 doopleden over en 4 gingen er toe over. Voor de Ned. Herv. Kerk zijn die getallen respektievelijk 188 en 230, voor de Geref. kerken 111 en 164, Geref. Kerken (vrijgemaakt) 53 en 9 (in de Part. Syn. van het Z. ging niemand daartoe over, Geref. Gemeenten 34 en 56, om maar enkele belangrijke kerken te noemen. Naar de Pinkstergemeenten gingen 12 doopleden over en naar de Noorse Broeders 4.
Voor de belijdende leden liggen de getallen aldus: uit de R.K. 1 over, daarheen O, uit de Herv. Kerk 89, daarheen vertrokken 100, uit de Geref. Kerken 106, daarheen overgegaan 80, uit de Geref. Kerken (vrijgemaakt) 48, daarheen overgegaan 14. Voor de Geref. Gemeenten zijn de cijfers 21 en 33. Naar de Pinkstergemeenten gingen 10 belijdende leden over. Het grootst aantal leden verloren onze kerken aan de Herv. Kerk (53 leden), de grootste winst kwam uit de beide Gereformeerde Kerken (50 en 78), terwijl er naar de Geref. Gemeenten 33 meer overgingen dan er uit overkwamen. Toch blijkt uit dit alles dat de verschuivingen zeer gering zijn en dat van een bijzondere werfkracht van onze kerken geen sprake is. Het aantal doopleden en belijdende leden is thans 66925. Op deze interessante statistiek volgen dan de lange lijst van deputaatschappen, gegevens over de Theol. Hogeschool, de zending en de evangelisatie en een nekrologie van predikanten die de Chr. Ger. Kerk hebben gediend na 1892.
Dan volgen de adressen van verenigingen e.d. van de plaatselijke kerken, gegevens over onderscheidene verenigingen en periodieken. Een overzicht van de Free Christian Churches of Canada and. U.S.A., van de Reformed Churches of Australia, de Geref. Kerk van Zuid-Afrika en de Igreja Evangelica Reformada van Brazilië, kerken waarmee onze kerken in korrespondentie staan.
Het jaaroverzicht is ditmaal verzorgd door ds J.H. Velema, Hij beschouwt het kerkelijk leven vanuit drie gezichtspunten. Allereerst de verhouding tot de Heer en Koning der Kerk, Jezus Christus. Aan Hem heeft de Kerk haar ontstaan en haar bestaan van dag tot dag te danken. Zij leeft van Zijn verlossend werk, heeft Zijn bloed dagelijks nodig, moet steeds gevoed worden met Zijn Woord. De stille verborgen gemeenschap met Christus door de Heilige Geest, de beleving van de unio mystica, is de feitelijke kracht van Christus' Kerk.
Het tweede gezichtspunt stelt voor de vraag: hoe staat de Kerk tegenover zichzelf? Hoe is zij kerk in deze tijd en in deze wereld?
Na de houding tegenover haar Koning en zichzelf komt de houding tegenover andere kerken en de wereld aan de orde.
Wat de plaatselijke kerken betreft wordt genoemd het verheugend verschijnsel dat de restauratie van bestaande en de bouw van nieuwe kerken is voortgegaan. Geheel nieuwe kerken werden in gebruik genomen in Drachten, Putten, Zierikzee en Goes. In Pernis, Dordrecht-Zuid en Winschoten werden bestaande gebouwen tot keurige kerken ingericht. De kerkgebouwen van Almelo en IJmuiden ondergingen een grondige restauratie en werden als nieuw opgeleverd.
De kerken van Franeker en Alphen aan de Rijn herdachten dat ze respektievelijk 40 en 65 jaar geleden werden geïnstitueerd, om maar iets uit het jaaroverzicht te noemen.
In verband met het doorstuderen van kandidaten en predikanten aan verschillende universiteiten en hogescholen maakt ds Velema een opmerking, die alle aandacht verdient. Hij schrijft: „Gezien de verscheidenheid van inrichtingen voor voortgezette studie, klemt temeer het belang van een eigen voortgezette studiemogelijkheid om eenheid van opleiding te bevorderen".
Het beroepingswerk blijft een moeilijke zaak in onze kerken en er zitten verschillende kanten aan. Ds Velema wijst daarop terecht.
Uitvoerig wordt de synode van 1965 besproken.
Zes predikanten jubileerden, aan wie ds Velema enige gepaste woorden wijdt. Foto's van de jubilarissen vergezellen de tekst.
Het ,,In Memoriam", waarin de overleden predikanten M. van der Klis en M. Holtrop worden herdacht, is van de hand van ds Velema en prof. Hovius.
Het jaarboek besluit met twee artikelen. Eén van prof. Kremer over: ,,Wetzede - christelijke vrijheid", waarin behartigenswaardige dingen worden gezegd, waarvan ik hoop dat ze worden gelezen, overdacht en betracht. Het zou veel onnodige tegenstellingen in onze kerken kunnen wegnemen.
Het andere is van ds Drayer, getiteld: 1566- „De boeken der leken" -1966, dat handelt over de beeldenstorm, 400 jaar geleden.
We zijn dankbaar dat het nieuwe jaarboek er weer is. Het zal voor velen weer een trouwe gids zijn in ons kerkelijk leven. Dank aan hen, die er zoveel werk aan hebben besteed.
Het ziet er weer keurig uit. Letter, papier en formaat zijn als vorige jaren. Alleen de omslag is iets veranderd. Het boek telt 212 pagina's.en kost ƒ 3,25.
Wie aan het jaarboek gewend is kan het niet meer missen.
Ik sluit mij aan bij de wens van ds den Boer, in het voorwoord geuit, dat het nieuwe jaarboek een goede ontvangst en een veelvuldig gebruik mag ten deel vallen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen