Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de vergadering van de Part. Synode van het Westen gehouden op 16 juni 1966 te Haarlem C.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de vergadering van de Part. Synode van het Westen gehouden op 16 juni 1966 te Haarlem C.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds D. Biesma Jr. opende deze vergadering als consulent van de roepende kerk Haarlem-C.
Het moderamen werd als volgt verkozen: Praeses ds D. Biesma Jr.; Assessor ds B. Bijleveld; Scriba ds B. van Smeden en Quaestor oud. G.G. van Wijngaarden.
Benoemd tot verslaggever ds M. W. Nieuwenhuijze; als leden van het stembureau de brs. J. H. de Vries en C. Drieënhuizen; voor het nazien van de boeken van de penningmeester de brs. W.J. Graves en D. Valk.
Al aanstonds ging de vergadering in Comité in verband met een instructie van de classis 's Gravenhage, die een broeder presenteert als predikant naar Art. 8 D.K.O. Na het door de kerkorde voorgestelde onderzoek besluit de P.S. aan deze broeder toestemming te verlenen zich onder leiding van de classis 's Gravenhage voor te bereiden voor het preparatoir examen.
Een instructie van de Classis Amsterdam inzake de vaststelling van de Acta van de P.S. werd besproken en naar aanleiding daarvan besloot de P.S., dat de Acta van de P.S. voortaan zullen geconcipieerd worden door het moderamen en vóór de eerstvolgende kerkelijke vergaderingen zullen toegezonden worden aan de daarbij belanghebbende vergaderingen en afgevaardigden.
Tot de ingekomen stukken behoorde een schrijven van Dr. W.H. Velema, waarin deze afscheid neemt van de P.S.; een overlijdensbericht van br. H. Noppe, in leven archivaris van de P.S. In zijn plaats werd benoemd br. J.H. de Vries, scriba van Haarlem C.
Met dankzegging werd kennis genomen van een brief van de Gen. Synode 1965/66 inzake Haarlem C, waar de moeilijkheden met de bezwaarden zijn opgelost. Verschillende verslagen en rapporten passeerden de revue.
Een formulering in het verslag van het Curatorium van de Theol. Hoge School inzake de beroepbaarstelling van de candidaten, deed de P.S. als haar mening uitspreken, dat deze beroepbaarstelling altijd moet geschieden door de Curatoren, zodat eventuele candidaten, die wegens voortzetting van de studie geen beroep in overweging wensen te nemen, zich nadien opnieuw met het Curatorium hebben te verstaan.
Ook sprak de P.S. als haar mening uit, dat de gelden van het Jubileumfonds 1834 niet moeten overgeheveld worden in het budget van de lopende zaken, maar dienen besteed te worden in overeenstemming met de oorspronkelijke doelstelling van dit fonds.
Het rapport Dep. art. 49 D.K.O. vermeldde het vertrek van Dr. de Vuyst en Dr. W.H. Velema. Besloten werd dat de Deputaten zich zullen bezinnen op de positie van een predikant, die emeritus wordt vanwege 'n bijzondere taak en opdracht.
Het rapport van Deputaten voor Ev. onder Israël liet ons zien, hoe uiterst moeilijk maar ook belangrijk het werk van Dr. Boertien is.
Het rapport van de Buitenlandse zending getuigde van groeiende activiteit op het terrein in Z. Afrika; betreurd werd dat nog steeds geen docent is gevonden voor de Theol. School in Toradja-land.
Het rapport van Dep. voor de landelijke evangelisatie gewaagde van goede perspectieven, al is de plaatselijke activiteit niet de sterkste kant van ons kerkelijk leven.
Het rapport van Dep. Kas onderlinge Bijstand gaf reden tot dankbaarheid. De brs. O.M. de Boer en J. van Leeuwen werden aangewezen om de fin. bescheiden over 1964-66 te verifiëren.
Het rapport van Dep. Kerkbouwaangelegenheden ontlokte enige discussie over de vraag, of het beleid van deputaten, hoewel zich dit richt naar de bepalingen van de Gen. Synode, niet te passief is en in de toekomst meer moet omgebogen worden naar een actief beleid.
Het rapport van Dep. Art. 13 D.K.O. gaf blijk van een voorzichtig beleid, gericht op een verantwoorde verzorging van de emerituspredikanten, weduwen en wezen.
Het rapport van Dep. Steun kerken polders gaf aanleiding tot discussie over het vernemen van deputaten een stichting te vormen i.v. met geldelijke activiteiten.
Het verslag van de Quaestor van de P.S., wiens boeken door de centrale-commissie in orde bevonden waren, vermeldde een noodzakelijke omslag van 43 ct. per ziel. Roepende kerk voor de vergadering van woensdag 14 juni 1967 D.V. Amsterdam-N.West.
Na schriftlezing van 2 Thess. 2:16, 17 en dankgebed sloot de praeses de vergadering.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1966

De Wekker | 8 Pagina's

Verslag van de vergadering van de Part. Synode van het Westen gehouden op 16 juni 1966 te Haarlem C.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1966

De Wekker | 8 Pagina's