Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Gereformeerd Sociologisch Instituut

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Gereformeerd Sociologisch Instituut

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Gereformeerd Sociologisch Instituut, waarin representanten uit de Gereformeerde Kerken, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten zitting hebben, wordt opgeheven. In de loop van dit jaar zal het Instituut zijn werkzaamheden beëindigen. In het jongste nummer van G.S.I.-nieuws, het orgaan van G.S.I. schrijft de voorzitter, prof.dr. R. Schippers, een uitvoerig afscheidsartikel getiteld: ,, Verantwoording". De hoogleraar wijst er op, dat voor velen een mededeling van opheffing in een tijd waarin de sociologie een steeds belangrijker plaats inneemt, wel zeer onverwachts komt. Daarom wil de schrijver pogen een inzicht te geven in de ontwikkeling en de feitelijke situatie die tot dit besluit geleid hebben.
Prof. Schippers herinnert aan de oprichting van het G.S.I. in 1954, zulks met een dubbele doelstelling:
a. het verrichten van toegepast sociaal-wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de kerken en de kerkelijke arbeid in de breedste zin des woords;
b. het vertegenwoordigen van de kerken met het woord ,,gereformeerd" in hun naam (en het door die kerken omvatte volksdeel) bij de onderzoekingen, zoals die destijds reeds door de toen bestaande levensbeschouwelijke instituten gezamenlijk werden verricht.
In de loop van de jaren werd bet instituut daarnaast ook een instelling van informatie en advies aan kerken en kerkelijke instellingen ook daar waar geen onderzoekingen plaatsvonden. Juist daarom wendde het zich ook tot de kerken om financiële steun. Zowel die steun als de steunverlening werden al groter. Daardoor en door de onvermijdelijke tekorten op de verrichte onderzoekingen kreeg men met al groter financiële moeilijkheden te kampen.
Ze noopten in 1962 tot een ingrijpende reorganisatie. Aanvankelijk had dit een gunstig effect en het scheen dat een bloeiende periode tegemoet werd gegaan. Maar tegelijkertijd deed zich een andere ontwikkeling voor n.l. het drastisch verminderen van het aantal opdrachten buiten de kerkelijke instanties. Daardoor viel de bestaande financiële basis weg. Grotere steun van de kerken was dus geboden. Het achterwege blijven van opdrachten buiten het kerkelijk erf heeft te maken met een structureel verschijnsel waarmee alle levensbeschouwelijke sociologische instituten worden geconfronteerd en dat direct samenhangt met de ontwikkeling binnen de sociologie- beoefening in het algemeen.
Die ontwikkeling betekende voor het G.S.I. concreet dat het zich moest instellen op een situatie waarin geen opdrachten van instanties buiten de kerken te verwachten waren en waarbij bovendien het werk ten behoeve van de kerken op 'n andere wijze zou moeten plaatsvinden. Wat dit laatste betreft: het werk zou veel meer geïncorporeerd moet worden in de bestaande instellingen en zou daarom veel meer moeten bestaan uit op het beleid van de kerken en de kerkelijke instellingen afgestemde informatie en advisering, al of niet op basis van door het instituut zelf te verrichten onderzoekingen.
Een op deze wijze bij de ontwikkeling buiten het instituut aangepast organisatievorm was overigens allerminst in tegenspraak met de ontwikkeling die het G.S.I. zelf doormaakte. Het zou immers betekenen dat ook het G.S.I. zich zou moeten ontwikkelen van een onafhankelijk onderzoekingsinstituut tot een instituut dat vooral ten behoeve van één bepaalde instelling (de kerken) werkt. En deze ontwikkeling was binnen het instituut reeds zichtbaar vooral b.v. door steeds toenemende advieswerkzaamheden. Het vrij plotselinge wegvallen van de financiële basis van het instituut betekende echter wel een stroomversnelling in dit proces. Daarom was het noodzakelijk tot een reorganisatie van het instituut te komen, die hoewel helemaal aansluitend bij de ontwikkeling zoals die in het verleden had plaatsgevonden, vanwege de snelheid waarmee zij voltrokken moest worden een zeer ingrijpend karakter had. Gelet op de hierboven slechts aangeduide ontwikkelingen leek het noodzakelijk te streven naar een apparaat van en ten behoeve van de kerken, dat informatie en adviezen kan verschaffen en onderzoeken kan verrichten, daar waar de kerken en de kerkelijke instellingen het nodig vinden met het oog op het te voeren beleid. Een op deze wijze gestructureerd apparaat kan echter slechts goed functioneren, indien het bestaan ervan financieel is gegarandeerd. Deze garantie kon alleen maar gevraagd worden aan de het G.S.I. steunende kerken. Daarom heeft het bestuur van het G.S.I. zich in de loop van 1965 tot de synoden van de drie het G.S.I. steunende kerken gewend.
Het G.S.I. vroeg de kerken deputaten te benoemen en een garantie te willen geven voor het voortbestaan. De generale synode der Chr. Geref. kerken reageerde positief, de commissie van de generale synode der Geref. kerken stond volstrekt afwijzend tegenover de beide verzoeken. Prof. Schippers releveert de gang van zaken op laatstgenoemde synode.
De beslissingen van deze synode hebben tot opheffing geleid. Het G.S.I. zo betoogt prof. Schippers verder, is ook in de ogen van de kerken steeds een zelfstandig instituut geweest. Zij traden het welwillend en steunend tegemoet maar hebben het nimmer als kerkelijk werk beschouwd en het instituut ook nooit als kerkelijk orgaan gezien. De gehele ontwikkeling bracht mee, dat de relatie met de kerken veel hechter moest worden en de voorstellen van de zijde van het G.S.I. impliceerden ook het werk als kerkelijk werk te beschouwen. De binnen de kerken van geref. signatuur bestaande vrees voor verkerkelijking van allerlei activiteiten en voor een te omvangrijk worden van de taak van de kerk acht prof. Schippers mede een factor, dat men op een afstand bleef. Meer nog heeft naar zijn mening echter een rol gespeeld het feit dat men het nut van sociologische onderzoekingen en sociologische advisering ten behoeve van de kerken niet ziet en/of dat men een niet-theologische benadering van de kerk en van het kerkelijk leven niet nodig of gewenst vindt. Men kan niet anders concluderen dan dat de situatie binnen de Geref. kerken een instelling zoals het bestuur van het G.S.I. voor ogen stond kennelijk nog niet toelaat.
Voor moedeloosheid acht de hoogleraar echter geen reden aanwezig. Immers is binnen de Geref. kerken een plaats gecreëerd voor een socioloog, die zich vooral met de vragen van de plaats van de kerk in de samenleving en de structuur van de kerkelijke gemeente zal moeten bezig houden. Daarnaast is er bij verschillende kerkelijke instellingen een vraag naar de sociologische inbreng en als de tekenen niet bedriegen zullen er binnen niet te lange tijd meer sociologen binnen de Geref. kerken werkzaam zijn. De noodzaak van sociologisch onderzoek is gebleven zoals ook vanuit de beleidsadvisering steeds blijken zal. Maar een moeizame weg moet nog worden afgelegd, wijl er nog veel misverstand is omtrent en weerstand tegen een sociologische benadering van de kerk en het kerkelijk leven. De eerste taak van de in of ten behoeve van de kerk werkzame sociologen zal zijn de misverstanden op te heffen en de weerstanden zoveel mogelijk te doorbreken, opdat de sociologie vruchtbaar kan zijn voor het kerkelijk leven.
Het G.S.I. heeft sedert zijn twaalfjarig bestaan 59 rapporten uitgebracht en 12 samengesteld in samenwerking met andere instituten of instellingen of met zijn medewerking.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1966

De Wekker | 8 Pagina's

Het Gereformeerd Sociologisch Instituut

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1966

De Wekker | 8 Pagina's