Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Weest manlijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Weest manlijk

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het dertiende vers van 1 Korinthe 16 staan een paar flitsende opdrachten, die bijzonder actuele betekenis hebben. We bespraken er vorig jaar reeds twee. In dit eerste artikel in het nieuwe jaar is het derde apostolische advies: ,,Weest manlijk" bijzonder op zijn plaats. We willen daarmee de artikelen in 1967 inzetten.

Bedoeling
Wie nadenkt over deze vermaning vraagt zich af: wordt dit woord gericht alleen tot de mannen in de gemeente van Korinthe of is deze brief tot heel de gemeente gericht? Aangezien dit laatste het geval is en uit niets blijkt dat in deze verzen alleen de mannelijke leden van de gemeente bedoeld zijn, volgt daaruit dat deze opdracht niet letterlijk, maar overdrachtelijk dient te worden verstaan.
Het is een moeilijke aangelegenheid om precies aan te geven waarin het onderscheid ligt tussen ,,manlijk" en ,,vrouwlijk". Alleen in deze tekst komen we dit bevel tegen: gedraagt u als mannen. Nergens lezen we: gedraagt u als vrouwen. Betekent dit een achteruitstelling van de vrouw? In geen enkel opzicht. We hebben de specifieke vrouwelijke trekken zeker ook nodig; zelfs zou de stelling kunnen verdedigd worden dat deze trekken van grote betekenis zijn voor het geloofsleven, ook voor mannen.
In bovengenoemde tekst zullen we echter hebben te denken aan specifiek mannelijke eigenschappen, die ieder, ook een vrouw, van een man verwacht: flinkheid, kracht, moed.
Het is opmerkelijk dat het Latijnse woord voor moed samenhangt met het woord in die taal voor man. Van een man wordt verwacht dat hij zich niet als een bange wezel zal gedragen; dat hij niet op de loop gaat, niet zijn gevoel laat spreken, niet door zijn emoties beheerst wordt, maar dat hij krachtig zal optreden, in voorkomende situaties moed zal betonen en op deze wijze een flinke, krachtige indruk zal maken. We zeggen het wel eens van bepaalde figuren, wanneer zij onverschrokken een bepaald geval aanpakken: dat is een man.
In het verband van deze tekst is duidelijk dat Paulus met deze opwekking bedoelt dat de Korinthiërs flink en kordaat zullen optreden: niet slap, niet toegeeflijk, niet wikkend en wegend, maar zeer beslist, welbewust, doeltreffend. In hun levenshouding moet uitkomen dat er lijn in zit; er moet kracht van uitgaan en moedig doortasten moet de blijvende indruk van hun levenswijze zijn.

Achtergrond
De achtergrond van deze duidelijke vermaning is de niet te miskennen werkelijkheid dat ook de gelovigen de neiging hebben al te slap en te toegeeflijk te zijn. Paulus had juist gewaarschuwd: Waakt en staat in het geloof, [n deze reeks past ook de vermaning: weest manlijk. Wie niet waakt en wie niet staat in het geloof, treedt niet flink en moedig op tegen allerlei gevaren, die het christenleven steeds weer bedreigen.
Hij geeft al te gemakkelijk toe. Hij is een gemakkelijke prooi voor verleidingen. Hij is spoedig van de kaart, laat zich gemakkelijk overhalen en is gauw bezweken voor mensen en omstandigheden, die hem een andere kant opduwen.
Blijkt uit deze brief aan de gemeente in de Griekse havenstad niet dat er allerlei zonden zijn, die zich genesteld hadden in de gemeente en waartegen de gemeente niet voldoende verweer bood? Is tegen deze achtergrond de vermaning niet volkomen op zijn plaats: Weest manlijk? Ga toch niet te spoedig overstag en laat u toch niet al te gemakkelijk meeslepen met de zonde, die in uw leven aan de orde is en geef toch niet al te spoedig voet aan alle schoonklinkende redeneringen, die tot u komen.
Nu dienen we voor één gevaar goed op te passen. Dit gevaar n.l. dat we zouden menen dat Paulus hier een heldhaftig Christendom propageert. Dat soort Christendom heeft een verkeerde klank. En terecht. Het is dat Christendom, dat zoveel nadruk legt op de activiteit van het geloof dat er voor genade bijna geen plaats meer is of het moest zijn alleen maar in de naam. Het is de geloofsvoorstelling, waarbij de mens en zijn kracht in het middelpunt wordt geplaatst, zodat de flinke christen voor de dag komt, die zoveel kan en weet en wil en doet. Uit een zekere reactie tegen dit soort Christendom keren we ons vaak intuïtief af van dit soort teksten, die aandringen op een mannelijke levenshouding.
Paulus bedoelt werkelijk niet te zeggen dat een mens uit zichzelf zo manlijk is in zijn strijd tegen de duivel, wereld en eigen vlees. Zwak is en blijft ieder gelovige. Wie meent sterk te zijn is vaak het zwakst. Manlijk op een bepaald punt, blijkt hij op een ander punt zo maar onder te liggen en van heel de mannelijke houding blijkt niets meer.
We zullen een dergelijke vermaning moeten lezen tegen de achtergrond van andere woorden van Paulus: als ik zwak ben, dan ben ik machtig. En: ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft. Als we die woorden voluit laten gelden, dan komt deze vermaning op goede basis te staan. Echt schriftuurlijk gaat het er dan om als Christen door de kracht van Christus, levend uit Gods genade door de Heilige Geest, krachtig en duidelijk neen te zeggen en niet al te gemakkelijk zich te beroepen op schoonklinkende verontschuldigingen, die ons intussen weerloos maken, zodat we vallen en niet waken.

Praktijk
Deze opwekking van Paulus heeft grote praktische betekenis. Een paar voorbeelden zoals we ze in dit nieuwe jaar allen weer zullen tegenkomen.
De zonde is een enorme macht in het leven van de christen. Het is tegenwoordig niet gemakkelijk om christen te zijn. Het leven is vol ,,verborgen verleiders". De ongerechtigheid spoelt onze huizen binnen op ongekende manier. We hebben allen de neiging om dit over ons te laten komen en ons niet te weer te stellen. Het is nodig om manlijk te zijn; dat is flink en moedig neen te zeggen tegen de zonde, die op allerlei manier tot ons komt. Het geldt onze jongens en meisjes; het geldt ouderen niet minder.
Val toch niet direct om en laat u niet direct meesleuren met allerlei wind van leer en allerlei redenering, die u schade doet en die het geloof verdonkert en in ieder geval een belemmering is om tot het geloof te komen en dat te beleven.
Een andere zaak: ons kerk zijn en ons kerklidmaatschap! Het moet helaas gezegd worden dat ook op dit punt een christelijk-moedige levenshouding vereist is. Er treedt een verslapping in over heel de linie van het kerkelijk leven. Het lijkt wel alsof men zich schaamt voor geloof en kerk. De kerk krijgt in vele opzichten altijd de eerste klap. Als er offers gebracht moeten worden, dan krijgt de kerk eerst de rekening gepresenteerd. Moet men iets nalaten - het is de kerk, die de dupe is. Als er onaangename dingen gebeuren in het gemeentelijke leven, dan wreekt zich dat direct op de kerk en haar diensten. De kerkgang wordt al te gemakkelijk verzuimd als iets tegen zit, al is het maar het weer; de catechisatie moet in de regel het gelag betalen; het verenigingsleven wordt al te gemakkelijk afgeschreven. Met een manlijke levenshouding heeft dat niet te maken. Slapheid en lauwheid zijn tegengesteld aan Paulus advies: weest manlijk.
Nog een andere zaak. We hebben in december gewezen op de situatie waarin het gereformeerde leven zich bevindt. We constateren in menig opzicht een verval, een achteruitgang, die met zorg vervult. Al te gemakkelijk leggen we ons ook daarbij neer. Er moet weer echt geestelijke weerbaarheid komen in het christelijke leven van vandaag.
Weest manlijk. Het is zeker waar dat we met ingewikkelde vragen te doen hebben, die niet spoedig tot een bevredigend antwoord kunnen worden gebracht. Maar laten we intussen al wikkend en wegend ons niet onder de voet laten lopen. Laten we geestelijke weerstand bieden, krachtig, moedig, overtuigd en overtuigend. Dat is iets anders dan fanatiek. Maar het betekent wel dat we weten waar we staan en wat van ons gevraagd wordt.
Wat zou er veel gewonnen zijn wanneer we de draagwijdte van deze vermaning in de praktijk van het leven verstonden en dienovereenkomstig handelden.
In heel ons leven gaat het om deze man-lijke houding. Men moet weten wat men aan ons heeft. Het moet blijken dat Gods Woord ons alles waard is; dat de vreze des Heeren alleen rijk maakt en dat we op de betrachting van die vreze des Heeren in het hele leven aandringen.
Voor alle dagen van dit nieuwe jaar geldt in alle omstandigheden, waar God ons ook een plaats gegeven heeft in kerk en maatschappij deze vermaning: weest manlijk.
In Lukas 2 staat dat Maria haar eerstgeboren zoon baarde en in doeken wikkelde. Datzelfde Kind wordt in Openbaring 12 een mannelijke zoon genoemd. Het hulpeloze kind van Bethlehem is de mannelijke zoon, die de heidenen zal hoeden met een ijzeren scepter.
Bij Hem alleen ligt de kracht om in 1967 manlijk te zijn.
Een gezegend jaar toegewenst; dat is een jaar waarin deze manlijkheid duidelijk openbaar komt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1967

De Wekker | 8 Pagina's

Weest manlijk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1967

De Wekker | 8 Pagina's