Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eemdijk in het nieuws

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eemdijk in het nieuws

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kerk van Eemdijk is de laatste weken in het nieuws, zoals dat heet. In dagen weekblad is over het gebeurde geschreven. De naam van onze kerk is genoemd. „De Spiegel" is er op afgegaan. In ,,Trouw" kwamen ingezonden stukjes n.a.v. het bericht over het ontslag, dat aan de heer A. H. Visser, hoofd van de christelijke school is gegeven in verband met zijn overgang naar de Pinksterbeweging.
Men veroordeelt het ontslag en men vindt het een vreemde, harde zaak dat dit gebeurt.
Het leek ons goed over deze zaak enig licht te laten schijnen ter voorkoming van misverstand. De zaak heeft trouwens meer dan plaatselijke betekenis.

De feiten
Men moet Eemdijk, een gehucht dat ligt bij de Eem aan de rand van het IJsselmeer — in feite een aantal huizen aan de kronkelende dijk langs de voormalige Zuiderzee — kennen om te begrijpen welke indruk het maakt dat het schoolhoofd zich laat overdopen.
Het is een kleine gemeenschap, waarin iedereen alles van iedereen weet. Een hechte samenleving is daar nog te vinden met al de voor- en ook de nadelen daar aan verbonden.
De heer Visser was in Eemdijk geen onbekende. Hij en zijn vrouw zijn hier geboren en getogen. Zijn vader was er veertig jaar school-, ja dorpshoofd. Toen Eemdijk zelfstandig werd en zich afsplitste van de moedergemeente Bunschoten werd de heer T. Visser ouderling en scriba. Hij en niet minder zijn eenvoudige, maar innig gelovige vrouw vergroeiden met de bevolking. Zijn genoemde zoon trouwde met een meisje uit Eemdijk, werd onderwijzer in Utrecht, diende daar de kerk van Utrecht-C als ouderling, maar keerde toch weer terug naar het dorp waar hij was opgevoed en waar hij de geestelijke inslag kende. Dat alles was blijkbaar geen bezwaar voor hem. Hij wist ook wat de christelijke school is en hoe zij functioneert. In dit kleine dorpje met enkele honderden mensen, burgerlijk ressorterend onder Bunschoten, postaal bediend uit Spakenburg, geïsoleerd gelegen zonder busverbinding met Baarn of Bunschoten, staan niet minder dan drie kerken, waarvan de Chr. Gereformeerde waarschijnlijk de grootste is. Er is één school, waarin de leden van deze drie kerken — behalve de Chr. Geref. Kerk de Geref. Kerk (Syn.) en (vrijgemaakt); de Hervormde Kerk is hier niet — samenwerken, staande op de basis van de Drie Formulieren van Eenigheid. Dat alles wist de heer Visser en dat wist zijn vrouw, beiden oud-leerlingen van de school.
Eind vorig jaar was er een vacature aan de school. Bij de sollicitanten is een onderwijzer, die sympathiseert met de Pinksterbeweging. Dat is voor het schoolbestuur reden om deze brief direct terzijde te leggen. Maar dan kan de heer Visser zich niet langer stilhouden. Het komt uit dat ook hij sympathieën in deze richting heeft. Van het een komt het ander. Nu hij gesproken heeft gaat het proces verder. Visser en zijn vrouw laten zich op zondag 4 december overdopen. Het schoolbestuur meent dat hij niet langer te handhaven is. Hem wordt ontslag gegeven; niet omdat men ontevreden is over hem. Integendeel: men heeft waardering voor de meester, zoals men dat had voor zijn vader; men geeft hem alle medewerking bij het zoeken naar een huis. Maar men meent: schoolhoofd kan hij niet langer zijn.
Is dat onjuist van dit bestuur en is dit bestuur te betichten van een onchristelijke, harde daad?
Maar de grondslag van de school is de gereformeerde belijdenis. De verwerping van de kinderdoop is in strijd met de gereformeerde belijdenis. Het lijkt me volkomen juist dat het bestuur tegen een schoolhoofd zegt: als u, wetend op welke grondslag wij deze school hebben opgericht en in stand houden, zelf niet te kennen geeft dat u door uw opvattingen in strijd komt met de grondslag, dan moeten wij dit constateren en concluderen dat u, gegeven de grondslag, niet langer te handhaven bent.
Het is toch overal zo dat wanneer men zich niet meer aan de eens gegeven spelregels houdt, men zichzelf onmogelijk maakt?
Dat is hier duidelijk het geval. Was de grondslag breder, dan lag het anders. Maar nu de grondslag zo ligt, kon de zaak niet anders worden behandeld.
Het zou flink van de heer Visser zijn geweest, wetend hoe haarfijn deze dingen in de Eemdijker gemeenschap liggen, wanneer hij zelf zijn ontslag had genomen, omdat hij niet langer op de eens aanvaarde grondslag stond. Durfde hij dat niet? Zweeg hij daarom zo lang?
Het is bekend dat er in Eemdijk en Bunschoten een bepaalde invloed van de Pinksterbeweging werkt: de uit Eemdijk afkomstige predikant van de Chr. Geref. Gemeente in Nederland liet zich met zijn vrouw enige tijd geleden overdopen alsmede enige leden van onze kerk in Bunschoten en Eemdijk. Het blijkt nu dat deze infectie doorwerkt. En dit echtpaar bleek voor deze infectie ook vatbaar. Welke achtergronden hier werken is moeilijk aan te geven. Maar het feit is dat een bepaalde emotionele, subjectieve instelling vruchtbaar is voor deze infectie. De Pinksterbeweging is een moderne vorm van het oude subjectivisme. Te begrijpen dat men beïnvloeding van de kinderen en verdere doorwerking vreest.
We gaven in het bovenstaande de nuchtere feiten weer, die voor zichzelf spreken en die niet zoveel alarm behoeven te veroorzaken onder de suggestieve kop: Schoolhoofd ontslagen.

Kerkelijke behandeling
Er is nog een ander aspect aan deze zaak: de kerkelijke behandeling. Vlak voor de overdoop werd aan het echtpaar Visser het Avondmaal ontzegd voor één keer. Enige tijd later constateerde de kerkeraad dat zij door hun overdoop de gemeenschap met de kerk hebben verbroken. De kerkeraad zou deze maatregel hebben genomen omdat ze de weg van de tucht niet durfde gaan, daarna uitsprekend dat dit echtpaar buiten het koninkrijk der hemelen stond.
Nu ligt het niet op onze weg om de handelingen van een kerkeraad te beoordelen. Het lijkt me beter om te herinneren aan wat onze Synode in 1962 over deze zaak heeft uitgesproken.
Er was een rapport van de P.S. v. h. Oosten waarin o.m. werd gezegd: „Het komt uw commissie dan ook voor, dat zij die zich lieten overdopen, geen voorwerp van kerkelijke tuchtoefeningen kunnen zijn, omdat zij metterdaad zichzelf losmaakten van de kerk en daardoor de zegen van de kerkelijke tucht niet meer mogen ontvangen". De commissie, die de behandeling van dit rapport had voor te bereiden maakte op dit standpunt kritiek. De Gen. Synode volgde de commissie en sprak dienovereenkomstig uit „dat leden der kerk, die zich laten overdopen zich feitelijk onttrekken aan de gemeenschap der kerk, al is dit feit nog niet altijd als een breken met de kerk te beschouwen; dat het de taak van de kerkeraad is om kerkelijke vermaning en tucht toe te passen, omdat de daad van de dusgenaamde overdoop geheel in strijd is met Gods Woord en met de belijdenis en de orde van de kerk".
Zij, die zich laten overdopen, zouden consequent zijn als zij zichzelf onttrokken aan de gemeenschap van de kerk. Doen zij dat niet, dan dient de kerkeraad goed te overwegen wat hij doet. Zet men één stap op weg van de kerkelijke tucht, dan dient men verder te gaan. Dat vraagt de tucht in Christus' kerk nu eenmaal. Wie tucht gaat oefenen moet dit kunnen volhouden tot voor Christus' rechterstoel. Anders moet men er niet mee beginnen.
We gaan op deze zaak nu niet nader in, maar menen te kunnen volstaan met deze algemene regel, die m.i. duidelijk is.
De visie van het Oosten in 1962 is wel de gemakkelijkste weg; maar het is niet de koninklijke weg en daarom niet de aangewezen weg, al wordt zij in de praktijk nog gevolgd.
Of zij, die zich lieten overdopen voorwerp van tucht zijn, als zij zichzelf niet onttrekken is een vraag voor hen, die moeite hebben met het sluiten buiten het Koninkrijk der hemelen van mensen, die wel dwalen, maar die men zonder meer het geloof niet wil ontzeggen. We erkennen dat hier moeilijke vragen liggen, die de grenzen van de kerk raken. Daarom zal elke kerkeraad geval voor geval hebben te bekijken. Het maakt verschil of hier dwaling is uit onwetendheid of uit halsstarrig verzet. In het eerste geval zal een kerkeraad zeker geduld moeten oefenen; in het andere geval zal het verzet zich op den duur zo duidelijk openbaren dat de betrokkenen de kerk de rug toekeren.

Tenslotte
Als het gesprek met de Spiegeljournalist juist is, dan zou de heer Visser bezwaren hebben tegen de prediking in onze kerken. Ik neem aan dat hij bedoeld: in het algemeen. Het zou alles te zwaar en te somber zijn. De eerste vraag is: welke norm legt men aan? hoe ben ik zelf ingesteld? En welke prediking is altijd weer normatief voor het kerkverband?
We zouden tenslotte willen opmerken dat een geval als het bovenstaande ons leert dat ook onze kerkleden bloot blijven staan aan „Pinkster"-invloeden. Maar het roept ons ook op om het volle Evangelie, naar zijn ontdekkende en vertroostende zijde, te prediken. Hoe minder eenzijdigheden er voorkomen, hoe klemmender de prediking kan zijn. En laat er toch veel gebed zijn dat de gemeente zich openbaart als een levende gemeenschap, die leeft in het licht van de toekomst; die met blijdschap haar weg gaat door de tijd en de wereld. Hoe meer de gemeente daar aan beantwoordt hoe minder grond voor kritiek er is. Misschien komt de kerk dan nog eens in positieve zin in het nieuws!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1967

De Wekker | 8 Pagina's

Eemdijk in het nieuws

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1967

De Wekker | 8 Pagina's