Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Crisis in de vrijgemaakte kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Crisis in de vrijgemaakte kerken

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu de eerste berichten ook in de kerkelijke pers van de Geref. Kerken (vrijgemaakt) zijn verschenen en we niet alleen zijn aangewezen op dagbladverslagen, willen we graag iets zeggen over het besluit van deze Gen. Synode om een wettig afgevaardigd predikant niet te ontvangen. Niet om ons met de interne aangelegenheden van deze kerken te bemoeien. Wel omdat deze zaak evenzeer de verhouding tot onze kerken raakt. Zelfs voelen meerderen met mij aan dat elk christenmens bij deze droeve gang van zaken betrokken is. We kunnen rustig spreken van een crisis.

Situatie
Het woord crisis is niet te zwaar gekozen getuige een uitlating van prof. J. Kamphuis in ,,De Reformatie" van 15 april: „Liever een crisis vanwege dit „neen" dan vrede ten koste van de enigheid des geloofs". Zij, die ds Schoep hebben weggezonden verdedigen deze daad met grote kracht. Zij menen Gode een welgevallige dienst te hebben bewezen. De Synode was van oordeel dat in de „Open Brief", geschreven aan de gemeente van ds v. d. Ziel, waaronder ook ds Schoep zijn handtekening had gezet, aan de orde is „een disputabel stellen van de inhoud en het katholiek of algemeen karakter der gereformeerde belijdenis, waardoor zij als hoofdsom van de waarachtige en volkomen leer der zaligheid in twijfel wordt getrokken". Dat is een zwaar geladen zin. Wat mag er toch geschreven zijn? Het antwoord is te construeren uit het voorafgaande. In de gewraakte ,,Open Brief" was als een ,,religieus zeer gevaarlijk vrijmakingsgeloof" de volgende overtuiging verworpen: ,,De vrijmaking vond plaats overeenkomstig art. 28 N.G.B. Het zou geweest zijn een zich voegen bij de ene ware kerk, die onze geloofsbelijdenis conform de Schriften kent. De vrijmaking, die tegen confessionele insluipsels en kerkrechtelijke misgrepen en verschuivingen het historisch Gereformeerd karakter van de kerk alhier handhaafde, bewaarde ons zo bij Gods ene kerk op aarde".
Het is duidelijk wat hier aan de orde is. In de laatstgenoemde zinnen hebben we te maken met de super-vrijgemaakte kerkopvatting,- met de onvervalst vrijgemaakte hantering van het gereformeerd belijden omtrent de kerk. In de ,,Open Brief" wordt over deze dingen anders gedacht — ik haast me er aan toe te voegen dat ik persoonlijk ook niet elke zin in deze brief even gelukkig vind. Op dit punt heeft de crisis zich toegespitst.
Hoe erg deze crisis is blijkt duidelijk uit het feit dat in ,,Opbouw" een verklaring is te vinden van de redactie van dit blad, waarin o.a. zitting hebben de proff. Jager en Veenhof, in welke verklaring o.m. het besluit van de Gen. Syn. gekarakteriseerd wordt als ,,eigenmachtig optreden van de broeders, die naar de generale synode werden afgevaardigd en van hen, die deze afgevaardigden adviseerden", dat ons ,,heeft verbaasd en ontsteld, en meer dan we in woorden kunnen uitdrukken bedroefd; dat dit handelen in onze vrijgemaakte kerken mogelijk bleek".
Wie even nadenkt moet tot de conclusie komen dat er aan de Kamper Theologische Hogeschool door het college van hoogleraren een diepe breuk loopt. Dit kan deze School en deze kerken niet ten goede komen.
In genoemde verklaring wordt ook nog gezegd dat „het synodebesluit op zijn minst suggereert dat de kerkvergaderende activiteit van onze Heere Jezus Christus zich uitsluitend beweegt binnen het kader van de vrijgemaakte kerken, een opvatting waartegen we ernstig bezwaar hebben".
Persoonlijk nam ik met grote erkentelijkheid van deze zinsnede kennis. Toen in 1961 de Asser Synode in haar besluit m.b.t. tot de Geref. Kerken ook absolutistisch over de kerk sprak, werd dit onzerzijds ook geconstateerd. In deze rubriek viel de uitdrukking ,,afgoderij met de kerk". Op de eerste samenspreking na die Synode werd toen over deze zaak uitvoerig gesproken. Men kan het nalezen in de Acta van de Synode van 1962, pag. 245. Uiteindelijk werd ,,royaal toegegeven: er zijn onder ons dingen die op een buitenstaander de indruk maken: men doet maar net of er geen Chr. Geref. kerken zijn".
Het is verblijdend dat de redactie van ,,Opbouw" — geleerd door onze reactie? — nu dezelfde mentaliteit heeft gesignaleerd.
Intussen wijst de geschetste situatie duidelijk op een crisis. Ieder, die belangstellend meeleeft met de kerkelijke gebeurtenissen, zal zich afvragen: waar moet dit op uitlopen?

Achtergrond
De achtergrond van deze crisis is te vinden in de kerk-opvattingen, die in deze kerken aan de orde zijn. Dit conflict is gegroeid. Men kan zich afvragen of de huidige storm, die over de vrijgemaakte kerken waait niet de oogst is van de wind, die men een twintig jaar geleden reeds heeft gezaaid. Schilder heeft in zijn laatste levensjaren deze storm horen aankomen en daartegen krachtig gewaarschuwd vanuit zijn bezorgdheid over de zich ontwikkelende praktijk. Overigens dient ook gezegd te worden dat de volgelingen consequenties trokken uit de stellingen, die Schilder heeft verdedigd; althans uit één lijn, die in Schilders kerk-beschouwingen te vinden is.
Toen onze Gen. Synode in 1962 haar houding t.o.v. deze kerken bepaalde werd gesproken over gebleven verschillen t.a.v. de hantering van het gereformeerd belijden omtrent de kerk. De jongste ontwikkeling bevestigt deze uitspraak. De wijze waarop de vrijgemaakte synode de belijdenis m.b.t. de kerk hanteert, roept vele vragen op. Meent men nu werkelijk staande te kunnen houden dat de vrijmaking ons bewaarde bij Gods ene kerk op aarde? Hier is een hoogmoed aan het woord; een zich vergrijpen aan en zich meester maken van Christus' vergaderend werk, dat in strijd is met alle waarachtige ootmoed.
Direct zij hierbij opgemerkt dat deze opmerking niet voorkomt uit sympathie voor de pluriformiteitsgedachte. We zijn van mening dat er maar één kerk mag zijn; maar we menen tegelijk dat er meerdere kerken kunnen zijn.
Als we de zaak goed begrijpen dan heeft de Noord-Hollandse afgevaardigde niet zo absolutistisch over de vrijmaking en de vrijgemaakte kerken geschreven als een bepaalde stroming wil, wier woordvoerder prof. J. Kamphuis is, die met een ijver als van Jehu bezwaarschriften indient tegen een van de predikanten van de plaatselijke kerk, waarvan hij lid is.
Ons treft in heel deze gang van zaken ook het onbroederlijke en onchristelijke feit dat deze afgevaardigde wordt weggezonden terwijl er voordien geen aanklacht tegen hem was ingediend en de Part. Synode van Noord-Holland, wetend van zijn handtekening onder de gewraakte brief, hem afvaardigde. In feite gaat de Gen. Synode een breuk forceren met een Part. Synode.
Zover kan het komen als een systeem een kerk gaat beheersen. Vanuit het systeem wordt dan alles beheerst, bekeken en bepaald. De vrijgemaakte kerken geven in hun breedste vergadering een fanatieke indruk aan de buitenwacht. Over het begrip fanatiek pleegden we — overigens met opzet — vorige week een artikel.
Hier missen we nu de evangelische katholiciteit. Hier gaan ideeën heersen; en men voedt elkaar daarin op en de een wordt nog scherper, nog ijveriger, nog consequenter, nog fanatieker dan de ander.
Voor de oorlog heerste er in de Geref. Kerken een verbondssysteem. De ambtsgedachte kreeg daarna grote aanhang. Onder invloed van allerlei hier niet nader te noemen factoren kwam de kerk in het centrum te staan.
De vrijgemaakte kerken worden slachtoffer van een kerk-systeem. En elk systeem — verbonds-, kerk-, bekerings-, bevindingssysteem etc. — verduistert het Evangelie van Christus, plaatst Christus in de schaduw en is in de grond van de zaak een vervloekte afgoderij.
Terecht spreekt de ,,Opbouw"-verklaring van Gods kastijding omdat men roemde in de Vrijmaking en in eigen trouw. De Heere geeft Zijn eer aan niemand anders; ook niet aan de kerk, ook niet aan het verbond en vult u maar verder in. Dat steekt geweldig nauw. Wie dat niet ziet en dat niet verdisconteert in de kerkelijke praktijk heeft van het echte kerk-zijn nog weinig begrepen. Wat is de kerk zonder de levende Christus? Is de kerk ons ,,zaakje"? En het is toch een omkering van alle waarden als we de kerk, die haar ontstaan en voortbestaan dagelijks aan Christus te danken heeft, belangrijker gaan vinden dan Christus, zonder wien de kerk niet met al is.

Houding
We schrijven deze dingen werkelijk niet uit leedvermaak. Sterker: ik voel me persoonlijk zo bij deze ontwikkeling betrokken dat ik me schaam over deze crisis. Wat moet het verziekte kerkelijke Nederland van deze beslissing denken? Welke indruk maakt dit op de buitenkerkelijke wereld van 1967? Ik schaam me ook over het feit dat ondanks alles deze krachten werken in deze kerken en dat ons getuigenis dit niet heeft kunnen verhinderen.
Het kan een farizeese indruk maken in deze situatie, maar in feite hebben deze kerken ons gebed hard nodig. Dit raakt de kerk- en de christennaam; in echte solidariteit: dit raakt onze naam. Ook onze zaak staat op het spel. Het is beschamend dat het zover in kerkelijk Nederland kon komen.
Onze sympathie gaat uit naar die broeders en zusters in de vrijgemaakte kerken, die zuchten onder dit systeem, die bedreigd worden in hun kerk-zijn. Het gevolg kon wel eens zijn dat er een echte kerkterreur gaat woeden. En dat in deze kerken, die in 1944 zich presenteerden als kerken, die het grote gevaar van de theologie, van het systeem hadden gezien. Nu is men zelf in deze fout vervallen. Toen ds D. van Dijk destijds van de gereformeerde synode werd weggezonden, schreeuwde men moord en brand. Nu heeft men zich niet ontzien, gedreven door kerkfanatisme, een wettige afgevaardigde weg te zenden. Snelle afloop als der wateren.
Het is tenslotte duidelijk dat deze ontwikkeling ook consequenties heeft voor de contacten met onze kerken. Samensprekingen op deputaten-niveau zijn er de laatste tijd niet meer. Het ligt in de lijn van deze synode dat onze kerken nu tot valse kerken worden verklaard. Laten we hopen dat men deze consequentie nog niet trekt. Maar plaatselijke kerkeraden zullen duidelijk moeten spreken in eventuele contracten met vrijgemaakte kerkeraden. Dit gebeuren is geen incident maar symptoom.
We hopen hartelijk dat deze Synode terugkeert van deze beslissing en zich los weet te maken van de geschetste achtergronden. Alleen dan komt er perspectief in de verhouding tot deze kerken en wordt een wezenlijk struikelblok opgeruimd.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1967

De Wekker | 8 Pagina's

Crisis in de vrijgemaakte kerken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1967

De Wekker | 8 Pagina's