Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Klare wijn" (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Klare wijn" (III)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De openbaring een gebeuren
Het sleutelwoord voor de beschrijving van de openbaring is het woord dat u hierboven leest: een gebeuren. Als voorbeeld geef ik het volgende citaat: ,,We hebben de geschreven boeken". Op zichzelf hebben deze geen kenmerken van heiligheid, goddelijkheid of onfeilbaarheid. Maar al lezend in de Bijbel voelen we daarin de polsslag van een driftig gebeuren. Gods geschiedenis met zijn volk en met de volken is aan de gang. Hier is dynamiek en handeling.
,,God spreekt en handelt en mensen worden goedschiks of kwaadschiks — als bij Jona — voortgedreven op verrassende gangen Gods" (126). De openbaring heet een gebeuren, een geschiedenis (130). Wij worden in de Bijbel ,,getuige van een historie, het heilsgebeuren tussen God en zijn volk, die uitloopt op Jezus, de Messias, de Koning der Joden om daarna weer uit te waaieren in de evangelieverkondiging van de apostelen aan de volkeren der aarde" (179).
We krijgen hier te maken met een dynamische visie op de openbaring. Zij is vol van het handelen van God. Op zichzelf genomen is dit geen onjuiste stelling. Wanneer God zich openbaart, gebeurt er wat. God doet iets. We zouden kunnen wijzen op Lukas 2.
In de Kerstnacht komen de engelen in beweging. De volkerenwereld was — door Gods voorzienige leiding — reeds in beweging. Ook de herders die de boodschap van de engel geloofden, kwamen in beweging. En dat alles omdat God Zijn Zoon zond. Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft. En zo gaat het verder: Pasen en Pinksteren getuigen er van.
De grote vraag is echter, hoe wij nu van dat gebeuren zullen weten? Hoe we dat kunnen kennen en onderkennen? Alle gebeuren dat voor goddelijk gebeuren wordt uitgegeven is daarom nog geen goddelijk gebeuren.
Een zwaar accent op het dynamische in het handelen van God doet spoedig te kort aan het constante, het blijvende, het vaste, het niet-willekeurige, het niet-grillige.
Laten we eens even nadenken over het citaat dat ik aan het begin van dit artikel gaf. De geschreven boeken op zichzelf zijn niet heilig, goddelijk of onfeilbaar. In verband met het elders zo duidelijk gelegde accent op de Schrift als mensenwoord, zullen we zeker mogen zeggen: het zijn heel gewoon, echt menselijke boeken. Wat is nu echter het onderscheid met andere heel gewoon, echt menselijke boeken? In déze boeken ontmoeten we het gebeuren van de openbaring. Dan ineens zien we, misschien moet ik wel zeggen: voelen we het! Hier hebben we met Gods Woord te maken. Dwars door dit gewone mensenwoord heen hebben we met Gods Woord te maken. We komen immers met het gebeuren der openbaring in aanraking.
Het verwondert ons in het geheel niet, dat ook andere begrippen uit de leer aangaande de Heilige Schrift zo dynamisch geladen worden.
Ik denk aan de inspiratie. Zij heet een geschieden (125). Zij is het waaien van Gods Geest (126). ,,In het woord inspiratie moeten we de vaart horen, het wervelende gebeuren, waarin Gods Geest de mens overmant. Het „door de Geest gedreven", zoals dat in 2 Petrus 1.21 op het profetenwoord wordt toegepast, het mondelinge èn het schriftelijke. Inspiratie is hier een geschieden" (125).
Ik zou niet graag het daadkarakter van de inspiratie willen ontkennen. In zoverre de inspiratie een daad van Gods Geest is, zou ik haar ook nog wel een gebeuren willen noemen. Maar daarmee is naar mijn mening niet alles gezegd. Wat is het resultaat ervan? Wat blijft er van de inspiratie over? OF beter: hoe doet de inspiratie de Schrift een boek zijn, dat wezenlijk anders is dan alle andere boeken?
Omdat we hier de kernvragen van de leer aangaande de Schrift raken, is het goed er nog even dieper op in te gaan. Moeten we het ons zó voorstellen, dat de inspiratie het boek, zoals het daar ligt, het getuigenis zoals we het lezen, tot een gebeuren voor ons maakt? Of heeft de inspiratie bij de teboekstelling een zodanige rol gespeeld, dat we daardoor een betrouwbaar getuigenis hebben van de grote werken Gods? Gaat het bij de inspiratie om een gebeuren ten tijde van de teboekstelling óf om een gebeuren nu bij het lezen? Als ik het goed zie, dat dé vraag!
Er is een treffende parallel tussen déze vraag en de probleemstelling, die ik behandeld heb in de beide artikelen over .,de feiten". Ook daar ging het er om of het feit, zoals het geschied is van betekenis is, dan wel of de betekenis van het feit voor mij, hier en nu, het belangrijkste is.
Dat ik met deze vraagstelling de kern raak, meen ik ook te mogen opmaken uit de wijze waarop er over de canon gesproken wordt. ,,Het kanon-karakter van de Bijbel ontspringt uit het gebeuren, waarvan het getuige is" (129). Daarmee wordt het gebeuren zelf tot oorsprong van de kanon gemaakt.
Maar het blijft hierbij niet. ,,Het inspiratiegebeuren zonder het begrip kanon doet de Onenbaring Gods opgaan in een nimmer eindigende stroom van gebeuren. Er is nergens gezag en grens". Alsof het inspiratiegebeuren niet juist gericht is geweest op de kanon; en alsof Gods Geest niet juist daarom inspirerend gewerkt heeft, opdat de kanon er komen zou! Hoe is het mogelijk zó inspiratie en kanon uit elkaar te halen, en aan de inspiratie de kanon tot een grens te stellen?
Wie in het geheel van de beschouwingen er over nadenkt, voelt dat dit niet het laatste woord van ,,Klare Wijn" kan zijn.
Dat is het ook niet. Want even verder lezen we na het zojuist gegeven citaat: ,,Het kanonbegrip zonder het begrip inspiratie, maakt van de Schrift een starre autoriteit, die daar bewegingsloos en tijdloos oprijst, boven het leven der kerk, de noddelijke openbaring, zonder dat men uiteindelijk weet waarom. De Schriften zijn dan geen levend onderdeel van het gebeuren tussen God en ons, dat in de verkondiging ook de mens van de huidige dag wil bereiken" (128).
Hier ziet men duidelijk welk kanonbegrip en welke inspiratie-idee in dit geschrift ons wordt aangeboden. De Bijbelboeken zouden zonder inspiratie ook wel kanon kunnen zijn, maar dan hun eigenlijk doel missen. Pas door de inspiratie worden de boeken van de canon voor ons onderdeel van het gebeuren tussen God en ons.
Dat het juist en alleen maar déze boeken zijn, die van dat gebeuren onderdeel kunnen uitmaken, wordt blijkbaar door de kanon, die hen omvat, uitgemaakt.

Pas tegen deze achtergrond wordt begrijpelijk wat met het in dit geschrift zozeer benadrukte geestelijk karakter van de Schrift bedoeld wordt. Men zie vooral bladzijde 176-185. Het geestelijk gezag van de Bijbel betekent eigenlijk dit, dat de Bijbel door de Geest ons tot een gezaghebbende instantie wordt. Het is geen wonder dat juist in de hier bedoelde bladzijden enerzijds een felle en diepgaande bestrijding van wat het boek als fundamentalisme ziet, gegeven wordt, terwijl anderzijds zo sterk benadrukt wordt, dat de Bijbel een voluit en volop historisch boek is. Daarom kunnen we maar niet zo allerlei toepassingen maken. Wie dat wel wil doen, laat het gezag van de Schrift wettisch worden. Neen, het gezag van de Bijbel doet een beroep op mij, het vraagt om mijn persoonlijke beslissing. Het legt niet iets bindend van buiten af op, maar het laat ruimte, opdat wij zelf de toepassing wagen." Dat is het geestelijk karakter van het gezag van de Schrift.
Achter dit alles zit naar mijn besef zulk een dynamiek, dat er van de vastheid, van de zekerheid: hier heb ik het Woord van God niet zo veel overblijft. Het duidelijkst zien we dat in een zin als deze, — die geldt als samenvatting van heel het betoog in hoofdstuk III — ,,De Bijbel is een gebeuren" (179). Pas door het gebeuren verkrijgt de Bijbel gezag en wordt zij, wat hij naar ons inzicht, reeds in zichzelf is, omdat hij het Woord van God is.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1967

De Wekker | 8 Pagina's

„Klare wijn

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1967

De Wekker | 8 Pagina's