Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet omgekomen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet omgekomen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij de verspieders met vrede had ontvangen. Hebr. 11 :31

Niet omgekomen. Wat zit daar veel in.

De dreiging is afgewend.
De weldaad van de volkomen bevrijding, die een mens doet zingen en jubelen, is Rachab te beurt gevallen. De Heere heeft Rachab door Zijn Geest zo bewerkt, dat zij geloofde in Israels God.
Het klinkt wonderlijk als wij zeggen dat Rachab, de hoer, een gelovige vrouw was. Maar zij is het geworden. Het staat drie keer in de bijbel.
De Heere had Jozua de opdracht gegeven om Kanaan te veroveren.
Jozua had er een belofte bij gekregen: Ik zal met u zijn.
Het volk maakt zich klaar voor de invasie.
In de poort van Kanaan ligt de vestingstad Jericho.
Twee verkenners worden uitgestuurd om Jericho en omgeving te verkennen. Zij overnachten in het huis, vermoedelijk de herberg, van Rachab, de hoer. Hun aanwezigheid en identiteit zijn spoedig bekend en worden gemeld aan de koning van Jericho, die een boodschap stuurt aan Rachab om die twee gasten uit te leveren. Intussen heeft Rachab de spionnen verborgen en zij misleidt de politie van Jericho door te zegen: die mannen zijn weer vertrokken; als je hard loopt kun je ze nog inhalen.
Tegenover de verkenners verklaart zij het volgende: Wij hebben gehoord dat de Heere u het land gegeven heeft, u door de zee geleid heeft, koningen met hun legers aan u overgegeven heeft; iedereen hier is hopeloos, het hele land siddert voor uw volk, want Uw God bestaat echt en Hij is tot alles in staat.
Rachab ziet het gericht over Jericho onafwendbaar komen en zij smeekt om genade. In haar hart is ze al overgelopen naar Israël.
De twee mannen beloven dat zij met haar huis zal worden gespaard.
Zij spreken een herkenningsteken af: Rachab bindt een scharlaken koord aan het venster.
Het rapport van de spionnen is voor Jozua waardevol en bemoedigend. Moreel is de vijand al verslagen.
Als Jericho valt onder hoorngeschal en gejuich, wordt Rachab met haar familie gespaard. Zij is in Israël ingelijfd en heeft zelfs een plaats gekregen onder de voorouders van Jezus.
Rachab was een gelovige vrouw geworden. Uiteraard was zij dat niet van huis uit. Zij was een heidense. En we mogen er wel bij zeggen dat zij geen eerbaar beroep uitoefende. Zedelijk stond zij niet hoog.
In haar drukbezochte huis was zij goed op de hoogte van allerlei nieuws. Veel had zij gehoord over dat volk in de woestijn, over de Heere hun God, over de belofte dat zij Kanaan zouden bezitten.
,,Dit evangelie des koninkrijks moet in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken." Het gerucht van de Koning moet voor de gemeente uitgaan. Over de goddelozen komt het gericht. De schrik voor het gericht moet op de wereld vallen. Het leven van de kerk moet een getuigenis zijn van Gods overwinning.
Rachab was er van overtuigd geworden dat haar leven afhing van de gratie van Israels God. Zij geloofde op grond van de geruchten. Maar het was een goede grond. Want de geruchten waren berichten van gericht en heil. En zij geloofde dat het heil er alleen zou zijn aan de kant van Israël. Daarom koos zij partij voor dat volk en niet voor het hare.
Zijn wij al zover, dat het tot ons doorgedrongen is, dat wij kinderen des doods zijn tenzij de Eeuwige God ons gratie verleent?
Is God voor ons al eens zo werkelijk geworden dat wij sidderen voor het komende gericht?
Het laatste gericht is voor ons even zeker en nabij als voor Rachab de verovering van Jericho.
Als wij eenmaal zullen sterven, is het beslist. We moeten nu en hier om genade bidden.
Rachab wist dat ze eigenlijk ten dode was opgeschreven omdat ze bij Jericho hoorde.
Wij behoren tot de zondaren die niets anders verdiend hebben dan de eeuwige dood.
We zijn wel in het verbond, onder het aanbod van genade. Maar wie in het verbond zijn eigen natuurlijke staat voor God krijgt te zien, die weet van zichzelf: Ik ben ten dode opgeschreven als God Zijn verbond niet aan mij toepast.
Gods Geest leert een zondaar smeken om de toegezegde genade. ,,Gena, o God, gena, hoor hoe een boeteling pleit.... " Rachab is een gelovige vrouw geworden.
Dat kwam ook uit in het initiatief om de verkenners een schuilplaats te verschaffen. Zij had al gekozen voor Israël. Zij geloofde in de toekomst van het vreemde volk en de ondergang van haar eigen stad.
Als u haar woorden gaat wegen op de goudschaaltjes van onze geloofsleer dan bevindt u ze misschien zeer licht. Maar de bijbel acht ze van voldoende gehalte om te zeggen: door het geloof....
Haar woorden zijn bloedwarm en levensecht. Geloof en werken waren bij Rachab één.
Echt iets van Jacobus om daar op te wijzen.
Zij verborg de verspieders om daarmee te betuigen dat zij haar behoud zocht buiten Jericho bij de God van Israël. Is dat niet wonderschoon? Geloof en werken inéén.
Wij dreigen soms zo te verdogmatiseren, dat we aan de eenheid van geloof en werken niet meer toekomen. Maar als ons geloof geen gestalte krijgt in ons leven, wat is het dan? „Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood".
Rachab pleegde eigenlijk landverraad, toen ze knechten van de koning misleidde en ze riskeerde een zware straf. Niet om haar leugen, maar om haar verraad was ze strafbaar in Jericho. Ziet u wel dat zij een heldin geweest is? Zij zou haar geloof hebben willen bezegelen met haar leven, ja zij deed het. Zij wist wat zij deed en wat zij waagde. Haar geloof ging gepaard met voor haar levensgevaarlijke werken. Maar zo rekende Rachab niet. Zij dacht niet: als Israël eens niet in Jericho komt en als de koning er eens achter komt wat ik gedaan heb...
Zij dacht in het geloof: Israël komt in Jericho en dan zal het er op aan komen dat ik aan hun kant gestaan heb.
Wij moeten ons niet blindstaren op de vraag of een gelovige wel kan liegen (we weten wel beter), want heel het leven van Rachab draagt in haar bekering nog het stempel van de ontaarding. De vruchten van het geloof zijn niet uitgebleven. De bijbel vertelt bijvoorbeeld dat zij later ordentelijk getrouwd is. En nog wel met een man uit de stam van Juda.
De bijbel vestigt vooral de aandacht op haar geloof.
Door het contrast met haar zondig verleden komt de verkiezende genade van de Heere heerlijk uit.
Niemand gaat verloren omdat hij in zonde leeft, alleen maar omdat hij niet gelooft. Dan wordt het een eeuwig omkomen.
Niemand is te slecht om genade te ontvangen. Jarenlang wisten de mensen nog wie Rachab vroeger geweest was, maar ze wisten ook wie ze door genade was geworden. Zijn wij al zover gekomen, lezer, dat wij dat machtige contrast vertonen van vroeger en nu?
Zijn we al onder de indruk gekomen van Gods grote werk in Christus Jezus? Hebben we al om genade gesmeekt om de welverdiende straf te ontgaan?
Het evangelie kan twee dingen uitwerken. Verharding en geloof.
Jericho heeft zich verzet. Het was een vijand van God en Zijn volk.
Het is omgekomen. Rachab gaf zich tijdig over. Aan de God van Israël.
Volg het voorbeeld van Rachab. Laat u met God verzoenen.
Gelooft Zijn heil- en troostrijk woord.
Verhardt u niet, maar laat u leiden.
Dan zult u NIET OMKOMEN.

S. v. d. B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1967

De Wekker | 8 Pagina's

Niet omgekomen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1967

De Wekker | 8 Pagina's