Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nieuw terrein vol vraagtekens (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuw terrein vol vraagtekens (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bedoeling
Onze kerken komen hoe langer hoe meer in aanraking met nieuwe problemen die om een benadering vragen vanuit het Evangelie. Een van de terreinen waarop die nieuwe problemen zich in massa aandienen is dat van bet maatschappelijk werk.
Als er echter één terrein is, waarop men nog een groot aantal onopgeloste vragen tegen komt, dan is het wel deze tak van activiteit. Ik geloof dat maar heel weinig mensen zich een voorstelling kunnen maken van hetgeen onder dat maatschappelijk werk wordt verstaan. Als we het over onderwijs hebben, dan maken we ons een voorstelling die meestal vrij aardig met de werkelijkheid klopt, of het nu gaat over kleuteronderwijs of over universitair onderwijs. Maar niet zodra gaat het over maatschappelijk werk of velen van ons weten niet waarover het gaat. Zou dat misschien één van de redenen zijn, dat velen van ons maar weinig belangstelling voor dat werk hebben? Het zou niet te verwonderen zijn; immers ,wat de boer niet kent dat lust ie niet' (met alle respect voor de boeren overigens). Ik heb dit artikel niet geschreven om precies uit de doeken te doen, wat allemaal onder maatschappelijk werk valt. Ik heb er alleen de bedoeling mee, een kleine bijdrage te leveren tot meningsvorming over vragen op dit terrein, waarvoor ook onze kerken staan. Ik geef geen uitputtende reeks van vragen (ik neem zelfs aan dat ik belangrijke vraagstukken niet eens aanroer), maar ik wil wel graag dat wij in onze kerken eens over een paar vragen gaan nadenken die van groot belang zijn voor de toekomstige taak van ambtsdrager en gemeentelid. Ook wil ik met deze bijdrage niet het laatste woord hebben. Slechts om een discussie op gang te helpen waag ik het dit artikel te schrijven. Niet om er een soort openbare discussie in ,de Wekker' over te ontketenen, maar om elke lezer die zich voor het probleem interesseert, uit te nodigen, zich over de door mij genoemde punten schriftelijk te uiten. Ik zou dan misschien kunnen bevorderen, dat we er eens met elkaar over gaan praten, zodat de meningen zich in gemeenschappelijk overleg kunnen gaan vormen. Misschien levert de discussie dan ook stof op voor een bespreking binnen het ,Bezinnings- en Ontmoetingscentrum voor het maatschappelijk werk in de Christelijke Gereformeerde Kerken' terwijl we er wellicht ook onze diakenen een plezier mee doen.

Een stukje van het terrein
Zoals de lezers van ,De Wekker' bekend is, hebben we binnen de kring van onze Kerken generale deputaten voor Diaconale en Maatschappelijke Aangelegenheden. Dat deputaatschap wordt afgekort tot ,Adma'. Dat woord ligt gemakkelijk in de mond, maar het gemak waarmee ,Adma' wordt uitgesproken is omgekeerd evenredig aan de ingewikkelheid van de problemen waar ,Adma' mee te maken heeft. Omdat ik het genoegen heb, lid van dit deputaatschap te zijn, kan ik over de ingewikkelheid van de problemen een beetje meepraten.
Waar bemoeit dit deputaatschap zich zoal mee? Wel, in het algemeen gezegd met de problemen van het diaconaat in engere zin én met de problematiek van de ,sociale dienstverlening', een nieuwe term die de oude term ,maatschappelijk werk' mede omvat. Onder sociale dienstverlening valt een heel veld van activiteiten. Ik noem er een paar van:

1. Het algemeen maatschappelijk werk, dat je zou kunnen omschrijven als een deskundige, maar niet gespecialiseerde hulpverlening in sociale moeilijkheden.
2. Het gespecialiseerd maatschappelijk werk, dat is de sociale dienstverlening, gericht op bepaalde categorieën, zoals b.v. tot uitdrukking komt in de gerepatrieerdenzorg, in de zorg voor ongehuwde moeders, in de reclassering en in de kinderbescherming.
3. De bejaardenzorg, die omvat de bejaardenverzorging (in tehuizen) en het open bejaardenwerk (gericht op de verlenging van de woontechnlsche zelfstandigheid).
4. Jeugdzorg: Activiteiten verricht met en door jeugdigen uit maatschappelijk bedreigde niet aangepaste milieu's, die bijzondere zorg nodig hebben.
5. Maatschappelijk opbouwwerk: Dat is eigenlijk een verzamelnaam voor allerlei activiteiten die als doel hebben de sociale omgeving van de mens gunstig te beïnvloeden door processen waaraan de bevolking zelf actief deelneemt.

Als het U gaat als mij, knippert U met de ogen bij dergelijke omschrijvingen. Ik althans had er in het begin wat moeite mee. De begrippen lijken nogal abstract en de terminologie is lang niet altijd eenvoudig. Dat komt vermoedelijk voor een deel omdat het hier gaat om allerlei nieuwe activiteiten, die worden aangeduid met begrippen die ons nog lang niet vertrouwd zijn. Maar dat neemt niet weg, dat al deze activiteiten van toenemende betekenis zijn in onze samenleving en dat we er dus vertrouwd mee moeten raken.

Een grens-„geschil"
Een van de beroemde vragen op het terrein van diaconie en sociale dienstverlening is het trekken van een grens tussen beide. Dat trekken van een grens is namelijk van grote betekenis voor een ander vraagstuk: dat van de ambtelijke verantwoordelijkheid voor het werk. Ik kom daar nog op terug maar moet nu eerst iets zeggen over die grens, omdat ik anders niet aan het vraagstuk zelf kan toekomen.
Het is duidelijk dat men niet met één pennestreek een grens kan trekken tussen diaconie en sociale dienstverlening. Als we er van uit gaan dat sociale dienstverlening iets te maken heeft met arbeid verricht door op dit gebied geschoolde en deskundige krachten (op basis van een specifiek kennis- en ervaringsgebied), dan wordt het duidelijk dat de sociale dienstverlening zich hier onderscheidt van datgene wat wij diaconale arbeid noemen. Diaconale arbeid vereist veel wijsheid en veel geloof, maar is niet te omschrijven als arbeid door mensen die geschoold en deskundig zijn op een bepaald specifiek kennis- en ervaringsgebied. Natuurlijk is het van grote betekenis als een diaken op een van die gebieden deskundig is, maar hij oefent zijn werk in de gemeente niet als een maatschappelijk beroep uit en zijn kennis en ervaring stelt hij vrijwillig en als diaken in dienst van de gemeente.
Grens tussen diaconie en sociale dienstverlening is dus: De diaken verricht een aantal hem door de kerk opgedragen taken waarvoor geen specifieke scholing nodig is en hij verricht dat werk niet als maatschappelijk beroep, terwijl de werkers op het terrein van de sociale dienstverlening op een bepaald terrein zijn geschoold, op dat terrein dus deskundig zijn en die deskundigheid beoefenen als maatschappelijk beroep.

Toegegeven: die grens is voor betwisting vatbaar maar ik meen dat die grens wel aansluit aan de kerkelijke praktijk. Dat wordt duidelijker als we kijken naar wat de diaken in doorsnee doet.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1967

De Wekker | 8 Pagina's

Een nieuw terrein vol vraagtekens (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1967

De Wekker | 8 Pagina's